Het fenomeen waarbij een persoon of organisatie steeds meer aanhang krijgt, doordat nieuwe volgers op hun beurt ook weer hun eigen aanhang meenemen, wordt ook wel aangeduid als het zwaan-kleef-aan-effect. De groep blijft groeien.
De vrij bekende aanduiding is terug te voeren op een oud sprookje uit Duitsland. Een bekende versie hiervan werd halverwege de negentiende eeuw opgenomen in een sprookjesverzameling van de gebroeders Grimm. In deze originele versie is echter sprake van een gouden gans en dus niet van een zwaan. In ons taalgebied is vooral de zwanen-versie bekend, waardoor dus ook de uitdrukking zwaan-kleef-aan gemeengoed werd. Van het sprookje zijn uiteenlopende versies in omloop. Een bekende variant gaat ongeveer als volgt:
“Er was eens een arme boer met drie zonen. De jongste, Adriaan, werd door zijn twee oudere broers vaak uitgelachen en “Domme” genoemd, terwijl hij eigenlijk vrij zachtaardig en behulpzaam was. Op een dag ging de oudste broer hout hakken in het bos, met een bijl en een stuk koude pannenkoek. Onderweg vroeg een oud, hongerig mannetje om een stukje pannenkoek, maar de broer weigerde. Terwijl hij hakte, verwondde hij zichzelf en moest terug naar huis.
De tweede broer ging daarna het bos in, maar ook hij weigerde het mannetje iets te geven en raakte gewond. Toen Adriaan aan de beurt was, gaf hij het oude mannetje meteen zijn hele pannenkoek. Het mannetje, dankbaar voor de gulheid van de jongen, wees Adriaan vervolgens een boom aan om om te hakken. Onder deze boom vond de jongen vervolgens een gouden zwaan, die volgens het mannetje geluk zou brengen.
Adriaan nam de zwaan mee en overnachtte in een herberg. De knecht en de meid probeerden ’s nachts veren van de zwaan te stelen, maar zodra ze hem aanraakten, zaten ze vast. De volgende ochtend nam Adriaan de zwaan opnieuw mee, met de knecht en meid eraan vast. Onderweg bleven meer mensen aan de zwaan kleven, zoals een schoorsteenveger en zelfs de burgemeester.
Toen Adriaan hoorde dat de koning zijn dochter, die nog nooit had gelachen, zou uithuwelijken aan degene die haar kon laten lachen, ging hij naar het paleis. De prinses barstte in lachen uit bij het zien van de bizarre stoet. De koning hield zijn belofte en Adriaan trouwde met de prinses. De mensen die vastzaten, kwamen na het bruiloftsfeest eindelijk los van de bijzondere zwaan. En Adriaan, de zogenaamd ‘domme zoon’, leefde nog lang en gelukkig met zijn prinses.
Bronnen â–¼
-https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen/zwaan-kleef-aan