Josef Hoffmann, de Oostenrijkse architect-totaalontwerper

4 minuten leestijd
Stocletpaleis in Brussel
Stocletpaleis in Brussel (CC BY-SA 4.0 - PtrQs - wiki)

Quadratl-Hoffmann! Wegens zijn voorliefde voor vierkanten motieven herhaald in vele ontwerpen, kreeg Josef Hoffmann (1870-1959) die bijnaam. Gebouwen, decoratie, meubels, tafelgerei, tapijten, lampen, zelfs lusthoven ontstonden op zijn tekentafel.

Onmiddellijk na mijn dood zal men me een van mijn witte pyjama’s aantrekken. In mijn borstzakje zal men een wit-zwarte zakdoek van Hoffmann stoppen. Hoffmann, dat miskende genie aan wie we de hernieuwing van de architectuur en van alle moderne decoratieve kunsten te danken hebben. Deze laatste herinnering aan dat Kunstencentrum dat de WW was en dat waarschijnlijk nooit zijns gelijke zal kennen, wens ik met me mee te nemen.

Men zal me te ruste leggen op een ligbed uit de badkamer. Dat zal beneden in de grote muziekzaal worden geplaatst. Met mijn hoofd naar het podium.

Josef Hoffmann
Josef Hoffmann
Zo begint Adolphe Stoclet zijn testament. De welgestelde Belgische zakenman uit een bankiersfamilie had begin twintigste eeuw in Wenen aan Hoffmann de opdracht gegeven om een stadspaleis in Brussel te ontwerpen. Het Palais Stoclet staat er nog en is sedert 2009 erkend als UNESCO-patrimonium. Het weelderige ‘monument’ ontvangt jaarlijks overheidstoelagen maar is niet voor het publiek toegankelijk. Dat zet kwaad bloed. Misschien is de familie, nog altijd eigenaar van het geheel, beducht voor schade en voor diefstal. Want Hoffmann, die van 1905 tot 1911 met zijn kompanen aan het luxueuze herenhuis werkte, bedacht het als een Gesamtkunstwerk. Zelfs de zilveren stempeltjes waarmee het WW-motief in de – vierkanten – koffiekoekjes wordt gedrukt, werden door de Weense architect ontworpen.

WW staat voor Wiener Secession en Wiener Werkstätte. De Wiener Secession brak eind negentiende eeuw in Wenen door met de traditionele kunstvormen en ontwikkelde een eigen vorm van Art Nouveau (Nieuwe Kunst). Die Jugendstil onderscheidde zich van de Europese vroegere Art Nouveau en zijn zwierige golvende lijnen door meer geometrische vormenlijnen en patronen. Ook het Palais Stoclet met zijn strenge, hoekige, in vierkanten opgedeelde, vlakke façade is een duidelijk voorbeeld van die versoberende nieuwe, ‘jeugdige’ stijl.

Vooruit-strevend?

Voor deze groep kunstenaars die brak met het verleden (hoewel dat nogal ambigue is), schreef Josef Hoffmann het eerste manifest. Zijn afschuw voor nutteloze versiersels die hij erin beklemtoonde, houdt hij zijn hele loopbaan aan.

Josef Hoffmann, ontwerptekening voor twaalf broches voor de Wiener Werkstätte, 1926
Josef Hoffmann, ontwerptekening voor twaalf broches voor de Wiener Werkstätte, 1926, MAK, KI 12144-45
Het leidmotief van de vernieuwers stond ook te lezen op de gevel van hun gebouw waarvan Hoffmann onder meer de foyer vormgaf: Der Zeit ihre Kunst / der Kunst ihre Freiheit (Elke tijd haar Kunst/ de Kunst haar Vrijheid). Ook de naam van het tijdschrift van deze vereniging Ver Sacrum (heilige lente) prijkte er. Nochtans ‘ontleende’ Hoffmann zijn inspiratie aan de Oudheid, aan oud(ere) Japanse kunst, aan folklore uit zijn geboortestreek Moravië… Eenduidig ‘vooruit-strevend’ is het niet.

Om hun ideeën in praktijk te brengen richtte Hoffmann in 1903 met plastisch kunstenaar Koloman Moser en de bankier Fritz Wärndor de Wiener Werkstätte op. Dat atelier waar ontwerpers en ambachtslui hand in hand werkten, moest hoogwaardige voorwerpen realiseren als tegenbod voor de zielloze industriële massaproducten. Echt nieuw is dat principe niet want de Oostenrijkers haalden hun mosterd bij The Arts en Crafts Movement in Engeland. Met ambachtelijke voorwerpen verwierpen William Morris en zijn kompanen de industriële massaproducten. En in Glasgow bedachten Charles Rennie Mackintosh en zijn eega Margaret Macdonald evengoed hun vernieuwende stijl. Ook met kenmerkende geometrische motieven en vierkanten. Tradities en plaatselijke vormentaal werden herontdekt. In België hadden Victor Horta en Henry van de Velde gelijkaardige ideeën.

Josef Hoffmann, theeservies, uitgevoerd door de Wiener Werkstätte, 1903
Josef Hoffmann, theeservies, uitgevoerd door de Wiener Werkstätte, 1903 © MAK/Katrin Wisskirchen

Totaalkunst – totalitaire kunst?

Als geheelontwerp creëerde Henry Van de Velde niet enkel zijn eigen huis Bloemenwerf met meubilair en decoratie maar ook de jurken die zijn vrouw in die omgeving droeg.

Josef Hoffmann, vaas,
Josef Hoffmann, vaas, uitgevoerd door Ludwig Moser & Sohne, Karlsbad, voor de Wiener Werkstätte, 1923 © MAK – Georg Mayer & Josef Hoffmann, schaal op een voet, uitgevoerd door een Boheems atelier voor de
Wiener Werkstätte, 1922 © MAK/Georg Mayer
Ook Hoffmann ontwierp een kledingstuk, maar eveneens talrijke siervoorwerpen: pompeuze buffetkasten in kostbaar hout met een bijhorend sigarenkistje, jardinières (bloemen- en plantenhouders), fraai glaswerk en vazen, zilveren bestekken met de initialen van zijn rijke klanten, lampen, tapijten, thee- en koffieserviezen, zoutvaatjes…

Voor theater-cabaret Fledermaus bedacht hij het hele interieur, maar ook de programma’s, de affiches en de stoelen met een gebogen rug-armleuning en met een vaak terugkomend motief van bollen als versterkende steun onder het zitvlak.

Die uitgaansgelegenheid (1907) zou nooit gerealiseerd zijn geweest zonder de rijkelijke vergoeding die Hoffmann kreeg van Stoclet. Voorschotten op het totaalkunstwerk in Brussel waarvan de bouw en de afwerking zes jaren in beslag nam. Op dat ogenblik is de Brusselse Art Nouveau ook al sterk versoberd: de zwiepende lijnen behoren tot het verleden; geometrische verstrakking beperkt uiteindelijk ook de fabricatietijd en dus de arbeiderslonen. Op materiaalkeuze wordt dan – en ook later niet bij de Art Déco, officieel vanaf 1925 – niet bespaard.

Josef Hoffmann, eetkamer van het Stocletpaleis
met de wandmozaïeken van Gustav Klimt, Moderne Bauformen XIII, 1914
Josef Hoffmann, eetkamer van het Stocletpaleis
met de wandmozaïeken van Gustav Klimt, Moderne Bauformen XIII, 1914

Het Stocletpaleis heeft een volledige buitenbekleding, ook de toren, van wit/grijzerig Noors marmer met een kadrering van metaal en brons. Ook binnen glimt het witte en groene marmer. In de eetkamer prijken twee reusachtige, kleurrijke mozaïeken van Gustav Klimt. Maar die ostentatieve pracht is nauwelijks op de teleurstellende tentoonstelling en in de bijhorende catalogus te zien. In werkelijkheid ook niet, tenzij voor enkele uitverkoren genodigden. Veel is er niet veranderd in honderd jaar.

De tentoonstelling Josef Hoffmann is tot 14 april 2024 te zien in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis Brussel. De bijbehorende catalogus werd uitgegeven door Hannibal Books: Josef Hoffmann – Beyond beauty and modernity

0
Reageren?x
×