Het Zuider Volkshuis in Rotterdam Vreewijk

De Brink 100 jaar
2 minuten leestijd
Bouw van het Zuider Volkshuis in Rotterdam (Archief auteur)
Bouw van het Zuider Volkshuis in Rotterdam (Archief auteur)

Omstreeks 1900 was de binnenstad van Rotterdam opeengepakt met zo’n 300.000 mensen. Ze woonden veelal in nauwe stegen met grote gezinnen in kleine huizen, waar vaak geen riolering was. Om deze slechte en ongezonde woonomstandigheden te verbeteren kwam er in 1901 de Woningwet. Hierbij kwam er ook geldelijke steun voor volkshuisvesting.

Met behulp van deze financiële faciliteiten werd door 22 Rotterdamse notabelen een Stichting opgericht: NV Maatschappij voor Volkshuisvesting Vreewijk. Met als doel

”het stichten en exploiteren van een of meer tuindorpen, bijzonderlijk ten behoeve van de minder gegoede bevolkingsklasse”.

Tuindorp Vreewijk verrees in de loop der tijd ten zuiden van de bestaande bebouwingen in Rotterdam-Zuid. Zo’n tuinstad moest zelfvoorzienend zijn met goede woningen, winkels, scholen en mogelijkheden voor sociale en culturele activiteiten. Voor dit laatste werd het Zuider Volkshuis gebouwd. Op 2 november 1918 werd het Volkshuis officieel geopend. Het huis kwam onder leiding van mejuffrouw Lucy Havelaar te staan, die zich geheel belangeloos aan het werk van ontwikkeling, beschaving en ontspanning wijdde. Het doel van Het Zuider Volkshuis werd omschreven als:

‘Zij wenscht de ontwikkeling en beschaving en het levensgeluk te bevorderen en meent, dat voor het verkrijgen van het laatste de bereiking een zekere mate van ontwikkeling en beschaving noodig is, waartoe zij cursussen en tentoonstellingen op allerlei gebied en voordrachten houdt, muziek en zand bevordert, huishoudonderwijs geeft, concerten, enz..’

Deze doelstellingen waren in feite zeer vooruitstrevend, in een tijd waar de ‘gewone man’ lange werkdagen moest maken en met denkbeelden als ‘Arbeid Adelt’.

Zuider Volkshuis anno 2018 (Foto Marian Groeneweg)
Zuider Volkshuis anno 2018 (Foto Marian Groeneweg)

Boekencensuur

Om aan deze doelstellingen te voldoen werden ook een bibliotheek, leeszaal en school opgenomen in Het Zuider Volkshuis. Er was al direct gestart met een bewaarschooltje met een Fröbel- en een Montessoriklas en een jaar later een filiaal van de gemeentelijke bibliotheek. In deze bibliotheek had mejuffrouw Hillebrand de leiding. Een zeer strenge juffrouw, die keek of je wel schone handen had en of je de boeken wel netjes aangaf. Zij bepaalde ook wat de (jonge) lezers wel of niet mochten lezen; ware censuur dus.

Burgerlijke ongehoorzaamheid

Het Zuider Volkshuis in Rotterdam (Foto Marian Groeneweg)
Het Zuider Volkshuis in Rotterdam (Foto Marian Groeneweg)
Omdat vele bezoekers lid waren van de SDAP (Sociaal-Democratische Arbeiderspartij), werd het Volkshuis getypeerd als ‘Rood nest’.

Bijzonder in de geschiedenis van Het Zuider Volkshuis was de burgerlijke ongehoorzaamheid tijdens de Tweede Wereldoorlog. De Duitse bezetter had namelijk een aantal wetten uitgevaardigd, die door het Volkshuis systematisch werden onderdoken. Bijvoorbeeld het bordje ‘Verboden voor Joden’ werd nooit opgehangen, ‘foute’ bezoekers werden geweerd en leden van de verboden A.J.C. (Arbeiders Jeugd Centrale) werden gewoon toegelaten. In die tijd nam het bezoek aan het Volkshuis ook sterk toe.

In 1959 hield het Zuider Volkshuis officieel op te bestaan en werd deze omgevormd tot De Brink. Een nieuwe koers met meer democratie, medezeggenschap en medeverantwoordelijkheid. De focus kwam toen meer te liggen op de opvang van, met name in de jaren zestig, de opstandige jeugd. In 1962 werd er een jeugdsociëteit geopend.

In de jaren zeventig-tachtig was de landelijke trend om zorg en welzijn door professionals te organiseren en werd De Brink meer een buurtgebonden instelling. Tegenwoordig wordt De Brink ‘Het Huis van de Wijk’ genoemd.

~ Marian Groeneweg

Overzicht van boeken over de geschiedenis van Rotterdam

0
Reageren?x
×