Harold II Godwinson was de laatste Angelsaksische koning van Engeland, die in 1066 sneuvelde tijdens de Slag bij Hastings tegen Willem de Veroveraar. Hij regeerde slechts enkele maanden, van 9 januari tot 14 oktober 1066.

De familie kwam echter in conflict met de kinderloze koning toen deze liet weten dat de Normandische hertog Willem I de Veroveraar hem op moest volgen. Graaf Godwin was hier fel op tegen waardoor een conflict ontstond. Uiteindelijk werd Godwin met zijn familie verbannen.
Door een schipbreuk was Harold II in handen gevallen van Willem I de Veroveraar. In deze periode zou hij tegenover de Normandiër hebben gezworen dat hij zijn rechten op de Engelse troon liet varen. Nadat Eduard de Belijder in 1066 was overleden liet Harold II zich toch tot koning van Engeland kronen.

Lang heerste hij niet. Hertog Willem I de Veroveraar was woedend over de gepleegde meineed en reisde met een troepenmacht naar Engeland. September 1066 viel hij binnen. Harold II van Engeland had daarnaast ook te kampen met een Noorse aanval. De Noorse koning Harold III van Noorwegen (ook wel: Harald Hardrada) maakte eveneens aanspraak op de Engelse troon en landde met een grote invasiemacht in Noord-Engeland. Na enkele Noorse overwinningen werden de Noren tijdens de Slag van Stamford Bridge echter verslagen. Voor Harold II van Engeland waren de moeilijkheden toen echter nog niet voorbij. Hij trok met zijn leger zuidwaarts en trof op 14 oktober in de Slag bij Hastings het leger van Willem I de Veroveraar. Harold II werd verslagen door het Normandische leger en sneuvelde in de strijd. De eerste grote overwinning in de Normandische verovering van Engeland.
Harald II werd als koning opgevolgd door Willem I de Veroveraar.