Kort voor 1930 verschenen in zowel Engeland als België spoorwegaffiches met aantrekkelijke reis- en recreatietaferelen, opgebouwd uit gestileerde vormen en egale kleurvlakken.
Rond 1930 wilde de Sovjet-Unie buitenlandse toeristen trekken om vreemde valuta binnen te halen en het imago te verbeteren.
Tussen 1930 en 1960 was de eigenzinnige architect Sybold van Ravesteyn beeldbepalend voor de spoorwegarchitectuur in de zuidelijke helft van Nederland.
Nadat rond 1920 de Nederlandsche Spoorwegen ontstonden als samenwerking tussen particuliere spoorwegmaatschappijen, verschenen er vrijwel geen spoorwegaffiches meer.
In 1894 won de Franse architect Alexandre Marcel een ontwerpwedstrijd voor een nieuw Centraal Station van Boekarest. Het ontwerp werd nooit uitgevoerd.
Twee bevriende bergschilders, zelf actief alpinist en skiër, brachten het Oostenrijkse spoorwegaffiche naar de twintigste eeuw. Eerder stonden affiches nog propvol prenten of pompeuze personificaties van stad of streek. In navolging van de Franse Hugo d’Alesi maakten Gustav Jahn en Otto Barth affiches met eigentijdse landschapskunst.
In de jaren 50 en 60 stond Italiaans design wereldwijd in de aandacht. Italië had zich aan de oorlog en armoede weten te ontworstelen en beleefde een economische bloeiperiode. Het land ontwikkelde een imago van moderne elegantie waarin kunst, mode, industrie en zelfs film samenkwamen.
Op de dag dat Oostenrijk Servië de oorlog verklaarde kwam ook de Orient-Express, boegbeeld van de Franse belle époque, stil te liggen. Duitsland en z’n bondgenoten begonnen in 1916 een eigen luxetrein naar Constantinopel.
In 1906 was er ook een wereldexpo in Milaan, toen met als thema transport. Het was de grootste spoorwegexpositie van de eerste helft van de twintigste eeuw.
Na een vrij letterlijke poging om een luchtschip op de rails te zetten — de Schienenzeppelin — ontstonden in het Duitsland van de jaren 30 de Fliegende Züge. Het prototype, de Vliegende Hamburger, werd het bekendst. Ze haalden een topsnelheid van 160 km/u en brachten de Duitse steden dichter bij elkaar.
In het Interbellum konden welgestelde reizigers kiezen tussen twee luxe dagtreinen van Nederland naar Zwitserland. Dat was het gevolg van concurrentie tussen het Franse Wagons-Lits en het Duitse Mitropa.
Ondanks de economische crisis floreerden de Duitse spoorwegen tussen de twee wereldoorlogen. Dat gold ook voor slaapwagen- en restauratiebedrijf Mitropa.
Rond 1900 overwinterde de Europese elite aan de Franse Rivièra. In de negentiende eeuw ontdekt door de Engelse aristocratie, trok de zonnige Côte d’Azur mondaine toeristen uit alle hoeken van Europa.
Met de opkomst van automotrices en autorails — motorwagens en railbussen — gingen autofabrikanten zich rond 1930 op de spoorwegen richten.
Op de Wereldtentoonstelling van 1900 in Parijs presenteerden Rusland en rijtuigexploitant Wagons-Lits de Transsiberië Express.
De Oriënt-Express is door populaire boeken en films haast een legende geworden.
In 1950 reisde de Amerikaanse fotograaf Jack Birns voor LIFE met de Simplon Orient-Express van Londen naar Istanbul. Aan de hand van vele honderden foto’s uit het LIFE-archief heeft het online magazine retours zijn reis gereconstrueerd.
In 1908 reed de eerste elektrische trein in Nederland van Rotterdam naar Scheveningen. Voor het kopstation in Rotterdam en het aansluitende spoorviaduct werden nieuwe bouwmaterialen gebruikt en jonge ontwerpers ingeschakeld. Het resultaat was een technisch hoogstandje van beton, verstopt achter Jugendstil-decoraties. Het bombardement op Rotterdam maakte in 1940 een einde aan het legendarische station Rotterdam Hofplein met dito restaurant Loos.
In 2011 werden de laatste monumentale perronkappen van Utrecht Centraal gesloopt. De ijzerconstructie was het eerste grote project van George van Heukelom.