Hades is in de Griekse mythologie de god van de dood en de onderwereld. Zijn naam wordt ook vaak gebruikt om de onderwereld – ook wel schimmenrijk genoemd – mee aan te duiden. Hij is tevens de god van rijkdom en kostbare metalen, omdat deze diep onder de aarde verborgen liggen. Het Romeinse equivalent van de godheid is Pluto.

De god van de onderwereld heeft altijd een sleutel bij zich, die aangeeft dat hij waakt over zijn onderdanen en niet zomaar iemand uit het dodenrijk laat ontsnappen. De oude Grieken waren erg bang voor de god en baden geregeld dat ze zijn gezicht nooit zouden hoeven te zien. Anders dan bijvoorbeeld de duivel in het christendom, beschouwen ze hem echter niet als een kwade macht. Er zijn vrij weinig standbeelden van Hades gemaakt. Mensenoffers werden in het oude Griekenland vrijwel nooit gebracht. Alleen aan Hades werden zo nu en dan mensen geofferd.
De oude Grieken geloofden dat Hades alleen doden accepteerde die door zijn of haar nabestaanden zorgvuldig waren afgelegd en ter aarde besteld. Was niet aan die voorwaarden voldaan dan kreeg de overledene geen toegang tot de onderwereld en was zijn ziel (psyche) gedoemd eeuwig rusteloos rond te dolen tussen leven en dood. De Grieken hechtten om die reden veel waarde aan rituelen na het overlijden.
Een van Hades’ bijnamen is ‘de onzichtbare’. Dankzij een helm die hij ooit van de cyclopen kreeg, kan de god zich namelijk onzichtbaar maken. Ook wordt hij wel eens Polydegmon genoemd, wat zoveel betekent als ‘ontvanger van vele gaven’. Hades dankt deze naam aan de vele gestorvenen die in zijn rijk verblijven.
Cerberus en Charon

Hades en Persephone

Zeus besluit de rouwende godin op een dag te hulp te schieten. Hij gebiedt zijn broer Hades om Persephone aan haar moeder terug te geven zodat er weer een goede oogst komt. Hades stemt toe, maar voordat Persephone vertrekt laat hij haar van een granaatappel eten. Persephone eet in totaal zes granaatappelpitjes. Voor elke pit die ze heeft gegeten moet Persephone voortaan een maand naar hem terugkeren. Zo gebeurt het dat ze elk jaar in de lente en een deel van de zomer, het groei- en bloeiseizoen, bij haar moeder is om daarna weer terug te keren naar Hades en de onderwereld. De mythe van Demeter, Hades en Persephone wordt zo gezien als een Griekse verklaring voor het ontstaan en voortduren van de seizoenen.
In de Griekse mythologie is Persephone de godin van het dodenrijk. De granaatappel staat symbool voor vruchtbaarheid (vanwege de vele zaden) maar ook voor de dood vanwege de rode kleur van het binnenste van de vrucht.
- Ook interessant: Persephone – Godin van de onderwereld
- Overzichtspagina: Griekse mythologie
- Boek: Mythen, legenden, vertellingen : een cultuurhistorische reis langs wereldmythen en legenden
