Als iemand de das omgedaan wordt, is het lot voor diegene beslist. De teerling is geworpen. De uitdrukking ‘iemand de das omdoen’ kan afhankelijk van de context iets zwaars of minder zwaar betekenen. Waar komt deze uitdrukking vandaan.
Betekenis van iemand de das omdoen
Zo kan een lekke band iemand die ergens op tijd moet zijn, de das omdoen. Die persoon kan niet meer verder fietsen. Geen grote ramp, want banden kun je plakken. Erger is het als een economische crisis een bedrijf de das omdoet. Het bedrijf gaat failliet, het is over en uit met de onderneming en personeelsleden verliezen hun baan.
Mogelijke herkomst van ‘de das omdoen’
Waar komt iemand de das omdoen eigenlijk vandaan? Hierover lopen de meningen uiteen. Zo stelt de taalkundige F.A. Stoett in zijn Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925) dat de term ‘das’ met worstelen te maken heeft. De das was volgens hem een speciale greep rond de nek van je tegenstander, die de partij moest opgeven wanneer hij op deze manier werd beetgepakt.
Volgens andere verklaringen duidt de das op de strop van een galg. Deze uitleg is te vinden in onder meer het Groot Uitdrukkingenwoordenboek van Van Dale uit 2006. Een das lijkt ook op een strop. Deze uitdrukking werd vermoedelijk – aldus Onze Taal – al vanaf de middeleeuwen gebruikt en lijkt de meest logische verklaring voor ‘de das omdoen’. In elk geval was in de achttiende eeuw ‘das’ in de dieventaal een benaming voor ‘strop’.
Dasjes
De website taalgedacht.nl meldt, anders dan Onze Taal, dat het woord ‘das’ pas in 1666 voor het eerst voorkwam in de Nederlandse taal. En wel op de volgende manier:
“De vroegste opschrijving die wij kennen is pas uit 1666, in het verkleinde meervoud dasjes ‘halsdoekjes’. Volgens de oudste gissing is das zo goed als gelijk aan de dierennaam das, omdat men vroeger de gewoonte had dassenvellen om de nek te dragen.”
In 1996 publiceerde de onderzoeker Dick Wortel een interessant artikel over de herkomst van ‘de das omdoen’. Hij schreef onder meer:
“Het woord strop ‘strop, strik’ is reeds Middelnederlands (…). De betekenis strop ‘strafwerktuig’, namelijk om iemand daarmee te wurgen of daaraan op te hangen, is eveneens vanaf de Middeleeuwen bekend. De vorm van de das lijkt op die van de strop van de galg. Das kan (…) dus de betekenis van ‘strop’ hebben. Reeds in de achttiende eeuw was das in de ‘dieventaal’ een woord voor strop.”
Boek: Boeken over taalgeschiedenis
Bronnen ▼
Artikelen en internetsites
-Dick Wortel, ‘Over de etymologie van “das” en “iemand de das omdoen” ‘, Trefwoord 11, pag. 144-152.
-http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/das1
-https://onzetaal.nl/taaladvies/iemand-de-das-omdoen/
-https://taaldacht.nl/2014/02/23/das/