Friedrich Nietzsche – Duitse filosoof

Biografie van de man die God doodverklaarde
7 minuten leestijd
Friedrich Nietzsche in 1869.
Friedrich Nietzsche in 1869.

De Duitser Friedrich Nietzsche (1844-1900) was een beroemde en invloedrijke filosoof, dichter en taalkundige. Hij is bekend geworden vanwege zijn gedachtegoed over goed en kwaad, zijn theorieën over de menselijke wil en de Übermensch, zijn doodverklaring van God en zijn geschiedfilosofie. Nietzsche had een relatief korte wetenschappelijke carrière en was in zijn laatste elf levensjaren geestelijk verward.

Nietzsche in 1861
Nietzsche in 1861
Tot de bekendste werken van Friedrich Nietzsche behoren Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben (1874), Die fröhliche Wissenschaft (1882), Also sprach Zarathrusta (vierdelig werk, 1883-1885), Der Götzen-Dämmerung (De afgodenschemering, 1889) en Der Antichrist (geschreven in 1888, gepubliceerd in 1895). Ook schreef Nietzsche een biografisch werk, getiteld Ecce Homo (1889).

Jeugdjaren en opleidingen

Friedrich Wilhelm Nietzsche werd op 15 oktober 1844 geboren in het plaatsje Röcken, vlakbij Leipzig in Pruisen, als zoon van een lutherse predikant. Zijn vader Carl Ludwig Nietzsche (1813-1849) overleed toen Friedrich nog maar vier jaar was. Kort daarop overleed ook nog Friedrichs jongere broertje Ludwig Joseph (1848–1850). Na deze twee sterfgevallen verhuisde het gezin naar de iets verderop gelegen plaats Naumberg, waar Friedrich opgroeide te midden van vijf vrouwen: zijn moeder Franziska Nietzsche (1813-1897) – eveneens afkomstig uit een domineesgezin -, zijn jongere zus Elisabeth (1846-1935), twee ongehuwde tantes en zijn oma van moeders kant.

In Naumberg bezocht Friedrich Nietzsche vanaf 1854 het Domgymnasium, een plaatselijke privéschool. Op deze school vielen Friedrichs taalvaardigheid en zijn muzikaliteit het docentenkorps op. In 1858 mocht hij, vanwege zijn kwaliteiten, overstappen naar Landesschule Pforta, een toonaangevend Duits internaat op gymnasiumniveau in Schulpforte. In 1864 behaalde hij hier zijn diploma.

Daarna ging Friedrich Nietzsche naar de Universiteit van Bonn, waar hij theologie studeerde. In deze tijd viel hij definitief van zijn geloof en staakte daarom zijn studie, om te kiezen voor een opleiding klassieke filologie. In 1865 stapte Nietzsche over naar de Universiteit van Leipzig, in navolging van zijn favoriete professor en invloedrijk classicus Friedrich Wilhelm Ritschl (1806-1876). In deze tijd schreef Nietzsche zelf klassieke muziek, daarbij sterk beïnvloed door de componisten Robert Schumann (1810-1856) en Richard Wagner (1813-1883).

Laatstgenoemde liet in de ogen van Nietzsche de geest van de Griekse tragedies herleven en was – zo schreef Nietzsche in een brief uit 1869…

…het grootste genie en de grootste mens van onze tijd.

Wagner en Nietzsche kenden elkaar sinds 1868 persoonlijk en ontmoeten elkaar minstens twintig keer in Wagners woonplaats Tribschen. Later, vanaf ongeveer 1875, veranderden Nietzsches gedachten over Wagner en diens werk. Nietzsche bekritiseerde Wagner voortaan scherp, onder meer vanwege diens religieuze opvattingen.

Nietzsche als hoogleraar & reizend filosoof

In 1869 werd Friedrich Nietzsche, die toen nog maar 24 jaar jong was, hoogleraar Klassieke filologie aan de Universiteit van Bazel in Zwitserland. In de loop van zijn hoogleraarschap kreeg Nietzsche toenemende gezondheidsproblemen en raakte hij zelfs nagenoeg blind.

Daarom zegde hij in 1879 zijn baan als hoogleraar op en vertrok met een financiële vertrekpremie. Hierna zwierf Nietzsche tien jaar rusteloos van plek naar plek. Nietzsche verbleef de komende jaren met name in Zwitserland (Sils-Maria) in de zomerperiode, terwijl hij ’s winters meestal in Italië (Genua, Rappalo en Turijn) zat.

Op 3 januari 1889 stortte Friedrich Nietzsche geestelijk in tijdens een verblijf in het Italiaanse Turijn. Het was in elk geval zo aandachttrekkend, dat de politie erbij moest komen. Het in dit verband veel voorkomende verhaal als zou Nietzsche en publique om de nek van een paard zijn gaan hangen, is apocrief. De rest van zijn leven, tot zijn dood in 1900, bleef Friedrich Nietzsche geestelijk labiel.

Friedrich Nietzsches filosofie in het kort

Arthur Schopenhauer
Arthur Schopenhauer
De filosofie van Friedrich Nietzsche was sterk beïnvloed door de pessimistische en atheïstische ideeën van de Duitse filosoof Arthur Schopenhauer (1788-1860). Nietzsche schreef over Schopenhauer:

Ich ahnte in ihm jenen Erzieher [opvoeder] und Philosophen gefunden zu haben, den ich so lange suchte.

De kernideeën in Nietzsches filosofie zijn: een volstrekt atheïsme, nihilisme, de opvatting dat normen nooit absoluut zijn maar subjectief en situatieafhankelijk, en een klemtoon op menselijke moraliteitskwesties en oerdriften. Alles wat goed is, draaide volgens Nietzsche om macht en de wil om macht te hebben. Dit streven kwam tot zijn voltooiing in de supermens: de Übermensch, de mens die van oorlog houdt. Medelijden en verliezen waren daarbij absolute tekenen van zwakte. Christelijke zorg voor zwakkeren, armenzorg en het concept naastenliefde moesten in Nietzsches ogen dan ook volstrekt afgewezen worden.

Nietzsches ideeën hadden ook impact op de geschiedfilosofie en geschiedschrijving. Met name in Vom Nutzen und Nachteil der Historie für das Leben (1874) liet Nietzsche zich gaan tegen de historici van zijn tijd. In dit werk bekritiseerde Nietzsche het historisme en de Duitse geschiedwetenschap aan de universiteiten. De negentiende eeuw was een tijdperk waarin de geschiedenis als iets van groot belang werd beschouwd. Nietzsche relativeerde deze gedachte door te stellen dat geschiedenis veel nadelen en eigenlijk maar een beperkte nuttigheid had: in dienst staan van het menselijk leven en de toekomst.

Daarbij propageerde Nietzsches een cyclische geschiedbeschouwing. Wanneer de geschiedenis zich voltooid had in de Übermensch – in wie de ‘wil tot macht’ tot wereldoverheersing had geleid -, zou zij weer opnieuw beginnen en via eenzelfde proces verlopen, telkens opnieuw. Dit wordt ook wel de ‘leer van de eeuwige terugkeer’ genoemd.

Overlijden Nietzsche

Na een jarenlang ziekbed, voortdurende waanvoorstellingen en uiteindelijk een situatie waarin hij zelfs zijn vrienden niet meer herkende, stierf de psychisch verwarde Friedrich Nietzsche op 25 augustus 1900 in de Duitse stad Weimar. Al jaren had Nietzsche dementieverschijnselen vertoond. Volgens sommigen waren deze het gevolg van syfilis, maar anderen trekken dat in twijfel.

Zijn zus, Elisabeth Förster-Nietzsche, droeg zorg voor de nalatenschap van Friedrich. Zij was een vurige nationaal-socialist. Zo ontving ze tussen 1932 en 1934 meermalen Adolf Hitler (1889-1945) in haar Nietzsche-archief te Weimar. Ook was ze een fervent aanbidster van de Italiaanse fascistenleider Benito Mussolini (1883-1945). Deze connecties met enkele van de grootste dictators ooit hebben de reputatie van Friedrich Nietzsche geen goed gedaan.

Huis in Weimar waar Nietzsche de laatste jaren van zijn leven woonde
Huis in Weimar waar Nietzsche de laatste jaren van zijn leven woonde (CC BY 2.5 – David Wen Riccardi-Zhu – wiki)

Invloed van Nietzsches gedachtegoed op anderen

Nietzsche was een cultuurcriticus, een criticaster van zijn eigen tijd, evenals bijvoorbeeld de maatschappijfilosoof Karl Marx (1818-1883). Net als hem bekritiseerde hij religie als zijnde een menselijk bedenksel. Nietzsches opvattingen over religie beïnvloedden ook het gedachtegoed van de neuroloog Sigmund Freud (1856-1939), hoewel Freud stelde dat hij Nietzsche nooit gelezen had; zo legden ze beide de nadruk op schuldgevoel als verklaring en basis voor religie. Een overeenkomst is ook beider accent op de menselijke driften.

Verder had Nietzsche een sterke invloed op de cultuurpessimistische fin de siècle-denkers van rond 1900 en cultuurcritici en -pessimisten uit de eerste decennia van de twintigste eeuw, onder wie de geschiedfilosofen Oswald Spengler (1880-1936) en José Ortega y Gasset (1883-1955). Evident is Nietzsches invloed op Adolf Hitler en diens nazisme. Denk aan het fervente atheïsme van beiden, de Übermensch-idee als rolmodel voor de Ariër en de notie van Wille zur Macht. De precieze beïnvloeding van de nazi’s door Nietzsche is echter onderwerp van hevige discussie tussen geleerden.

De ‘God is dood’-theologie van de jaren 1960, van theologen als Gabriel Vahanian (geboren 1917) – die in 1961 The Death of God publiceerde – en John Robinson (1919-1983), is eveneens duidelijk gelinkt aan het gedachtegoed van Friedrich Nietzsche.

Ten slotte had Nietzsches werkwijze, het ‘filosoferen met de hamer’ (lees: de ideeën van moraalridders en heersende autoriteiten ter discussie te stellen), invloed op de manier van werken van talloze denkers na hem. Net als Nietzsche pakten grote filosofen als Martin Heidegger (1889-1976), Jean-Paul Sartre (1905-1980), Michel Foucault (1926-1984) en Jacques Derrida (1930-2004) de hamer op om de filosofische en/of religieuze heilige huisjes van hun tijd kapot te slaan.

Korte video over de filosoof:

Enkele citaten van Friedrich Nietzsche

“Dat wat me niet doodt, maakt me sterker.” (Was mich nicht umbringt, macht mich stärker.)

“Geschiedenis gaat bijna altijd over slechte mensen waarover men later niets dan goed zegt.” (Geschichte handelt fast nur von schlechten Menschen, die später gutgesprochen worden sind.)

“Tegenover het domme gezicht is de gebalde vuist het enige antwoord.” (An die dumme Stirn gehört als Argument die geballte Faust.)

“De wil tot macht.” (Der Wille zur Macht.)

“De angst is de moeder van de moraal.” (Die Furcht ist die Mutter der Moral.)

“Het christelijke besluit om de wereld lelijk en slecht te vinden, heeft de wereld lelijk en slecht gemaakt.” (Der christliche Entschluss die Welt hässlich und schlecht zu finden, hat die Welt hässlich und schlecht gemacht.)

“Het slechte is de beste kracht van de mens.” (Das Böse ist des Menschen beste Kraft.)

“God is dood! God blijft dood! En wij hebben hem gedood!” (Gott ist tot! Gott bleibt tot! Und wir haben ihn getötet!)

“Ik leer u de supermens. De mens is iets dat overwonnen moet worden.” (Ich lehre euch den Übermenschen. Der Mensch ist Etwas das überwunden werden soll.)

Bronnen

Boeken
-Rüdiger Safranski, Nietzsche. Biographie seines Denkens (2000). Hier een Engelse vertaling van Safranski’s biografie. Deze biografie is een absoluut meesterwerk en wordt door veel kenners dan ook beschouwd als dé Nietzsche-biografie.
-Werner Ross, Der ängstliche Adler. Friedrich Nietzsches Leben (Kastell, 1989 [1984]).
-Anthony K. Jensen, Nietzsches Philosophy of History (Cambridge: Cambridge University Press, 2013).

Encyclopedieën
-David Papineau (red.), Filosofie [serie Wereldgeschiedenis] (Kerkdriel: Librero, 2012) 129-131, 153.
-Bernard Delfgaauw en Frans van Peperstraten, Beknopte geschiedenis van de wijsbegeerte. Van Thales tot Llyotard (9e druk; Kampen: Kok, 2000 [1993]) 138-140.

Internet
-Enkele Boeken en teksten van Friedrich Nietzsche (Gutenberg-projekt).
-Biografie Friedrich Nietzsche op Britannica.com.
-Brian Leiter, ‘Nietzsche’s Theory of the Will‘, Philosophers Imprint 7.7 (september 2007) 1-15.
-Artikel ‘Dionysus en Apollo. Nietzsches synthese’, Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten, Den Haag.
-Dissertatie Adrie Prosman, Geloven na Nietzsche. Nietzsches nihilisme in de spiegel van de theologie (Vrije Universiteit Amsterdam, 2007) over o.a. Nietzsche en de God-is-doodtheologie (zie hoofdstuk 10, p.277-305).

×