Vanaf de achttiende eeuw kwam, onder invloed van de Verlichting en allerlei gelijkheidsbewegingen, de vrouwenemancipatie in een stroomversnelling. In ongeveer 225 jaar tijd voltrok zich een ware revolutie rond de positie van de vrouw. Wat veranderde er precies? Vrouwen kregen meer rechten en werden over het geheel genomen gelukkiger. Hoe voltrok dit proces zich in hoofdlijnen in Nederland?
18de eeuw: ‘voor het leven ongelukkig’
Precies 225 jaar geleden verscheen een baanbrekend boek over vrouwenrechten: Pleidooi voor de rechten van de vrouw (1792). De schrijfster van dit boek was de Britse feministe Mary Wollstonecraft, die later gedoopt is tot ‘oermoeder van het feminisme’. Sinds de tijd van de Verlichting – vrijheid, gelijkheid en broederschap – kwamen niet alleen autocratische vorsten en de raciale slavernij onder groeiende kritiek te staan, maar ook de ongelijkheid tussen man en vrouw. Wollstonecraft voerde in haar boek een pleidooi voor meer gelijkheid en geluk voor de vrouw. Zo schreef ze:
‘Het zou een eindeloos werk zijn om de eindeloze gemeenheden, zorgen en narigheid na te gaan die vrouwen te lijden hebben gehad doordat de heersende mening wil dat ze eerder geschapen zijn om te voelen, dan om te redeneren, en dat alle macht die ze verkrijgen de vrucht moet zijn van hun charme en zwakheden: “Mooi door gebreken, beminnelijk door zwakheid”.’
In een felle aanval op filosoof Jean-Jacques Rousseau pende Wollstonecraft ook deze woorden neer:
‘Gedwongen huwelijken maken vrouwen voor het leven ongelukkig en bederven hen bovendien zedelijk, omdat ze hen dwingen tot hypocrisie en overspel.’
Geen geluk voor vrouwen dus, maar ‘eindeloze gemeenheden’, narigheid, gebreken en ‘voor het leven ongelukkig’ zijn, was wat veel vrouwen in die tijd ten deel viel.
19de eeuw en interbellum: harmonieuze ongelijkheid en voorzichtige verandering
Tot het derde kwart van de negentiende eeuw veranderde er weinig aan de positie van de vrouw. In de woorden van Pieter Stokvis in Het intieme burgerleven (2005) was de situatie als volgt:
‘De omgang van man en vrouw werd idealiter gekenmerkt door harmonieuze ongelijkheid. Behalve een affectieve verbintenis was het huwelijk ook een zakelijke overeenkomst om het huishouden en de geslachtsdrift in goede banen te leiden.’
Een breekpunt volgde in de jaren 1870-1920, de tijd van de Eerste Feministische Golf. In Nederland begonnen Aletta Jacobs en Wilhelmina Drucker het recht op gelijke onderwijskansen en politiek stemrecht voor vrouwen te eisen. Vanaf 1871 mochten meisjes naar de HBS, maar ze moesten tot 1906 daarvoor nog wel toestemming aan de minister vragen. Aletta Jacobs werd na haar universitaire studie in 1879 de eerste vrouwelijke arts in Nederland.
In de jaren van het interbellum, 1919-1939, veranderde er voorzichtig iets in de opvattingen over vrouwen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog hadden vrouwen in grote delen van West-Europa laten zien dat ze de plekken van mannen konden opvullen in fabrieken. In de jaren 1920-1950 kregen vrouwen in alle West-Europese landen kiesrecht, in Nederland in 1919. En de roaring twenties presenteerden de vrouw met kort haar en sigaret als een feminiene evenknie van haar man.
Jaren 1960-heden: snelle emancipatie
Na de Tweede Wereldoorlog raakte de emancipatie van vrouwen pas echt in een stroomversnelling. Vrouwen kregen in sneltreinvaart meer rechten. Met name sinds de Tweede Feministische Golf in de jaren 1960. Baanbrekende momenten en ijkpunten waren er genoeg. Zoals de benoeming van Marga Klompé als eerste vrouwelijke minister op 12 oktober 1956.
De invoering van allerlei gemakken voor het huishouden vanaf de jaren 1950 – zoals keukens, stofzuigers, wasmachines en schoonmaakmiddelen – creëerde meer tijd voor vrouwen en schiep de ruimte om buitenshuis te gaan werken. Over het algemeen nam het levensgeluk van vrouwen hierdoor toe.
Baanbrekend was het eerste vrouwelijke bloot op televisie in 1967, toen actrice Phil Bloom enkele momenten naakt te zien was bij de VPRO terwijl ze de Trouw las. Nederland was hierin een internationale pionier, want Bloom was TV’s First Nude, zo stelde Playboy. In Nederland doorbrak de film Turks Fruit (1973), gebaseerd op de roman van Jan Wolkers, de laatste bloottaboes op de vaderlandse buis. De introductie van de pil in Nederland in 1964 en de acties van de Dolle Mina’s voor gelijke vrouwelijke rechten op seksueel gebied – ‘baas in eigen buik’ –, leidden tot een grotere vrouwelijke onafhankelijkheid en leidden uiteindelijk ook specifieke wetgeving. In 1984 kwam de Wet afbreking zwangerschap (1984) tot stand, die abortus legaliseerde.
En in 2001 pionierde Nederland door als eerste land ter wereld het homohuwelijk te bekrachtigen, waarbij ook vrouwen die bij elkaar het geluk hadden gevonden mochten trouwen.
Bronnen ▼
– Pieter Stokvis, Het intieme burgerleven. Huishouden, huwelijk en gezin in de lange negentiende eeuw(Amsterdam 2005) 188-189 [citaat].
– Han Lörzing, Mijn generatie. Een ode aan de babyboomer (Amsterdam 2015) 231-241.
– Eva Renzman, ‘Vrouwen in de jaren vijftig’, Historisch Nieuwsblad 5 (2003), via https://www.historischnieuwsblad.nl/nl/artikel/41257/vrouwen-in-de-jaren-vijftig.html