De monotheïstische religies jodendom, christendom en islam staan bekend als ‘religies van het boek’. De heilige geschriften staan centraal in deze wereldreligies: de Tanach, Bijbel en Koran. In Museum Catharijneconvent is tot 8 januari 2017 de tentoonstelling Heilige schrift te zien, waar deze drie geloven en hun schrifttradities uitgestald worden. Bij de tentoonstelling is een mooi vormgegeven boek verschenen: Heilig schrift. Tanach, Bijbel, Koran (WBooks, 2016), onder redactie van Mischa Leeflang en Kees van Schoten.
De tentoonstelling en het boek Heilig schrift zijn de resultaten van een samenwerkingsproject van Museum Catharijneconvent en de Universiteitsbibliotheek Utrecht. Deze instanties werkten eerder al samen in drie andere projecten. In 2009 organiseerden ze de expositie “Beeldschone boeken. De middeleeuwen in goud en inkt”, gevolgd door “Hemelse ontdekkingen” in 2012 en de organisatie van het “Utrechts Psalter” – over een middeleeuws psalmboek – in 2015.
Inleiding en opbouw Heilig schrift
In een korte inleiding over de ‘Religies van het boek’ gaat Mischa Leeflang in op de interactie en de belangrijkste overeenkomsten tussen jodendom, christendom en islam. Alle drie zijn ze gebaseerd op heilige teksten (Tanach, Bijbel, Koran) en monotheïstisch: in hun geloof staat één God centraal.
Ook kennen de drie religies Abraham als belangrijke religieuze voorvader. En verder hebben uiteenlopende interpretaties van de als heilig beschouwde teksten geleid tot allerlei afsplitsingen en groeperingen. Vertalingen zijn in dit proces – met name binnen jodendom en islam – cruciaal geweest, omdat daarover talloze interpretaties en opvattingen bestaan. Leeflang:
“Bij het jodendom en de islam speelt de oorspronkelijke taal een grotere rol dan bij het christendom. Binnen het jodendom en de islam wordt aan een vertaling over het algemeen niet dezelfde waarde gehecht als aan de oorspronkelijke tekst. In vertalingen van de joodse en islamitische heilige geschriften wordt tot op de dag van vandaag vaak de oorspronkelijke tekst naast de vertaling opgenomen.” (14)
Na Leeflangs inleiding volgt per religie een afzonderlijk essay, gevolgd door een bijdrage over de samenstelling van de heilige boeken. Ten slotte bevat Heilig schrift een uitgebreide tentoonstellingscatalogus – met prachtige kleurenfoto’s en korte begeleidende teksten – , die de helft van het boek beslaat. Voor degenen die de tentoonstelling hebben bezocht, biedt dit een mogelijkheid deze nog een keer te herbeleven.
Tekstversieringen en afbeeldingen
De drie essays besteden aandacht aan de vormgeving van de heilige teksten, zoals het gebruikte materiaal (boekrol, boekwerk, gedecoreerde boekbanden, etc.), middeleeuwse micrografie (kleinschrift), geometrische tekstversieringen en kalligrafie.
Is deze aandacht voor opmaak en beeldende vormgeving in het geval van bijvoorbeeld de Tanach niet in strijd met, zo vraagt Edward van Voolen zich in het eerste essay af, het tweede gebod: ‘Maak geen godenbeelden, geen enkele afbeelding van iets dat hierboven in de hemel is…’ (Exodus 20:4, Deuteronomium 5:8)? Nee, legt de auteur uit:
“Op het eerste gezicht, letterlijk geïnterpreteerd, lijkt dit [gebod] inderdaad alle vormen van afbeeldingen of beeldende kunst te verbieden. Sommigen zien er zelfs een aversie tegen afbeeldingen in: joden zouden meer hebben met het woord dan met het beeld. Maar dit is te kort door de bocht. Een absoluut verbod op het maken van afbeeldingen heeft alleen betrekking op de aanbidding van afgoden, zoals staat in de meteen daaropvolgende zin: ‘Kniel voor zulke beelden niet neer!’ (Exodus 20:4). Er is dus geen verbod tegen het maken van voorwerpen binnen de contact van de joodse eredienst.” (20,21)
Joodse heilige teksten naast de Tanach
Naast de Tanach (het Oude Testament), zijn de rabbijnse literatuur – met de Talmoed als encyclopedische basis – en de kabbala (overgeleverde teksten) belangrijke spirituele fundamenten van het jodendom. De kabbala grijpt terug op Bijbelse en vroegjoodse mystiek, met als uitgangspunt het ervaarbaar maken van God voor de mens.
Andere centrale teksten binnen het jodendom zijn gebedenboeken, die ook als heilige teksten beschouwd worden omdat ze Gods naam bevatten, en de zogenoemde haggada, het draaiboek voor de Sederavond aan het begin van het joodse Paasfeest (Pesach). Sinds de Middeleeuwen worden deze haggada’s versierd met fraaie tekeningen. De boekdrukkunst maakte namelijk tekst én afbeeldingen voor een groot publiek toegankelijk. Tot de bekendste gedrukte haggadots behoren die van Amsterdam (1695/1712) en Kopenhagen (1739).
Sola scriptura
In het tweede essay van Tanja Kootte en Casper Staal komt het contrast uit de verf over de andere omgang van katholieken en protestanten met de Bijbel. Waar de protestanten naar het parool van reformator Maarten Luther (1483-1546) ‘sola scriptura’ de bijbel een centrale plek in de eredienst gaven en in de eigen taal van het kerkvolk vertaalden, was dit bij de katholieken anders. Bij de katholieken stond naast de Bijbel ook de traditie centraal: pauselijke uitspraken hadden binnen de liturgie en het geloofsleven een gelijkwaardige status als de Bijbel.
In de Rooms-Katholieke Kerk duurde het vier eeuwen langer tot de liturgie (deels) in de volkstaal werd omgezet. Tot het Tweede Vaticaanse Concilie (1962-1965) werd de mis (die nu eucharistieviering ging heten) in het Latijn gevierd en had de Bijbel als tekst slechts een marginale rol in de eredienst, maar na het concilie veranderde dit:
“Zo wordt de Bijbel een veel ruimere plaats in de liturgie gegeven. ‘Om aan de gelovigen een rijker voedsel van Gods woord te bereiden, moeten de schriften van de Bijbel wijder worden opengesteld. Zodat binnen een bepaald aantal jaren de hoofdzaak van de Heilige Schrift aan het volk wordt voorgelezen.’, zo stond in het conciliedocument.” (40)
Koran
De teksten in de Koran – opgedeeld in 114 hoofdstukken – hebben, zo lezen we in het laatste essay, een ritmische opbouw, zodat ze gemakkelijker te onthouden en reciteren zijn. Afgeleid van de wens om de Koran zo mooi mogelijk weer te geven, speelt de kalligrafie binnen de islamitische teksttraditie een belangrijke rol. Kalligrafie…
“…groeide uit tot een van de edelste van alle kunsten in de islamitische wereld. In de loop der eeuwen ontstonden vele scholen. De belangrijkste verdeling is in hoekig schrift, Koefisch, de oudste schriftvorm, en cursief schrift, dat tegenwoordig verreweg het meest voorkomt…” (49)
Net als de joodse kabbala kent de islamitische mystiek, het soefisme, een uitgebreide traditie van eigen taal en tekens. In deze traditie wordt aan iedere losse letter een bijzondere mystieke kracht toegekend.
De auteur van het essay over de islam, Charlotte Huygens, gaat verder nog in op de rol van de hadith (‘vertelling’), dat het leven van Mohammed uitgebreid beschrijft. Verder komen onderwerpen aan bod zoals de codificatie (opschriftstelling) van de Koran en het vermeende islamitische beeldverbod.
Al met al, zo concludeert Bart Jaski in de slotbijdrage, vertoont de samenstelling van de Tanach, de Bijbel en de Koran de nodige overeenkomsten. Ze drinken uit dezelfde bron en onderling was er sprake van een sterke kruisbestuiving. Ook is in alle drie religies op initiatief van religieuze leiders sprake geweest van redactionele activiteiten en van onvermijdelijke fouten bij het kopiëren van de teksten in de tijd voor de uitvinding van de boekdrukkunst.
Boek: Heilig schrift. Tanach, Bijbel, Koran – Micha Leeflang