Dark
Light

Athene: is de stad naar de godin genoemd of omgekeerd?

4 minuten leestijd
Athene met in het midden de Akropolis
Athene met in het midden de Akropolis (CC0 - Pixabay - nimrodins)

De meeste mensen hebben het vermoedelijk nog altijd als vaststaand feit in hun hoofd: de Griekse hoofdstad is genoemd naar de godin Athene (of Athena). Waarschijnlijker is echter het omgekeerde: de godin dankte haar naam aan de stad.

Kekrops
Kekrops
In de Griekse mythologie is het een mooi verhaal. Zoals wel vaker gebeurde, raakten twee goden met elkaar in competitie. Ditmaal ging het om de vraag wie de centrale godheid zou worden in de Griekse streek Attica. Poseidon, de god van de zee, stond daarbij tegenover Athene, de godin van de wijsheid. Ze spraken af een wedstrijd te houden wie het nuttigste geschenk kon geven aan de inwoners van een nog naamloze stad in Attica. Samen wezen ze een scheidsrechter aan: Kekrops, de mythologische koning van Attica en stichter van die naamloze stad.

Deze Kekrops was een bijzonderheid op zich. Hij was uit de aarde geboren en daarmee letterlijk αυτοχθων (autochthoon) = uit het land zelf geboren, inheems. Voorts was hij half mens en half slang. Zijn naam zou (met een knipoog) zijn afgeleid van het woord ‘kerkops’: ‘degene met een staart’. Verteld werd dat hij de eerste was die oppergod Zeus bij diens naam noemde, dat hij de eerste was die een standbeeld voor godin Athene liet oprichten, verder de eerste die in de gaten had dat mensen zowel vaders als moeders hebben en de eerste die het monogame huwelijk invoerde.

Nu dan de wedstrijd. Poseidon sloeg met zijn drietand op de rots die we nu nog kennen als de Akropolis en zie: er ontstond een bron – een met zout water, Poseidon was immers de god van de zee. Volgens een andere versie liet hij een paard uit de aarde komen. Athene op haar beurt plantte de eerste olijfboom. Kekrops gaf aan die boom de voorkeur en Athene won dus de wedstrijd. De stad werd naar haar vernoemd en zij werd de beschermvrouwe van de stad en van de streek Attica.

Later bouwden de Atheners voor hun beschermgodin op de Akropolis de reusachtige tempel Parthenon. Daarin werd een twaalf meter hoog, door Phidias gemaakt beeld van haar geplaatst, compleet met helm, speer en ‘aegis’, het ‘schrik verspreidende’ schild. De dichters Hesiodos en Homeros noemden haar vaak Pallas Athèna. Wat Pallas betekent, is niet helemaal zeker. Het is wel uitgelegd als ‘meisje, maagd’ (de godin Athene had geen kinderen), maar ook als ‘de lanszwaaiende’, een symbolische voorstelling van Athenes macht over de bliksem.

Athene afgebeeld in volle wapenrusting, met rechts van haar Ajax en links een Trojaan.
Athene afgebeeld in volle wapenrusting, met rechts van haar Ajax en links een Trojaan. (Publiek Domein – wiki)

De naam van de stad

Tot zover de mythologie, volgens welke dus de stad is genoemd naar de godin. Maar nu de wetenschap. Moderne wetenschappers menen dat het meer voor de hand ligt dat de godin naar de stad is genoemd – al zijn er daarvoor wél aanwijzingen, maar geen spijkerhard bewijs.

In ouder Grieks, bij Homeros bijvoorbeeld, werd de stad Athènè genoemd. Ook andere plaatsnamen hadden dat achtervoegsel -ènè. Denk bijvoorbeeld aan Pallènè, Troizèn(è), Messènè, Mukènè en Kyrènè. Het achtervoegsel -ènè was bij plaatsnamen vrij gebruikelijk, maar bij persoonsnamen (ook die van goden) allerminst. Dit is het voornaamste argument voor de aanname dat de godin naar de stad is genoemd.

Marmeren beeld van Athene, te zien in het Louvre in Parijs. Dit is een Romeinse kopie van een Grieks origineel uit de vier eeuw voor Christus.
Marmeren beeld van Athene, te zien in het Louvre in Parijs. Dit is een Romeinse kopie van een Grieks origineel uit de vier eeuw voor Christus. (Publiek Domein – wiki)
Later, in het Attisch-Grieks van de klassieke hoogtijdagen, werd de stad Athènai genoemd, een meervoudsvorm. Dat is wel verklaard door erop te wijzen dat de stad is ontstaan door het aan elkaar groeien van meerdere kleine nederzettingen die rond de Akropolis lagen. Ook is de overeenkomst te berde gebracht met namen van andere Griekse steden die een meervoudsvorm hadden: Thèbai (Thebe) en Mukènai (Mycene, na het eerdere Mukènè).

De eerste keer dat de godin in geschreven tekst opdook, was overigens op het eiland Kreta. Daar is in het paleis van Knossos een kleitablet met Lineair B-schrift gevonden met de vermelding ‘Atana Potinija’. Opmerkelijk is dat zeshonderd jaar later Homeros vrijwel dezelfde woorden gebruikte: ‘Potnia Athènaia’ en ‘Potni Athana’. Over de vertaling van dat ‘Atana Potinija’ in het Lineair B zijn wetenschappers het niet helemaal eens. Volgens de een kan het zowel ‘vereerde Atana/Athèna’ betekenen als ‘vereerde (godin) van Athèna’. De ander kiest voor ‘Meesteres van At(h)ana’. Als de sterk overeen komende vertalingen ‘vereerde (godin) van Athèna’ en ‘Meesteres van At(h)ana’ juist zijn, dan zijn ook dat aanwijzingen dat de godin naar de stad is genoemd en niet andersom.

Aardig is overigens dat de stad dus eerst Athènè werd genoemd en vervolgens in de klassieke periode de meervoudsvorm Athènai kreeg, waarna in de middeleeuwen het enkelvoudige Athèna gebruikelijk werd. Na de stichting van de moderne Griekse staat in 1832 ontfermde het Katharevousa zich over de naam. Dat Katharevousa was voor de geschreven taal een wat conservatief compromis tussen het toenmalige en het antieke Grieks. De hoofdstad ging weer door het leven als Athènai (meervoudsvorm). Dat duurde tot het Katharevousa in de jaren zeventig van de twintigste eeuw werd afgeschaft. Sindsdien heet de stad officieel Athèna (spreek uit: Athina, want de letter η (èta) wordt in het moderne Grieks niet meer uitgesproken als è maar als i).

Bronnen â–¼

-Dr. H.J.M. Broos: Kleine Griekse mythologie. (Groningen 1967)
-Walter Burkert: Greek Religion. (Cambridge, Massachusetts 1985)
-Karl Kerényi: The Gods of the Greeks. (Londen 1951)
-T.T. Kroon: Mytholgisch woordenboek. (’s-Gravenhage 1875)
-Panos Valavanis: The Acropolis through its museum. (Athene 2014)

Ronald Frisart (1955) werkte in loondienst 42 jaar als journalist, soms regionaal, maar vooral op de gebieden binnenland, buitenland en economie. Eerst voor het ANP, daarna voor (combinaties van) Haarlems Dagblad/IJmuider Courant, Leidsch Dagblad, De Gooi- en Eemlander en Noordhollands Dagblad. Ook werkte hij nu en dan voor de regionale krantenclub Gemeenschappelijke Persdienst (GPD), zoals in 1997/1998 als correspondent in Indonesië. Foto: Douwe van Essen

Gerelateerde rubrieken:

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×