BBij Uitgeverij Aspekt is de eerste Nederlandstalige biografie verschenen van de Engelse rassentheoreticus Houston Stewart Chamberlain (1855-1927). Chamberlains gedachtegoed wordt beschouwd als een belangrijke inspiratiebron voor racisme in het algemeen en het nationaalsocialisme in het bijzonder. De biografie, Houston Stewart Chamberlain. Rassenideoloog en wegbereider van het nationaalsocialisme (2016) is geschreven door historicus Pieter Jan Verstraete.
Eerste Nederlandstalige biografie
Tot op heden is in de internationale historiografie relatief weinig verschenen over Chamberlain. Twee biografieën zijn noemenswaardig, maar dat is het wel zo’n beetje. De eerste levensbeschrijving, Evangelist of Race. The Germanic Vision of Houston Stewart Chamberlain van Geoffrey Field verscheen in 1981. Recent zag nog een Duitstalige biografie het levenslicht: Udo Bermbach, Houston Stewart Chamberlain: Wagners Schwiegersohn – Hitlers Vordenker (Stuttgart 2015).
Nu is er dus ook een Nederlandstalige levensbeschrijving van Chamberlain. Het is een goed boek, dat lekker leest en gestructureerd in elkaar zit. Daarbij maakt de auteur korte metten met enkele mythes die in de geschiedschrijving over Chamberlain circuleren. Verstraete laat onder meer zien dat met name de nazi-ideoloog Alfred Rosenberg Chamberlains werk na diens dood flink herzag. Zo beschouwde Chamberlain in zijn hoofdwerk Die Grundlagen des Neunzehnten Jahrhunderts de Slaven als een tak van de Germaanse stam. Dit tot ergernis van de nazi’s, die deze passage dan ook schrapten.
Onderstaande korte biografie van Chamberlain is gebaseerd op het boek van Verstraete, maar geeft hiervan slechts een kleine impressie. Het boek zelf beveel ik dan ook van harte bij de lezer aan.
Jeugd van Houston Stewart Chamberlain
Houston Stewart Chamberlain kwam ter wereld op 9 september 1855. Zijn Engelse vader, William Charles Chamberlain (1818-1878) was admiraal bij de Royal Navy. Zijn moeder Elisabeth Jane Chamberlain-Hall had Schotse roots, was kunstzinnig en musiceerde veel. Toen Houston één jaar was overleed zijn moeder en bracht zijn vader hem onder bij een rijke oma en tante in Versailles. Daar, in Frankrijk, bracht Houston het grootste deel van zijn jeugd door.
In februari 1870 werd Houston ernstig ziek en ging hij met zijn tante Harriet en een neef voor een kuur naar het Duits Bad Ems in de Rijnstreek. Hier bleef hij enkele jaren en kreeg hij privéles van de Duitse theoloog, leraar en vertaler Otto Kuntze (1841-1931). Deze leerde hem Grieks, Latijn, geschiedenis en vooral: de Duitse taal. Chamberlain werd in deze periode een echte Germanofiel, aldus Verstraete:
Houston zei: ‘Met plezier offer ik mijn linkerarm op, al ik als Duitser zou geboren geweest zijn.’ (23)
In 1873 keerde Houston weer terug naar Frankrijk, waar hij kort daarna de Duitse dame Anna Horst leerde kennen, de dochter van een tot het christendom bekeerde jood. In 1878 trouwden ze, waarna ze zich in Genève vestigden.
Globetrotter, wonderkind en schrijver
Houston en zijn vrouw waren wereldreizigers en woonden overal en nergens: in Genève (1879-1885), daarna in de kunststad Dresden (1885-1889), gevolgd door de multiculturele miljoenenstad Wenen (1889-1909). In Genève studeerde hij aan de universiteit natuurwetenschappen, waarin hij een graad haalde. Daarnaast was Houston een talenwonder: zo sprak hij Engels, Frans en Duits, en leerde hij zichzelf ook Nederlands, Noors, Spaans, Italiaans en Servisch-Kroatisch aan. Bedeeld als hij was hoefde er voor het geld niet gewerkt te worden en had hij tijd om zich te verdiepen in plantkunde, kunst en filosofie.
Houston Chamberlains grote held was de componist Richard Wagner, over wie hij in 1892 zijn eerste boek Das Drama Richard Wagner’s publiceerde. Enkele jaren later volgde de fraai geïllustreerde biografie Richard Wagner (1895), die tot ver na de Tweede Wereldoorlog in Duitsland als standaardbiografie beschouwd bleef worden. Houston was ook fan van de filosofische geschriften van onder meer Immanuel Kant (zijn lievelingsfilosoof), Friedrich Nietzsche, Arthur Schopenhauer, Friedrich Schiller, Goethe, Voltaire en Rousseau.
Op een dag, Houston noemde in Lebenswege meines Denkens de exacte datum 19 januari 1892, werd hij in bezit genomen door een Schreibersdämon. Vanaf dat moment legde hij zich toe op schrijven, waaronder diverse artikelen, twee boeken over Richard Wagner, gedichten, sprookjes voor volwassenen en een essaybundel over een jonge filosoof: Heinrich von Stein und seine Weltanschauung (1903).
Kort hierna, in 1905, scheidden Houston en Anna. In 1908 hertrouwde Houston Stewart Chamberlain met de dochter van Richard Wagner (en de kleindochter van Franz Liszt): Eva von Bülow-Wagner.
Wenen: de ommekeer
In Wenen maakte Chamberlain een verandering mee. Van een gematigd liberaal werd hij een conservatief en Duits nationalist. De stad Wenen en het intellectuele klimaat daar gaven voeding aan racistisch en antisemitisch gedachtegoed, aldus Verstraete:
“De hoofdstad van de Dubbelmonarchie vormde de ideale voedingsbodem voor de totstandkoming van zijn eigen op racisme gebaseerde geschiedbeeld.” (70)
In Wenen was Chamberlain zeer regelmatig aanwezig in salons om te discussiëren over de politiek, actualiteit en geschiedenis. Hij kwam in contact met de denkbeelden van Weens antisemieten als Karl Lueger (de burgemeester van de stad), rassenideoloog Guido von List, de ‘Ariosoof’ Adolf Joseph Lanz zu Liebenfels en politicus, Jodenhater en fervent Germaans-völkisch ideoloog Georg von Schönerer. Ook ontmoette Houston Stewart Chamberlain in Wenen regelmatig culturele figuren als de dichter Stefan George en romancier Thomas Mann. Ze deelden een antimodernistische levensopvatting en hun waardering voor het ‘Duitse cultuurras’, dat volgens hen bezoedeld was door on-Duitse – lees: joodse – invloeden, en hernieuwd en gezuiverd moest worden.
Daarbij las Chamberlain in deze periode, in 1893, op aanraden van Cosima Wagner (de dochter van Franz Liszt en Richard Wagners tweede vrouw) het vierdelige werk Essay sur l’inégalité des races humaines (1853-1855) van de Franse biologische racist Joseph de Gobineau. Dit werk had invloed op Chamberlain, maar niet zoveel als wel is gesteld. Chamberlain verschilde van Gobineau in de zin dat Chamberlain eerder een intellectuele antisemiet was en niet, zoals De Gobineau, een vulgaire antisemiet die vooral keek naar fysiek-antropologische rassenverschillen. Chamberlain focuste zich met name op de morele ‘raskenmerken’. En waar volgens De Gobineau de Franse adel de wereld zou moeten beheersen, was dat bij Chamberlain anders:
“In tegenstelling tot de Franse adel, aldus Chamberlain, was het Duitse volk gepredestineerd om de wereld te overheersen. Daarnaast was hij niet zo fatalistisch ingesteld als De Gobineau, die zijn eigen tijd verachtte.” (84,85)
Grundlagen des neunzehnten Jahrhunderts
Op verzoek van uitgever genaamd Hugo Bruckmann in februari 1896, begon Chamberlain te schrijven aan een overzichtswerk over de bijna afgesloten negentiende eeuw. Als snel had hij als titel bedacht: Die Grundlagen des neunzehnten Jahrhunderts. Dit boekwerk, dat ruim 1100 pagina’s telde, verscheen in 1899 in drie delen. In de diverse edities en drukken die daarna nog verschenen, vulde Chamberlain informatie aan. Tot 1914 gingen er 100.000 exemplaren van het boek over de toonbank.
Kern van Chamberlains geschiedfilosofische betoog was dat de geschiedenis bepaald werd door ‘rassen’ en rassentegenstellingen: ‘Rasse ist alles; es gibt keine andere Wahrheit’, zo schreef hij. Waar Karl Marx de klassenstrijd centraal stelde in het dialectische verloop van de geschiedenis, waren rassen en rassenstrijd in Chamberlains ogen de drijvende kracht in de historie. Zo was het Romeinse Rijk ten onder gegaan door rasvermenging: de sociale cohesie verdween en het rijk verzwakte. Hetzelfde proces was nu opnieuw gaande in Europa. Sinds de dood van Goethe in 1832, aldus Chamberlain, was het zogenoemde ‘joodse tijdperk’ aangebroken. Chamberlain trok aan de noodklok. Daarbij stelde hij het Arische, Germaanse ras voor als het uitverkoren volk om de aarde te besturen.
Chamberlains gedachtegoed zou enkele decennia erop door de nazi’s omarmd en bijgeschaafd worden. Met name nazi-ideoloog Alfred Rosenberg en natuurlijk Adolf Hitler, die Houston Stewart Chamberlain vlak voor diens dood nog persoonlijk ontmoetten, dienen in dit verband genoemd te worden. Over hoe en in hoeverre de nazi’s Chamberlains gedachtegoed gebruikten, valt te lezen in het laatste deel van Verstraetes mooie biografie.
Boek: Houston Stewart Chamberlain – Pieter Jan Verstraete