De sarcofaag hierboven werd in 1923 ontdekt in een van de Fenicische koningsgraven in de Libanese havenstad Byblos. Om precies te zijn: Graf 5. De sarcofaag is nu te zien in het Nationaal Museum in Beiroet, maar wie dat te ver vindt, kan een mooie replica zien in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.
De sarcofaag is uit één steen gehouwen en versierd met leeuwenkoppen op de onderste hoeken en de deksel. Aan de korte kanten staan klaagvrouwen. We zien de overledene zitten op een prachtige troon: het is de koning van Byblos, die een defilé van onderdanen ontvangt, dat beide lange zijkanten beslaat.
De armsteunen van zijn zetel hebben de vorm van een gevleugelde sfinx, een motief dat we ook kennen uit Megiddo. De voorwerpen die daar zijn gevonden, zijn overigens ouder dan in Byblos. Ze komen uit de Late Bronstijd. Daaruit volgt vrijwel zeker dat ook de sarcofaag in Graf 5 uit die tijd stamt en daarvoor zijn wel meer aanwijzingen.
Dit museumstuk is vooral zo bijzonder doordat er een inscriptie op staat, de oudst-bekende tekst is in het Fenicische alfabet. Op de deksel staat (vertaling: Edward Lipiński):
Sarcofaag die Itto-Ba’al, zoon van Ahirom, koning van Byblos, voor zijn vader heeft gemaakt toen hij hem in het eeuwig huis heeft weggezet.
Ahirom moet hebben geleefd in de tiende eeuw v.Chr. Hij was een tijdgenoot van koning David, van diens zoon Salomo en van koning Hiram van Tyrus. Maar de decoratie dateerde dus uit een eerdere tijd. De verklaring is dat de sarcofaag is gerecycled: Itto-Ba’al heeft zijn vader begraven in een ouder graf. Dat is overigens niet ongebruikelijk; we kennen het gebruik ook uit de Koninklijke Graven van Sidon.
Het heeft er de schijn van dat Ahirom een usurpator was, want de naam van zijn vader was blijkbaar niet vermeldenswaard – dus geen koning. Ahiroms zoon Itto-Ba’al lijkt te zijn afgezet, want zijn graf is niet bekend. Het waren onrustige tijden, zoveel is duidelijk.
Op de deksel staat een vloekformule.
Zou een koning onder de koningen of een voogd onder de voogden of de bevelhebber van een leger tegen Byblos oprukken en deze sarcofaag onthullen, moge de scepter van zijn heerschappij ontrukt worden, moge de troon van zijn koningschap omgeworpen worden en moge de vrede uit Byblos wegvliegen. En wat hem betreft, moge zijn inschrift met de scherpte van het zwaard uitgeveegd worden.