Lubbers I betekende een waterscheiding in de Nederlandse politiek

4 minuten leestijd
2
Bordesscène van de ministers van het kabinet-Lubbers I
Bordesscène van de ministers van het kabinet-Lubbers I (CC0 - Rijksoverheid.nl - wiki)

Op 4 november 1982, bijna veertig jaar geleden dus, trad het eerste kabinet-Lubbers aan. Het betekende een waterscheiding in de Nederlandse politiek. De tijd van pappen en nathouden was voorbij. Voortaan luidde het devies: no-nonsense. Het neoliberalisme dat in Groot-Brittannië (Margaret Thatcher) en de Verenigde Staten (Ronald Reagan) al eerder voet aan de grond had gekregen, werd nu ook in Nederland dominant. En hoewel er tegenwoordig een lichte kentering zichtbaar is, geldt het recept van bezuinigen, privatiseren en zorgen dat de kas klopt nog lang niet als uitgewerkt.

Bij de Kamerverkiezingen op 8 september 1982 hadden CDA en VVD een vrij ruime meerderheid behaald en ze besloten vrijwel onmiddellijk om weer te gaan samenwerken. Dat kon makkelijk, want de twee partijen bezetten samen 81 zetels. Dat kwam vooral doordat de hervormingsgezinde VVD een fraaie overwinning had geboekt. Onder lijsttrekkerschap van haar nieuwe partijleider Ed Nijpels steeg ze van 26 naar 36 zetels. Het CDA had 3 zetels moeten inleveren, al bleef het met 45 zetels wel met afstand de grootste. Dat wil zeggen: van de regeringspartners. De PvdA was nóg groter, maar die zou voor een Kamermeerderheid niet langer nodig zijn.

Ambitieuze voornemens

CDA en VVD waren ook tijdens het eerste kabinet-Van Agt (1977-1981) aan het bewind geweest. Dat had op papier ambitieuze voornemens, maar uiteindelijk durfden de twee coalitiepartijen niet echt. De steun van het CDA was namelijk bepaald niet verzekerd. Een niet onaanzienlijk deel van die fractie – de ‘loyalisten’ – had eigenlijk liever met de PvdA verder geregeerd (na het meest linkse kabinet ooit onder leiding van Joop den Uyl).

“Het beleid van het kabinet riep dan wel veel onvrede op, het had al vrij tamelijk vlot resultaat.”

Zodra puntje bij paaltje kwam liet deze groep dat ook bij stemmingen merken. Pijnlijke bezuinigingen gingen premier Dries van Agt (CDA) en zijn VVD-vicepremier Hans Wiegel als het even kon uit de weg. De strenge minister van Financiën Frans Andriessen (CDA) lieten ze liever vertrekken dan verkiezingen te riskeren, wie weet noodgedwongen gevolgd door een kabinet met de gevreesde ‘rooien’.

Maar deze keer zou het anders worden. Opnieuw onder Van Agt nam iedereen aan, want die was weer lijsttrekker geweest van het CDA. Na een faliekant mislukte poging tot samenwerking met de PvdA in Van Agt II zou hij deze keer wél laten zien hoe de tering naar de nering gezet diende te worden. Van loyalisten zou hij geen last meer hebben, want zij hadden de Kamer verlaten of zich afgescheiden.

Van Agt bleek echter al spoedig niet meer te willen. Nogal onverwacht, hoewel hij er voor de verkiezingen wel eens toespelingen op had gemaakt, kondigde hij aan de politiek te zullen verlaten. Het ambt van premier kon beter vervuld worden door iemand ‘in volle vitaliteit’ dan door een politicus die in zijn achterhoofd al met zijn afscheid bezig was, liet hij weten.

Ruud Lubbers in gesprek met Dries van Agt, 1979
Ruud Lubbers in gesprek met Dries van Agt, 1979 (CC0 – Koen Suyk / Anefo – wiiki)

Opvolger

Zelf had Van Agt zijn vriend Jan de Koning op het oog als zijn opvolger, maar de fractie koos Ruud Lubbers. Een beetje merkwaardig wellicht, omdat die in zijn periode als fractievoorzitter vooral het imago had opgebouwd van een ietwat wazige compromissenbouwer, door Van Agt geringschattend neergezet als ‘onze koene keeper’. Lubbers gold als een handige, maar karakterloze ritselaar, iemand zonder ruggengraat, wiens enige ambitie het was een crisis te vermijden.

Maar nadat hij premier was geworden, veranderde zijn reputatie binnen de kortste keren. Het eerste kabinet-Lubbers is de geschiedenis ingaan als een van de hardste bezuinigingskabinetten ooit. Nederland was ziek, zoals Lubbers het (overigens pas in 1990) formuleerde, en een drastische afslankkuur zag hij als de enig juiste therapie.

Ruud Lubbers in 1985
Ruud Lubbers in 1985 (CC0 – Rijksoverheid – wiki)
Dat moet de VVD als muziek in de oren hebben geklonken. Eindelijk zou er eens worden doorgepakt, zonder dat vervelende dwarsliggers de boel konden traineren of blokkeren. Na een formatie van slechts 57 dagen (ongelofelijk snel in hedendaagse ogen) kon Lubbers I het bordes beklimmen. Naast Lubbers maakten onder anderen VVD’er Gijs van Aardenne (Economische Zaken) en Onno Ruding (Financiën, CDA) er onderdeel van uit. Maar de belangrijkste man van het kabinet was natuurlijk Lubbers zelf.

Zijn ploeg kreeg met fel maatschappelijk verzet te maken, maar zette door. Lubbers trok zich er niks van aan dat de populariteit van het CDA aanvankelijk sterk daalde. Onbevreesd zette hij de bijl in tal van verworvenheden van de verzorgingsstaat. Vooral ambtenaren en uitkeringsgerechtigden moesten inleveren. Verder werden ook studenten het kind van de rekening. Zij moesten vaker geld lenen en sneller afstuderen.

Het kabinet had overigens wel geluk dat kort na zijn aantreden werkgevers en vakbonden het eens werden over loonmatiging in ruil voor arbeidstijdverkorting. Dit Akkoord van Wassenaar heeft ongetwijfeld bijgedragen aan het succes van Lubbers I.

Onvrede

Het beleid van het kabinet riep dan wel veel onvrede op, het had al vrij tamelijk vlot resultaat. De economie trok aan, de werkloosheid begon (heel voorzichtig) te dalen en de overheidsfinanciën toonden herstel. Bij de (reguliere) Kamerverkiezingen van 1986 bleek Lubbers sterk te profiteren van deze wederopstanding en de daarmee gepaard gaande premierbonus. Met zijn nieuwe lijsttrekker (‘Laat Lubbers zijn karwei afmaken’) won het CDA 9 zetels. Coalitiepartner VVD, onder meer door interne affaires in de kiezersgunst gedaald, verloor er 9, zodat het saldo nul was. Maar de naam van Lubbers als ‘Macher’ was gevestigd. Decennialang was hij de langstzittende premier van Nederland. Pas onlangs is hij gepasseerd door VVD’er Mark Rutte.

Boek: Persoonlijke herinneringen – Ruud Lubbers

2
0
Reageren?x
×