Ray Tomlinson, de geestelijk vader van de e-mail, is zaterdag op 74-jarige leeftijd overleden. De programmeur, geboren in de Amerikaanse stad Amsterdam, verstuurde in 1971 als eerste een e-mailbericht over een computernetwerk.
De Amerikaan was ook de eerste die in e-mailadressen het zogenaamde apenstaartje (@-symbool) gebruikte. Dit werd de standaard om de naam van de afzender te scheiden van de naam van het verzendende domein.
Ray Tomlinson was nauw betrokken bij de ontwikkeling van ARPANET, een voorloper van het internet dat werd ontwikkeld in opdracht van het Amerikaanse ministerie van Defensie. Tomlinson verstuurde zijn eerste e-mail met dit systeem. Wat er in dit bericht stond is niet bekend. De Amerikaan meldde later dat het ging om een onbeduidend berichtje dat hij aan zichzelf stuurde.
Het apenstaartje, dat we dankzij de Amerikaan tegenwoordig in al onze e-mails gebruiken, maakt sinds enkele jaren overigens onderdeel uit van het New Yorkse Museum of Modern Art (MoMA). Niet iedereen kent het @-symbool overigens als een ‘apenstaartje’. In veel andere landen zien gebruikers echter helemaal geen apenstaart in het teken. Zo zien de Zweden er bijvoorbeeld een olifantensmurf in (schanbel-a) en denken veel Noren bij het zien van het teken aan een varkensstaart (grisehale).
Voordat het teken gebruikt werd in de e-mail bestond het @-teken al lang. Bekend is dat het symbool al in de zesde eeuw werd gebruikt om het Latijnse begrip ‘Ad’ mee weer te geven. Ook werd het @-teken lang gebruikt als een samenvoeging van de letters ‘a’ en ‘c’. Bankiers en geldwisselkantoren gebruikten de samenvoeging voor de uitdrukking ‘al cambio’, wat zoveel betekent als ‘tegen de wisselkoers van’.
- Lijst van uitvindingen
- Boek: De geschiedenis van de computer in Nederland