Hoe de Joodse gemeenschap uit Scheveningen verdween

Hier woonden wij – Wim Willems & Hanneke Verbeek
3 minuten leestijd
Muur met foto's en brieven in de werkkamer van Willems en Verbeek. Bron: www.harstenhoekweg.nl
Muur met foto's en brieven in de werkkamer van Willems en Verbeek. Bron: www.harstenhoekweg.nl

In de jaren 1900-1942 vormde zich in de kustplaats Scheveningen een bloeiende Joodse gemeenschap, met name in en rond de Harstenhoekweg, een zijstraat vlak voor het Kurhaus. De Joden in die straat runden onder meer badhotels, restaurants en andere ondernemingen. Toen Nederland in mei 1945 bevrijd werd, was er van deze levendige bevolkingsgroep weinig meer over.

De historici Wim Willems, hoogleraar Sociale geschiedenis aan de Universiteit Leiden, en Hanneke Verbeek, verbonden aan dezelfde universiteit, schreven een aangrijpend en zeer gedegen boek over de bloei en teloorgang van joods Scheveningen: Hier woonden wij. Hoe een stad zijn joodse verleden herontdekt (uitgeverij Prometheus, 2015).

Groei van Scheveningen

Vanaf eind negentiende eeuw ging Scheveningen mee in de vaart der volken. De kustplaats groeide in de jaren 1870-1920 qua inwonertal met een factor vier uit naar 20.000 inwoners. Vanaf 1895 kreeg de Harstenhoekweg een aandeel in deze groei, toen daar de eerste villa’s werden opgeleverd voor verhuur aan vakantiegangers en kapitaalkrachtige vaste bewoners. Een van de bekendste gebouwen in de straat was de dubbele villa op de hoek met de Badhuisweg, dat als hotel van hand tot hand ging en vanaf 1911 furore maakte als Pavillon Riche:

“In de roaring twenties kwam iedereen die ertoe deed en gezien wilde worden hier langs voor een diner dansant of een swingende muziekavond. De plek groeide al vroeg uit tot een pleisterplaats voor de vele kunstenaars en artiesten die het hele jaar door optraden in de badplaats. In 1914 telde de straat slechts 64 adressen. Tegenover de zijde met villa’s en herenhuizen verrees toen een blok met deels portiekwoningen van twee etages en een souterrain. De straat hield op voor het plein, dus de panden met een hoger huisnummer zijn pas gebouwd na de Eerste Wereldoorlog. Midden jaren dertig bereikte de Harstenhoekweg als woonstraat bijna zijn voltooiing. Er zijn toen nog wel panden bijgebouwd en door verwoesting tijdens de oorlog is een aantal huizen aangetast, maar aan de uitbreiding kwam een einde.” (32,33)

Pavillon Riche aan de Harstenhoekweg. Bron: Haags Gemeentearchief
Pavillon Riche aan de Harstenhoekweg. Bron: Haags Gemeentearchief

Joodse gemeenschap

In de beginjaren van de twintigste eeuw ontstond er langzaam een Joodse gemeenschap in Scheveningen. In 1912 richtten ze hun eerste vereniging op, Sjewes Achiem (‘broederlijk samenzijn’). Deze Joden waren afkomstig uit allerlei windstreken: de nieuwkomers kwamen uit Oost-Europa, Duitsland of Amsterdam. Maar de meeste van hen waren gedwongen gevlucht uit België, vooral uit Antwerpen en directe omgeving, tijdens de Eerste Wereldoorlog:

“Als bij een volksverhuizing vestigde zich een complete gemeenschap, die de joodse blauwdruk legde voor de decennia erna. Die transformatie was het gevolg van een ingrijpend besluit dat de Belgische overheid nam na het uitbreken van de oorlog met Oostenrijk-Hongarije en Duitsland. Het deed er niet toe hoelang vreemdelingen zich al in België gevestigd hadden of welke economische positie ze innamen, als ze op papier tot een vijandige natie behoorden dienden ze het land te verlaten. Het precieze aantal emigranten is niet bekend, maar meer dan driehonderd joodse families uit Antwerpen (en omstreken) zochten hun heil in Scheveningen. De man die hier met de jaren uitgroeide tot de spil van de uitgeweken Oost-Europese gemeenschap was Chaim Simon Lipschütz (1876), een diamanthandelaar uit Krakau.” (48)

Met hechtingen in de buik

Toen de oorlog in mei 1940 Nederland bereikte, isoleerden de nazi’s de Joden stap voor stap, eindigend in deportatie en massamoord. Natuurlijk kreeg ook de joodse gemeenschap in Scheveningen met de antisemitische maatregelen te maken. Uit de Harsterhoekweg voerden de nazi’s tientallen joodse gezinnen weg die nooit meer zouden terugkeren.

Hier woonden wij – Wim Willems & Hanneke Verbeek
Hier woonden wij – Wim Willems & Hanneke Verbeek
De verhalen van individuele (Scheveningse) slachtoffers die achterhaalt zijn via de bronnen, blijven indrukwekkend om te lezen en tot je door te laten dringen. Sommigen wisten onder te duiken, anderen werden verraden. Over het lot van het joods-Scheveningse gezin Hakker schrijven Willems en Verbeek:

“Bij de eerste razzia in Scheveningen op 22 augustus 1942 werd het gezin van de 30-jarige dirigent Calman Hakker opgepakt. Een dag erna werd hij ‘zonder oproep’ in Westerbork geregistreerd, samen met zijn echtgenote Jenny en zoontje Sjakie. Hij was net geopereerd aan zijn galblaas en zijn vrouw koesterde nog heel even de hoop dat die ingreep tot uitstel zou leiden, maar daar dachten de Haagse agenten anders over. Met de hechtingen nog in zijn buik pakten ze hem op en zetten ze hem met zijn gezin op transport naar het doorgangskamp in Drenthe. (…) Het hele gezin kwam om. Moeder Jenny en haar vierjarige zoontje zijn direct na aankomst in Auschwitz vergast – met 3 augustus 1942 als officiële sterfdatum. Ondanks zijn operatie werd de vader en echtgenoot tewerkgesteld en wist hij zijn leven nog anderhalf jaar te rekken, tot 31 maart 1944. Op die dag bezweek hij ‘ergens in Midden-Europa’, zoals de administratieve omschrijving luidde.” (309,310)

Boek: Hier woonden wij – Wim Willems & Hanneke Verbeek

0
Reageren?x
×