Nederlands protestants godgeleerde: Jacobus Arminius. Was hoogleraar theologie in Leiden. Zijn volgelingen werden ook wel arminianen, rekkelijken of remonstranten genoemd.
Jacobus Hermansz Arminius werd rond 1559 geboren in Oudewater. Volgens sommige biografieën op 10 oktober 1560. Zijn vader, de messenmaker Harmen Jacobsz, was al overleden op het moment dat Arminius geboren werd. Tot zijn veertiende levensjaar werd hij opgevoed door een hervormde pastoor in Oudewater, Theodorus Aemilius. Rond 1572 verhuisde hij naar Utrecht. Zijn geboorteplaats Oudewater werd in 1572 veroverd door de Opstandelingen en stond daarmee niet langer onder Spaans bestuur.
Aangenomen wordt dat Arminius in Utrecht de Hieronymusschool bezocht. Zijn opvoeder Theodorus Aemilius overleed rond 1574. Arminius raakte rond die tijd bevriend met Rudolph Snellius, een wis- en taalkundige die hem in 1575 meenam naar de plaats waar hij hoogleraar was: Marburg, een plaats in de huidige Duitse deelstaat Hessen.
Te Marburg studeerde Arminius verder. In 1575 werd Oudewater, geboorteplaats van zowel Arminius als Snellius door de Spanjaarden geplunderd. Een groot deel van de familie van Arminius werd vermoord waarop Arminius naar Oudewater afreisde. Hij keerde hierna terug naar Marburg, maar schreef zich kort hierna (1576) in als student aan de net opgericht universiteit van Leiden. Hier studeerde hij zowel vrije kunsten als theologie. Deze studies rondde hij overtuigend af, waarop het kramersgilde van Amsterdam in 1581 besloot hem een beurs te geven zodat hij zijn studie kon voortzetten in Genève. Hier studeerde hij onder Theodorus Beza, een Frans theoloog en voormalig medewerker van Calvijn. In deze periode leerde hij Johannes Uyttenbogaert en Hadrianus Junius kennen. Arminius studeerde in 1583 in Basel, maakte een reis naar Italië en keerde in 1587 terug in Nederland. Een jaar later werd hij predikant in Amsterdam.
De leer van Arminius
Jacobus Arminius werd predikant van de Oude Kerk in Amsterdam en in 1603 hoogleraar theologie in Leiden. Na enkele jaren kwam er kritiek op zijn leer. Arminius zou te vrij (rekkelijk) omgaan met het begrip predestinatie. Anders dan zijn collega-hoogleraar Franciscus Gomarus was Arminius van mening dat het verdoemd zijn van de mens niet al bij de geboorte vast stond. Hij meende dat God niet al bij de geboorte had bepaald of een schepsel naar de hemel of hel zou gaan. Gomarus was het daar niet mee eens.
Het religieuze meningsverschil groeide uit tot een nationale strijd. Ook de predikant-geograaf Petrus Plancius bestreed de ‘rekkelijke leer’ van Arminius. Nadat Arminius hoogleraar in Leiden was geworden ontwikkelde zich een slepend conflict tussen Arminius en Gomarus, de enige twee hoogleraren in de theologie in Leiden. Arminius werd beticht van pelagianisme, een leer die zegt dat de ‘zondige mens’ zelf in staat is de eerste stap naar verlossing te zetten, zonder de hulp van goddelijke genade. De twee hoogleraren debatteerden veelvuldig, tot voor de vergadering van de Hoge Raad en in aanwezigheid van raadspensionaris Johan van Oldenbarnevelt. Van verzoening kwam het echter niet.
De Staten van Holland belegden in 1609 een nieuwe zitting in een poging de twee theologen alsnog tot elkaar te laten komen. Arminius werd echter ziek en moest de vergadering noodgedwongen verlaten. Later dat jaar overleed hij in zijn woning aan het Pieterskerkhof in Leiden.
Rekkelijken en preciezen
Met het overlijden van Arminius was geen einde gekomen aan de theologische strijd. De strijd werd buiten de universiteiten voortgezet. De volgelingen van Arminius werden de Arminianen genoemd, maar ook wel rekkelijken of remonstranten. Gomarus werd de leider van de zogenaamde contra-remonstranten (ook wel gomaristen of preciezen).
Synode van Dordrecht
De volgelingen van Arminius delfden tijdens de Synode van Dordrecht het onderspit. Van 13 november 1618 tot 29 mei 1619 werd er vergaderd in Dordrecht. Al snel werd duidelijk dat deze synode niet zou leiden tot verzoening tussen de ‘rekkelijken’ en ‘preciezen’. Bijna de hele kerkvergadering bestond uit contra-remonstranten waardoor een veroordeling van de aanhangers van Arminius voor de hand lag. Na enkele zittingen mochten de remonstranten de vergadering al niet meer bijwonen. Tijdens de Dordtse Synode werd uiteindelijk de leer van Arminius veroordeeld. De leer van Gomarus werd samen met de Heidelbergse Catechismus tot grondslag van de gereformeerde leer aangenomen.
Lees ook: Synode van Dordrecht (1618-1619)
…en: Franciscus Gomarus (1563-1641) – Gereformeerd theoloog
Overzicht van boeken over de Tachtigjarige Oorlog