Koning Willem-Alexander heeft vrijdag in het Noord-Brabants Museum in Den Bosch een grote tentoonstelling over Jeroen Bosch geopend. De tentoonstelling, getiteld ‘Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie’, is georganiseerd naar aanleiding van de vijfhonderdste sterfdag van de kunstenaar en bevat onder meer nieuwe ontdekkingen en gerestaureerde schilderijen die niet eerder in Nederland te zien waren.
Kenmerkend voor Jeroen Bosch zijn de duivelse figuren, monsters, engelen en heiligen die zijn tekeningen en panelen bevolken. Zijn karakteristieke werk, vol illusies en hallucinaties, wonderlijke gedrochten en nachtmerries, verbeeldt de grote thema’s van zijn tijd: verleiding, zonde en rekenschap. Werkend in de periode rond 1500, de overgang tussen middeleeuwen en renaissance, weerspiegelen Bosch’ schilderijen en tekeningen de relatie tussen de mens, zijn omgeving en zijn Schepper. Zijn werk kreeg veel navolging..
Het idee voor de expositie ontstond in 2001. Na het zien van een Bosch-tentoonstelling in Rotterdam opperde de Bossche burgemeester Ton Rombouts dat het mooi zou zijn als ’s-Hertogenbosch “zijn grootste zoon in 2016”, bij gelegenheid van diens vijfhonderdste sterfjaar, zou eren met een grote overzichtstentoonstelling in Het Noordbrabants Museum. Aanvankelijk werd er sceptisch gereageerd. In ’s-Hertogenbosch bevonden zich immers geen werken van Jeroen Bosch die bij onderhandelingen met andere musea als tegenbruikleen konden dienen.
In 2007 presenteerden de Nijmeegse hoogleraar kunstgeschiedenis en Bosch-specialist Jos Koldeweij en Charles de Mooij, directeur van Het Noordbrabants Museum, een origineel voorstel aan het Bossche gemeentebestuur. Hun voorstel was om vanuit ’s-Hertogenbosch te investeren in onderzoek en behoud van de artistieke nalatenschap van Jheronimus Bosch – het Bosch Research and Conservation Project – en daarmee collega-musea over te halen om mee te werken aan een tentoonstelling in 2016.
Groot onderzoek
Vanaf 2008 bezocht De Mooij de desbetreffende musea in de Verenigde Staten en Europa om hun medewerking aan het onderzoek te vragen. In 2009 werd door de stichting Jheronimus Bosch 500, Radboud Universiteit Nijmegen en Het Noordbrabants Museum de stichting Bosch Research and Conservation Project in het leven geroepen, gericht op de bestudering en zo nodig de restauratie van de door Jheronimus Bosch nagelaten schilderijen en tekeningen. Een jaar later startte tenslotte het interdisciplinair onderzoeksteam. In de jaren hierna werden vrijwel alle schilderijen en tekeningen van Bosch onderzocht, daarbij gebruikmakend nieuwe technieken.
De activiteiten van het onderzoeksteam kregen wereldwijd veel aandacht. Onder meer dankzij de gebruikte technieken, maar vooral ook door restauraties en enkele toeschrijvingen en ontdekkingen. Ter voorbereiding op de expositie werden negen door Bosch vervaardigde schilderijen gerestaureerd. De tentoonstelling in ’s-Hertogenbosch is de eerste gelegenheid waarbij deze werken weer aan het publiek worden getoond.
Groot deel oeuvre te zien
Het onderzoeksteam heeft uiteindelijk 24 schilderijen en 20 tekeningen als eigenhandige werken van Bosch aangemerkt. Op de
tentoonstelling zijn daarvan 17 schilderijen en 19 tekeningen te zien zijn. Daaronder zijn ook twee nieuwe ontdekkingen die recent in het nieuws kwamen: de tekening ‘Hellelandschap’, afkomstig uit een Belgische privéverzameling, en het schilderij ‘De verzoeking van de heilige Antonius’ uit het Nelson-Atkins Museum of Art in Kansas City.
De tentoonstelling laat daarnaast een zestal schilderijen zien die volgens de onderzoekers werden vervaardigd door medewerkers van Jeroen Bosch, in zijn werkplaats aan de Bossche Markt. Ook worden objecten getoond die een beeld schetsen van de culturele context waarin Bosch’ werken tot stand kwamen, zoals zeldzame vijftiende- en zestiende-eeuwse manuscripten, gedrukte boeken, grafiek, sculptuur, geelgieterswerk en edelsmeedkunst.
De tientallen bruiklenen komen uit bekende Europese en Amerikaanse musea. Daaronder bevinden zich het beroemde ‘Hooiwagentriptiek’ uit het Prado in Madrid, ‘Het narrenschip’ uit het Musée du Louvre in Parijs en de ‘Vier Visioenen van het Hiernamaals’ van Gallerie dell’Accademia/Palazzo Grimani (Venetië).
Hereniging
Dankzij de expositie worden verscheidene verspreid geraakte werken weer tijdelijk herenigd. Zoals bij meerdere triptieken van Jeroen Bosch het geval is, viel bijvoorbeeld ook zijn zogeheten ‘Landlopertriptiek’ in de loop der eeuwen uiteen. De luiken werden verzaagd en kwamen terecht in vier verschillende museale collecties; het middenpaneel ging verloren. De voor- en keerzijde van de luiken werden losgezaagd. Een daarvan kreeg een nieuwe vorm: het achthoekige schilderij ‘De landloper’ dat tegenwoordig deel uitmaakt van de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Dit schilderij werd voor de tentoonstelling herenigd met de andere fragmenten: ‘Het narrenschip’ (Louvre), ‘Allegorie op Gulzigheid en Lust’ (Yale University Art Gallery) en ‘De Dood en de vrek’ (National Gallery of Art, Washington).
Thema’s
Bezoekers worden aan de hand van zes thema’s door de tentoonstelling geleid: Levenspelgrimage, Bosch in ’s-Hertogenbosch, Het leven van Christus, Bosch als tekenaar, Heiligen en Het einde der tijden.
Over belangstelling heeft het museum niet te klagen. De opening werd verricht door koning Willem-Alexander en in de voorverkoop werden er al 100.000 entreebewijzen verkocht.
- Boek bij de tentoonstelling: Jheronimus Bosch – Visioenen van een genie
- Lees ook: Welkom in de ‘Tuin der Lusten’
- Eerdere berichten over Jeroen Bosch