Duizend jaar geleden maakte een onbekende ambachtsman een soort schild van het gewei van een eland. Langs de randen werd het bijzondere object versierd met kunstig vlechtwerk en afbeeldingen van vogels, leeuwen, draken. Volgens een lokale overlevering hing het versierde gewei rond het jaar 1000 in de grafkapel van keizer Lodewijk de Vrome in Metz.
Het object maakt onderdeel uit van de collectie van het Rijksmuseum in Amsterdam, maar is nu uitgeleend aan het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, waar momenteel een tentoonstelling loopt over de periode rond het jaar 1000. Het is de plaatsvervanger van een middeleeuwse reliekhoorn van het Rijksmuseum, die vanaf oktober in de expositie te zien was. De twee konden in de Amsterdamse museumzalen niet tegelijkertijd ontbreken en worden daarom in Leiden om beurten getoond.
Hermitage
Het gewei is al eeuwenlang een gewild object. In december 1884 kocht de Russische tsaar Alexander III het versierde gewei van de Russische prins Alexander Petrovich Basilevsky voor de Hermitage in Sint-Petersburg, samen met diens volledige collectie middeleeuwse en renaissancekunst.
Over de verblijfplaats in de daartussen liggende periode is niet veel bekend. Het versierde gewei kwam in 1952 via omzwervingen terecht in het Rijksmuseum in Amsterdam. Daar werd het uiteindelijk in 2012 herkend als een van de meesterwerken uit Basilevsky’s verzameling. Het schild verlaat nu Amsterdam voor het eerst in zeventig jaar.
Europese eland
Het ‘schild’ is gemaakt van het gewei van een Europese eland (Alces Alces). Een volwassen mannelijke eland werpt zijn gewei elk najaar af, na het paarseizoen. Nieuwe geweien ontwikkelen zich in het voorjaar en zijn na ongeveer vijf maanden volgroeid. C14-onderzoek (meting van radioactieve koolstof) wees uit dat de eland die dit gewei droeg, leefde in de periode 975-1020 na Christus.
Conservator Annemarieke Willemsen over het gewei:
Boek: Het jaar 1000 Nederland in het midden van de Middeleeuwen