In de Griekse mythologie is Demeter de godin van graan, landbouw en de gewassen, maar ook van burgerlijke orde en landleven. Ze is de dochter van Cronus en Rhea. Samen met haar geliefde Zeus (tevens haar broer) is ze één van de twaalf bewoners van de berg Olympus.
De Grieken stelden Demeter haar vaak gelijk aan Rhea en zelfs aan Gaea (moeder aarde) vanwege haar grote invloed op de vruchtbaarheid van het land.
Hoewel Demeter behoort tot de twaalf Olympiërs bezoekt ze de berg van de goden niet vaak. Liever bevindt ze zich op het land. In veel mythologische verhalen komt Demeter dan ook niet voor. Wel was ze geliefd bij de andere goden. Zeus heeft een oogje op zijn zus en verwekt ook een dochter bij haar: Persephone, de godin van het dodenrijk. De zeegod Poseidon, eveneens een broer van de godin, verwekt bij haar Areion. Verder baarde zij nog de zonen Ploutos en Philomelus door Iasion.
De godin Demeter is volgens de Griekse mythologie indirect ook verantwoordelijk voor het ontstaan van de seizoenen. Hoe dat zit lees je hier.
Het eiland Sicilië en de landstreek Attica werden als Demeters woonplaatsen gezien. Op Sicilië ging de godin vaak gekleed in een zwart gewaad. Ze werd ook wel aangeroepen als de goddelijke moeder.

Offers voor Demeter
Tijdens de lente werden vaak zwijnen of varkens aan haar geofferd. Enerzijds omdat deze dieren bekend staan als zeer vruchtbare dieren en anderzijds omdat ze vaak schade aan jonge gewassen toebrengen. Ook vruchten, honing en honingraten werden aan de godin geofferd.