Dark
Light

Het Errerahuis, ambtswoning van de Vlaamse minister-president

Brussels stadspaleis met allures
Auteur:
3 minuten leestijd
Errerahuis in Brussel, ambtswoning van de Vlaamse minister-president (cc - EmDee)
Errerahuis in Brussel, ambtswoning van de Vlaamse minister-president . Vernoemd naar Léo Errrera (cc - EmDee)

Ter hoogte van het Warandepark, op nummer veertien van de Brusselse Koningsstraat, bevindt zich het Errerahuis, een achttiende-eeuws neoclassicistisch stadspaleis dat sinds bijna twee decennia fungeert als de ambtswoning voor de Vlaamse minister-president en tevens de officiële ontvangstruimte is voor buitenlandse delegaties en hoogwaardigheidsbekleders op bezoek bij de Vlaamse regering.

De ontstaansgeschiedenis

Tijdens de regeerperiode van de Oostenrijkse Habsburgers over onze gewesten gaf keizerin Maria-Theresia (1717-1780) een bouwgrond ten geschenke aan Nicolas-Joseph Maras, abt van de norbertijnenabdij van Grimbergen om er een nieuw refugehuis op te richten. Het imposante pand, voltooid in 1782, werd ontworpen volgens de plannen van de toonaangevende Franse architect Barnabé Guimard (1734-1805) die voor de bouw ervan gedeeltelijk recuperatie bakstenen gebruikte van het pas gesloopte kasteel van Tervuren. Ondanks dat feit liepen de bouwkosten toch dermate hoog op dat Maras genoodzaakt was om het refugehuis bij de oplevering te verhuren, teneinde Guimard te kunnen vergoeden.

Het Errerahuis (cc - Zinneke)
Het Errerahuis (cc – Zinneke)

De opeenvolgende nieuwe eigenaars

Na de Franse Revolutie van 1789 werd het gebouw openbaar verkocht waarna het begin negentiende eeuw in bezit kwam van een zekere Daniël-Patrice Hennessy, een welgestelde industrieel en bankier die het tot aan zijn dood in 1855 zou bewonen. Daarna kende het pand gedurende een reeks korte periode’s achtereenvolgens verscheidene eigenaars.

In 1868 werd het herenhuis aangekocht door de toenmalige consul-generaal van Italië, Giacomo Errera (1834-1880), afkomstig uit een rijke Venetiaanse bankiersfamilie. Het luxueuze gebouw zou tot in 1977 bewoond blijven door deze familie, die er uiteindelijk drie generaties lang in vertoefde. Giacomo zelf schreef in ons land financiële geschiedenis. Samen met zijn schoonvader Joseph Oppenheim, eveneens een bankier, en enkele andere financiers, richtte hij in 1871 de ‘Bank van Brussel’ op die na een fusie in de jaren zeventig van vorige eeuw onder de benaming ‘Bank Brussel Lambert’ tot in 1998 verder werkzaam bleef op de financiële markten waarna ze door de Nederlandse ING Groep werd overgenomen.

Drie jaar later, in 1980, kocht de Belgische Staat de woning op en nam het in gebruik als bijhuis van de wat verderop gevestigde Koninklijke Muziekacademie van Brussel. Hoewel het stadspaleis in 1983 door de dienst Monumenten en Landschappen als beschermd erfgoed werd geklasseerd, kwam het in 1988 leeg en verlaten te staan. Na vier jaar leegstand werd het woningcomplex in 1992 eigendom van de Vlaamse regering die twee jaar later een uitgebreid renovatieproject opstartte.

Poort van het Errarahuis (cc - Zinneke)
Poort van het Errarahuis (cc – Zinneke)

Een grondige opknapbeurt

Het gebrek aan onderhoud samen met de jarenlange verwaarlozing maakten dat het eens zo statige herenhuis van de Errera’s in zeer vervallen staat verkeerde. Dringende restauratiewerken waren dan ook meer dan nodig. Eerst dienden er ingrijpende bijkomende stabilisatiewerken aan het pand uitgevoerd te worden. Nadien werden alle elektriciteitsvoorzieningen aangepast volgens de geldende veiligheidsvoorschriften. Verder werd een nieuwe verwarmingsinstallatie ingebouwd. De parketvloeren, het houtsnijwerk en de lambriseringen werden waar nodig vervangen en het stucwerk hersteld. In de verschillende zalen en salons werden kristallen kroonluchters en gordijnen uit damast of pure zijde opgehangen.

Het Errerahuis (cc – Zinneke)
Het Errerahuis (cc – Zinneke)

Verder werd er een perszaal ingericht en ook aan de beveiliging van de toekomstige ambtswoning van de Vlaamse minister-president werd gedacht. Zo is in en rond het gebouw een ingenieus videobewakingssysteem voorzien en zijnde bestaan de ramen die op de straatkant uitkijken door kogelvrij glas vervangen. Uiteindelijk namen de restauratiewerken ruim vier jaar in beslag waardoor de residentie pas in 1998 in gebruik kon worden genomen.

Begin 2015 kon de Vlaamse overheid door een gelukkig toeval in een Londen’s veilinghuis de hand leggen op de twee witmarmeren sfinxen die, zoals bleek uit archiefmateriaal, oorspronkelijk aan de ingang van het Errerahuis opgesteld stonden. Volgens een gerucht dat nog steeds hardnekkig de ronde doet zouden de mythische beelden de gelaatstrekken weerspiegelen van Madame de Pompadour en Madame du Barry, die als courtisanes aan het hof van de Franse koning Lodewijk XV verbleven. Wat er ook van waar moge zijn, met de plaatsing van de twee sfinxen aan de toegangspoort is als het ware de cirkel rond en heeft het Errerahuis nu opnieuw zijn vroegere architecturale luister teruggevonden.

Boek: Brussel – Geschiedenis van een Brabantse stad

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schrijft Rudi Schrever al verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen. Verder is hij bestuurslid van de Geschied- en Heemkundige kring van de Brusselse deelgemeente Laken. [email protected]

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×