De Greet Hofmans-affaire werd in juni 1956 aan het rollen gebracht door een publicatie in het Duitse blad Der Spiegel, waarin gesteld werd dat de gebedsgenezeres Greet Hofmans grote invloed had op koningin Juliana. Door historici ook wel aangeduid als een ‘Soestdijk-affaire’ gezien de verslechterde verhouding tussen Juliana en Prins Bernhard tijdens de affaire.
Greet Hofmans deed haar intrede aan het hof op voorspraak van prins Bernhard, die zijn echtgenote op de praktijken van de gebedsgenezeres had gewezen. Het jongste kind van het echtpaar, prinses Marijke was in 1947 geboren met een ernstige oogafwijking, waarschijnlijk als gevolg van het rode hond-virus waarmee Juliana tijdens de zwangerschap was besmet. Hoewel de koningin aanvankelijk sceptisch stond tegenover de komst van Hofmans, stemde zij na verschillende consultaties toch in.
De praktijken van Hofmans aan het Hof beperkten zich aanvankelijk tot gesprekken tussen de koningin en de gebedsgenezeres, consulten die een zeer huiselijk karakter hadden. In de zomer van 1951 breidde Hofmans haar activiteiten uit met het mee organiseren van de zogenaamde Oude-Looconferenties, bijeenkomsten op het Oude Loo waar deelnemers met elkaar spraken over oecumenisch religieuze onderwerpen. Tientallen genodigden luisterden naar speeches van nationaal en internationaal relevante sprekers, en debatteerden met elkaar over de totstandkoming van een universele religie. Juliana raakte steeds meer onder de indruk van de bijbehorende pacifistische ideeën en bracht deze ook in toenemende mate naar buiten.
Einde van de Greet Hofmans-affaire
Op 29 juni 1956 deelden Juliana en Bernhard publiekelijk mede dat zij ‘teleurgesteld en gegriefd’ waren over de publicaties omtrent hun persoonlijk leven, en dat zij graag zagen dat een onderzoek zou worden gedaan naar de oorzaken en achtergronden van de geruchten. De commissie onder leiding van Beel zou zich met dit onderzoek gaan bezighouden. Het rapport van de commissie, waarvan het advies op 24 augustus 1956 openbaar werd gemaakt, resulteerde in een grondige personele verschuiving in de hofhouding op Soestdijk. Bovendien moest Juliana afstand nemen van Hofmans, die ook van het koninklijke toneel diende te verdwijnen, én mocht zij niet meer deelnemen aan de conferenties op het Oude Loo. Beel achtte vermoedelijk de pacifistische beïnvloeding van het Hof zo gevaarlijk dat tot deze verregaande maatregelen werd besloten.
Lees ook: Grigori Raspoetin – Machtige monnik aan het hof van de tsaar
Boek: Juliana en Bernhard, Het verhaal van een huwelijk 1936-1956
Boek: De Greet Hofmans-Affaire