Filmmuseum EYE in Amsterdam brengt eind dit jaar de filmklassieker Gone With the Wind uit 1939 opnieuw uit in de bioscoop, in een nieuwe restauratie.
Gone with the Wind is volgens het museum een van de eerste Hollywood-producties waarin ten volle gebruik werd gebruik gemaakt van het zogenaamde Technicolor-proces. Ook daarom geldt de film wat betreft EYE als een mijlpaal in de volwassenwording van de kleurenfilm. De film is onlangs gerestaureerd door British Film Institute. De gerestaureerde klassieker is aangekocht door EYE en zal vanaf 18 december te zien zijn in de landelijke bioscopen en in het Amsterdamse museum.
De filmklassieker duurt maar liefst vier uur. De verfilming van het gelijknamige boek van Margaret Mitchell door Victor Fleming leverde volgens het American Film Institute ‘de beroemdste filmquote ooit’ op: de zin ‘Frankly, my dear, I don’t give a damn’. De passionele kus van hoofdrolspelers Scarlett O’Hara (Vivien Leigh) en Rhett Butler (Clark Gable) is daarnaast uitgeroepen tot beste filmkus ooit.
Gone with the Wind, een verfilming van het gelijknamige boek van Margaret Mitchell door Victor Fleming, werd bekroond met acht Oscars, waaronder die voor beste film, regie, fotografie, vrouwelijke hoofdrol en scenario.
De Oscar voor beste bijrol ging naar Hattie McDaniel, de eerste Afro-Amerikaanse actrice die een Academy Award kreeg toegekend.
Filmmuseum EYE over de film:
Ze heet Scarlett O’Hara en ze is de archetypisch verwende Southern Belle; ze wentelt zich in de aandacht van alle rijke jonge mannen in de stad en verwacht haar leven in luxe door te brengen. Dan breekt de Amerikaanse Burgeroorlog uit en verliest de familie O’Hara have en goed. De geruïneerde Scarlet (Vivien Leigh) zet alles op alles om haar oude status te herkrijgen: zonder scrupules werkt ze zich omhoog binnen de nieuwe orde die is ontstaan na de overwinning van de Noordelijken. Haat en afgunst zijn haar deel; ook de stormachtige romance met voormalige playboy Rhett Butler (Clark Gable) loopt op de klippen.