Als je ‘in de piepzak zit’, heb je zorgen of ben je bang voor iets. Deze uitdrukking verwijst naar een situatie waarin je je ongemakkelijk of bezorgd voelt, vaak door onzekerheid of dreigende problemen. Je zit in de rats of de penarie. De herkomst van deze bekende uitdrukking is niet helemaal duidelijk, maar er bestaan wel verschillende theorieën.
De uitdrukking wordt al zeker sinds halverwege de negentiende eeuw gebruikt en komt nog steeds regelmatig voor in de Nederlandse taal. Maar wat is nu precies een “piepzak”?
De bekende taalkundige Frederik August Stoett, die begin twintigste eeuw een bekend werk over Nederlandse uitdrukkingen publiceerde, schrijft dat de ‘piepzak’ in de Zaanstreek vroeger een aanduiding was voor een mengsel van koffie, melk en suiker dat (soms met kaneel) door elkaar werd gekookt. De piepzak was dan dus een soort brouwsel en als je daarin zat ging het niet best.
Volgens een andere lezing, eveneens door Stoett aangehaald, is het woord piepzak afgeleid van het woord pijpzak, ofwel de doedelzak. Het idee is dan dat een persoon die op onverklaarbare wijze opgesloten zou zijn in zo’n doedelzak, het nogal benauwd zou krijgen. En van angst ging de ongelukkige dan mogelijk piepen.
Sprookje
Daarnaast is er een theorie van taalkundige Kornelis ter Laan (1871-1963) die de herkomst van ‘in de piepzak zitten’ koppelt aan het bekende sprookje “Kleine Klaas en Grote Klaas” van Hans Christian Andersen. In dit verhaal komt een scène voor waarin de eerste Klaas een paard vilt en de huid in een zak stopt. Kort hierna neemt Kleine Klaas een boer in de maling. Hij beweert dat er een kaboutertje in de zak zit en bewijst dit door erop te gaan staan, waardoor de zak begint te piepen.Â
Bronnen â–¼
-https://www.verhalenbank.nl/items/show/49503
-Nederlandse spreekwoorden spreuken en zegswijzen – Kornelis ter Laan, p.261
-https://onzetaal.nl/schatkamer/lezen/uitdrukkingen/in-de-piepzak-zitten