De Britse econoom, journalist en financier John Maynard Keynes (18833-1946) behoort samen met Adam Smith en Karl Marx tot ‘de grote drie’ moderne economen. Kern van zijn economische visie, de Keynesiaanse theorie, was dat de overheid vastgelopen economieën met investeringen weer vlot moest trekken. Wie was Keynes? Een overzicht van zijn leven en zijn economische gedachtegoed.
Jeugd, opleiding en carrière van Keynes
John Maynard Keynes kwam op 5 juni 1883 ter wereld in de Britse universiteitsstad Cambridge. Hij werd geboren in een gegoede, academisch geschoolde patriciërsfamilie. Zijn vader was werkzaam als econoom, terwijl Johns moeder de eerste vrouwelijke burgemeester van Cambridge werd. Net als zijn voorganger en mede-econoom John Stuart Mill was Keynes hoogbegaafd. Volgens de overlevering begon hij al op vierjarige leeftijd na te denken over economische problemen.
Keynes studeerde, nadat hij razendsnel de basis- en middelbare school doorliep, wiskunde aan Eton College en aan Cambridge University. Hij blonk als student uit. In 1905 haalde hij zijn bachelor, gevolgd door een master in 1909. In datzelfde jaar ging Keynes als overheidsmedewerker aan de slag in Whitehall (het Britse regeringscentrum Londen), waar hij als ambtenaar werkzaam was op het India Office. De ervaring die hij hier opdeed, verwerkte hij in zijn eerste grote boek Indian Currency and Finance (1913). In dit werk bracht hij het vooroorlogse Indiase monetaire systeem in kaart. Hierna doceerde Keynes tot 1915 economie op Cambridge University, gevolgd door een terugkeer naar overheidswerk in Londen.
Toen na de Eerste Wereldoorlog het Verdrag van Versailles tot stand kwam, veranderden Keynes’ aspiraties en ging hij zich focussen op economische vraagstukken. Hij werd economisch adviseur van de Britse minister-president David Lloyd George. In 1919 publiceerde Keynes het boek The Economic Consequences of the Peace, waarin hij stelde dat de herstelbetalingen die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog opgelegd had gekregen, verwoestend zouden zijn voor Europa. Keynes raakte rond deze tijd in een depressie en zegde zijn ambt als economisch adviseur op.
Privéleven en andere bezigheden van Keynes: huwelijk, bohemien & Bloomsbury Group
Keynes was biseksueel. In zijn jonge jaren had hij diverse homoseksuele relaties. In 1921 werd hij verliefd op de Russische ballerina Lydia Lopokova, met wie hij in 1925 huwde. Hun huwelijk bleef kinderloos.
Keynes was een bohemien. Zijn leven lang hield Keynes van veel en vaak champagne drinken en het organiseren van grote feesten. Hij verwierf tijdens zijn leven een fortuin, door op een slimme manier geld te beleggen. Hij gebruikte zijn geld voor investeringen, feest vieren en om een kunstcollectie op te bouwen met werken van onder meer Pablo Picasso en Georges Seurat.
Keynes was een prominent lid van de beroemde Bloomsbury Group. Dit was een groep excentrieke intellectuelen, kunstenaars en schrijvers, die tot de Britse elite gerekend kunnen worden. Deze groep, die opgericht werd in 1899 in Cambridge als de Midnight Group, bestond uit een bonte verzameling bohemien-figuren. Onder meer de schrijfster Virginia Woolf, haar echtgenoot Leonard Woolf, de Schotse schilder Duncan Grant en kunstcritici Roger Fry en Clive Bell waren lid, naast Keynes zelf.
De economische theorie van Keynes
Gedurende de jaren 1920 bleef Keynes overwegend het economische denken van het liberalisme, het laissez faire, aanhangen. In 1923 publiceerde hij het traktaat A Tract on Monetary Reform. In dit werk stelde hij dat landen zich op de stabiliteit van de binnenlandse prijzen dienden te richten. Overheden moesten deflatie indien mogelijk vermijden, ook wanneer dit op devaluatie uitliep. Keynes’ beroemde economische theorie over meer overheidsingrijpen in de economie ontwikkelde hij vooral vanaf 1929, nadat de economische wereldcrisis was uitgebroken.
Zijn economische theorie beschreef Keynes in het boek General Theory of Employment, Interest and Money (Algemene Theorie van Werkgelegenheid, Rente en Geld) uit 1936. Dit werk publiceerde Keynes naar aanleiding van de Great Depression, de berucht geworden economische crisis van de jaren 1930. Keynes legde in dit werk uit hoe het volgens hem was misgegaan in het interbellum en wat er aan de economische depressie gedaan kon worden.
Kort gezegd kwam Keynes theorie op het volgende neer. Een vrijemarkteconomie kan kwetsbaar worden door werkloosheid. Bij werkloosheid dalen de bestedingen van van huishoudens en bedrijven, waardoor een samenleving of maatschappij – nationaal en door de wereldeconomie ook mondiaal – in een neerwaartse spiraal terechtkomt. Om dit te doorbreken moet de overheid, aldus Keynes, extra geld in de economie pompen om deze weer op gang te krijgen. De regering kan dit onder meer doen door werkgelegenheidsprojecten op te zetten, zoals infrastructureel werk. Hierdoor ontstaat er werkgelegenheid, hebben mensen meer te besteden en gaat de consumptie omhoog. De overheid biedt zo prikkels om meer te besteden, wat gunstig is voor de vraag. Hierdoor loopt de werkloosheid terug en worden vastgelopen economieën weer vlotgetrokken, aldus Keynes. In deze theorie is niet de prijs van arbeid een doorslaggevende factor (zoals tot dan toe de dominante gedachte was), maar de vraag en de bestedingsruimte in de maatschappij.
Toepassing van Keynes’ theorie in de westerse wereld
Een praktijkvoorbeeld van het effect van Keynes’ economische theorie, is de New Deal die Franklin Delano Roosevelt in de jaren 1930 uitrolde. Overigens begon Roosevelt al met overheidsinvesteringen voordat Keynes in 1936 zijn aanbevelingen deed in The General Theory of Employment.
Tot het eind van de jaren 1960 gebruikten westerse landen Keynes’ theorie, vaak met succes. Gedurende de oliecrises van de jaren 1970 en de crisisjaren 1980 bleek Keynes theorie niet meer te werken als enige oplossing. De bestedingen stimuleren door geld in de economie te pompen, bracht niet automatisch de werkloosheid terug. Er is in de theorievorming na Keynes meer aandacht gekomen voor de structuur en kwaliteit van de productie, naast de bestedingsruimte en vraag waarop Keynes de klemtoon legde.
Laatste levensjaren van Keynes
In 1937 kreeg Keynes een ernstige hartaanval, waardoor hij zijn werk als hoogleraar economie in Cambridge moest neerleggen. Toen de oorlog uitbrak, trad hij opnieuw op als economisch adviseur van de regering, net als in de Tweede Wereldoorlog. Keynes publiceerde in 1940 drie invloedrijke artikelen getiteld “How to Pay for the War”, die later zijn herdrukt als Collected Writings (1972, volume 9). In juli 1944 speelde hij als onderhandelaar nog een belangrijke rol in de Conferentie van Bretton Woods, ook wel bekend als de United Nations Monetary and Financial Conference.
Keynes overleed op 21 april 1946 in Firle, Sussex, Groot-Brittannië. Hij liet een erfenis na £500.000, omgerekend naar hedendaags geld ongeveer twaalf miljoen euro.
Ook interessant: De crisisjaren 1930: kenmerken, gebeurtenissen en gevolgen
Boek: Een kleine geschiedenis van de economie – Niall Kishtainy
Citaten van Keynes
Het is beter om ongeveer gelijk te hebben dan het helemaal verkeerd te hebben.
Als je de bank 100 pond schuldig bent, heb jij een probleem. Maar als je de bank een miljoen pond schuldig bent, hebben zij een probleem.
Succesvol beleggen is anticiperen op de anticipaties van anderen.
Op de lange termijn zijn we allemaal dood.
Het is beter dat een man zijn banksaldo tiranniseert dan zijn medeburgers. En hoewel het eerste soms aan de kaak wordt gesteld als zijnde een middel om het tweede te verwezenlijken, is het tenminste soms een alternatief.
Ideeën bepalen de loop van de geschiedenis
Kapitalisme is het verbazingwekkende geloof dat de meest ondeugende mensen de meest ondeugende dingen zullen doen ten behoeve van wat het beste is voor iedereen.
Het belang van het geld vloeit voort uit het feit dat het een verband legt tussen het heden en de toekomst.
Als mijn informatie verandert, verander ik mijn conclusies. Wat doet u, meneer?
Engeland staat nog steeds buiten Europa. Europa’s stemloze trillingen bereiken haar niet. Europa is ver weg en Engeland maakt geen deel uit van haar lijf en leden.
Bronnen ▼
Boeken
-Peter Clarke, Keynes. De biografie (Amsterdam/Antwerpen, Atlas Contact, 2010) 31-109.
-Benoist Simmat & Vincent Caut, Economie! Uitgelegd in woord en beeld door de grootste economen (Bussum:Thoth, 2016) 93-98.
Internet
-https://www.britannica.com/biography/John-Maynard-Keynes
-http://www.bbc.co.uk/history/historic_figures/keynes_john_maynard.shtml
-https://www.theguardian.com/books/2015/mar/05/seven-things-john-maynard-keynes
-https://www.economischwoordenboek.nl/?zoek=Keynesiaanse%20theorie
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Bloomsburygroep
-https://nl.wikipedia.org/wiki/John_Maynard_Keynes
-https://citaten.net/zoeken/citaten_van-john_maynard_keynes.html