Wie woont in een huis van minstens een eeuw oud, is hier slechts een tijdelijke passant in de geschiedenis. Voor jou woonden er anderen met elk hun eigen lief en leed. Niet iedereen zal hier vaak bij stil staan, maar Liesbet van Zoonen wel. Zij weet precies wie in haar huis in Le Grand-Pressigny in Frankrijk hebben gewoond nadat dit voormalige baanwachtershuis omstreeks 1880 werd gebouwd.
En niet alleen dat, ook kent ze de verhalen van veel andere vroegere bewoners van het dorp dat is gelegen in het departement Indre-et-Loire in het middenwesten van het land. Haar belangstelling voor de geschiedenis van het huis en zijn directe omgeving ging zo ver dat ze hierover een boek schreef met de titel Ons huis aan het spoor.
Liesbet van Zoonen is als cultuursocioloog verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Eerder publiceerde ze wetenschappelijke boeken over media, politiek en feminisme. Dit nieuwe boek heeft een laagdrempeligere opzet: de schrijfster neemt haar lezers mee in haar onderzoek en schrijft smakelijk over de gesprekken met dorpsbewoners, de gang langs archieven en de ontdekkingen die ze doet. Eerst vertelt ze hoe zij en haar man Jaap in 1991 het huis kochten om er een vakantiehuis van te maken.
Ze waren er beiden van gecharmeerd dat het langs een spoorweg lag waar toen nog twee keer per dag een goederentrein over reed. Twintig jaar later was het huis helemaal af, maar toen was de trein inmiddels verdwenen. Tegenwoordig loopt op de plek van de treinrails een fietspad.
De spoorweg speelt een sleutelrol in het boek. De ontmanteling hiervan in 2017 vormde voor de schrijfster namelijk de aanleiding om haar onderzoek te starten. Eind negentiende eeuw werd deze spoorlijn van Port-de-Piles naar Argenton-sur-Creuse aangelegd. Het was zwaar en gevaarlijk werk en de ruige arbeiders misdroegen zich nogal eens, vaak onder invloed van alcohol, ten opzichte van de lokale bevolking. Vooruitgang was het doel: deze en andere spoorlijnen waren bedoeld om het platteland te ontsluiten. Van Zoonen schrijft:
De uitvinders en aanjagers van het spoor zien halverwege de negentiende eeuw in de trein hét middel waarmee het platteland zal loskomen van zijn verstikkende beperkingen en ideeën. Doe je er met paard en koets ruim twaalf dagen over om vanuit Parijs de verste uithoek van het land te bereiken, met de eerste treinen duurt dat maar drie dagen.
Economische vooruitgang
De schrijfster ontdekt dat de vooruitgang die de trein in Le Grand-Pressigny bracht nogal beperkt of zelfs afwezig was. Ja, er werd na de aanleg van het spoor een mestfabriek geopend in het dorp, maar die gaf door de stank meer overlast dan dat deze het dorp economische voorspoed bracht. Van Zoonen haalt de Franse planoloog Jean-Marc Offner aan die over Frankrijk als algemeen concludeert…
…dat er geen enkel feitelijk bewijs is voor de vele claims dat de aanleg van de spoorwegen voor economische vooruitgang op het platteland heeft gezorgd. Eerder is er sprake van een politieke mythe die de lokale overheden helpt om hun investeringen in het spoor goed te praten […].
Het was al kort voor de Tweede Wereldoorlog dat het personenvervoer op de lijn langs Le Grand-Pressigny gestaakt werd omdat er te weinig passagiers waren om rendabel te zijn. Daarna werd de spoorverbinding nog wel beperkt gebruikt voor goederenvervoer, totdat hier in 2005 ook een einde aan kwam. Van Zoonen weet de eerste decennia van de spoorlijn weer tot leven te wekken, mede door de ogen van de vroegere bewoners van haar huis. Bezoekers van de vakantiewoning zijn vaak verbaasd dat langs dit rustige boemellijntje zich een bemande spoorwegovergang bevond voor een al even kalme plattelandsweg. Toch woonden in het baanwachtershuisje achtereenvolgens vele spoorwegmedewerkers met hun gezinnen.
Vrouwelijke bewakers
Tussen de mannen en hun vrouwen die in het baanwachtershuisje woonden, bestond een strikte taakverdeling. De schrijfster legt in haar boek uit hoe de vrouwen, als garde-barrière, de spoorwegovergang bewaakten, terwijl hun mannen onderhoud aan het spoor pleegden. Het bewaken van de spoorwegovergang was voor de vrouwen onbetaald werk. In het boek wordt een functionaris aangehaald die in 1899 zei:
Garde-barrières van kleine lijnen waar niet veel treinen rijden moeten slechts een paar keer per dag de spoorhekken openen en sluiten, en na elke trein, een vlag of een rode lantaarn op het spoor zetten. Dit is zo marginaal dat het geen speciale expertise of betaling behoeft.
In de ruime tijd die overbleef, verzorgden de vrouwen hun gezin en werkten ze in de moestuin op de grond die ze van de spoorwegmaatschappij ter beschikking kregen.
Alle spoorwegmedewerkers en hun gezinsleden die in het baanwachtershuisje woonden, hebben hun eigen verhaal, zoals René Galais die in het huis geboren werd en sneuvelde tijdens de Eerste Wereldoorlog. De laatste bewoners, voor de schrijfster en haar man, waren niet langer betrokken bij het spoor en leefden hier in armoede en ellende.
Van Zoonen beschrijft daarnaast ook de verhalen van andere inwoners van Le Grand-Pressigny, zoals dat van kunstenaar Lucien Porcheron, die zich verzette tegen de stinkende mestfabriek, en veearts André Goupilles die tijdens de Tweede Wereldoorlog ontsnapte krijgsgevangenen, Joodse en politieke vluchtelingen en neergehaalde geallieerde piloten de nabijgelegen demarcatielijn tussen bezet Frankrijk en Vichy-Frankrijk hielp oversteken.
Verrassende microgeschiedenis
Liesbet van Zoonen plaatst haar huis in Frankrijk in het middelpunt van de geschiedenis. De vroegere bewoners van het huis en het dorp maakten de industrialisatie, twee wereldoorlogen en de teloorgang van het Franse platteland mee. Le Grand-Pressigny kan symbool staan voor vele andere soortgelijke Franse plaatsjes. Tegenwoordig ligt het op het randje van wat de diagonal du vide (de diagonaal van de leegte) wordt genoemd, waarmee het economisch zwakke en laagbevolkte gebied wordt bedoeld dat Frankrijk vanuit het noordoosten naar het zuidwesten doorkruist. Het is prijzenswaardig dat de schrijfster Le Grand-Pressigny niet neerzet als een suf dorpje, maar oog heeft voor alle historische ontwikkelingen en persoonlijke verhalen die hier hebben plaatsgevonden. Ze toont aan dat geschiedenis overal is, tot in een onbeduidend baanwachtershuisje in een onopvallend plattelandsdorpje aan toe.
Ons huis aan het spoor is een verrassende microgeschiedenis die iedereen met belangstelling voor de geschiedenis van Frankrijk, de spoorwegen en het plattelandsleven zal fascineren.
Boek: Ons huis aan het spoor