Na een vrij letterlijke poging om een luchtschip op de rails te zetten — de Schienenzeppelin — ontstonden in het Duitsland van de jaren 30 de Fliegende Züge. Het prototype, de Vliegende Hamburger, werd het bekendst. Ze haalden een topsnelheid van 160 km/u en brachten de Duitse steden dichter bij elkaar.
Hitler eigende zich het succes van de Schnelltriebwagen toe; vervolgens maakte de Tweede Wereldoorlog een einde aan de doorontwikkeling. In de jaren 50 konden de Bundesbahn en de Reichsbahn in de DDR voortbouwen op het fundament dat in de jaren 30 was gelegd.
Schienenzeppelin
In 1930 bedacht luchtvaartingenieur Franz Kruckenberg (1882-1965) een revolutionair railvoertuig: een soort zeppelin op wielen, gemaakt van lichtgewicht aluminium, voortgestuwd door een vliegtuigmotor en een propeller. Deze futuristische verschijning vestigde een wereldrecord met een snelheid van 230 km/u, pas in 1954 overtroffen.
Ook na enkele modificaties bleek de Schienenzeppelin niet geschikt voor regulier gebruik. Er konden geen rijtuigen aangekoppeld worden, de propeller was gevaarlijk en de meeste spoorlijnen waren niet geschikt voor zulke hoge snelheden. De Reichsbahn ontwikkelde daarom in 1932 z’n eigen Schnelltriebwagen.
Fliegender Hamburger
In 1933 reed het eerste Duitse gestroomlijnde dieseltreinstel tussen Berlijn en Hamburg: de SVT 877, bijgenaamd de Vliegende Hamburger. Het was de snelste treindienst ter wereld. De 286 kilometers werden in 138 minuten afgelegd. De gemiddelde snelheid van 124 km/u werd op dit traject pas in 1997 geëvenaard door de ICE.
Met de Vliegende Hamburger als prototype werden tussen 1935 en 1938 zo’n 35 snelle dieseltreinstellen gebouwd in de serie SVT 137. De subseries werden naar steden vernoemd. De Bauart Hamburg bestond uit twee rijtuigen met 77 zitplaatsen, de Leipzig uit drie delen met 139 plaatsen. De Köln kreeg afgescheiden 6-persoon coupés en een apart restauratierijtuig. In 1938 kwamen nog enkele treinstellen van het 4-delige type Berlin gereed.
Veilig, snel en comfortabel
In 1936 schakelde de Reichsbahnzentrale für den Deutschen Reiseverkehr de joodse(!) ontwerper Hermann Schneider (1908-?) in voor promotiemateriaal ten behoeve van buitenlandse toeristen. Hij ontwierp een affiche en een brochure op basis van subtiele aquarellen. Het motto — in meerdere talen — was Veilig, Snel en Comfortabel.
Het reclamemateriaal liet zien dat de Duitse spoorwegen niet alleen hoge snelheden wilden bereiken met dieseltreinstellen maar ook met elektriciteit en stoom. Behalve de Vliegende Hamburger was namelijk het eerste Duitse elektrische treinstel afgebeeld en de gestroomlijnde Henschel-Wegmann-Zug.
Henschel-Wegmann-Zug
De komst van de snelle dieseltreinstellen vormde een tegenslag voor fabrikanten van stoomlocomotieven. Daarom besloot Henschel in Kassel een nieuwe stoomloc te ontwikkelen met vergelijkbare hoge snelheid en stroomlijnbekleding. Rijtuigfabrikant Wegmann & Co bouwde bijpassende gestroomlijnde rijtuigen.
In 1935 werd de Henschel-Wegmann-Zug getoond tijdens het 100-jarige Duitse spoorwegjubileum. Tijdens de daaropvolgende testritten haalde de trein een topsnelheid van 185 km/u. Van juni 1936 tot augustus 1939 reed de Henschel-Wegmann-Zug non-stopdiensten tussen Berlijn en Dresden met maximaal 160 km/u.
Kruckenberg-Schnelltriebwagen
Na zijn onpraktische Schienenzeppelin revancheerde Franz Kruckenberg zich in 1938 met een realistischer maar eveneens revolutionair treinstel, deze keer met dieselmotoren. In het gestroomlijnde aluminium ontwerp viel de hooggelegen bestuurderscabine op.
Het prototype vestigde in 1939 een wereldrecord voor dieseltractie met 215 km/u. Wel bleken de aandrijfsassen breukgevoelig, een probleem dat mede door het uitbreken van de oorlog onopgelost bleef. Na de oorlog zou er op het ontwerp worden voortgebouwd.
Naziperiode en oorlog
In de nazi-tijd kregen de Fliegende Züge net als andere treinen een adelaar met hakenkruis voorop. De propaganda presenteerde de populaire Fernschnellzüge als een verdienste van de nazi’s. In werkelijkheid was de basis al vóór Hitlers machtsovername gelegd door de Reichsbahn in samenwerking met de spoorwegindustrie.
Tijdens de oorlog lagen snelle treinen stil om brandstof te besparen en militaire transporten voorrang te geven. Sommige treinstellen werden gebruikt als kantoor, commandorijtuig of zelfs noodstroomaggregaat (vanwege de dieselelektrische installatie).
De meeste Fliegende Züge werden in de eerste naoorlogse jaren geconfisqueerd door de geallieerde bezettingslegers. Daarna bleven ze zowel bij de Bundesbahn als in Oost-Duitsland tot in de jaren 70 in gebruik.
Navolging
In 1957 liet de Deutsche Bundesbahn de VT 11.5-serie bouwen voor de Trans Europ Express (TEE), die zeer succesvol was. Weliswaar ontworpen door Klaus Flesche van machinefabrikant MAN bleek de invloed van de Kruckenberg-Schnelltriebwagen uit 1938 onder meer uit de gestroomlijnde neus en de hoge positie van de bestuurder. Ook de Oost-Duitse tegenhanger VT 18.16 was op het werk van Kruckenberg gebaseerd.
Uitgebreide versie van dit artikel met veel beeldmateriaal op retours, digitaal magazine over spoorweghistorie en design