Op 14 oktober 2010 trad het kabinet Rutte I aan, bestaande uit de VVD, die over 31 zetels beschikte, en het CDA, dat er bij de verkiezingen 21 had behaald. Samen 52, dus lang niet genoeg voor een Kamermeerderheid. Dankzij gedoogsteun van verkiezingswinnaar PVV (24 zetels) was er toch een draagvlak voor de nieuwe ploeg, zij het heel nipt.
Vanuit de VVD klonken geen protesten tegen de komst van het gedoogkabinet, maar in het CDA waren heel wat leden er allerminst gelukkig mee. Onder hen bevonden zich veel prominenten, zoals de oud-premiers Piet de Jong en Dries van Agt en (al dan niet voormalige) bewindslieden als Ernst Hirsch Ballin, Ab Klink en Cees Veerman. Zij waarschuwden voor de ‘gevaarlijke en verkeerde weg’ die regeren met de anti-migratiepartij van Geert Wilders zou betekenen.
De partijtop, onder leiding van demissionair minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen, wilde echter dolgraag het avontuur aangaan. Het CDA was bij de verkiezingen van juni 2010 bijna gehalveerd. Aan de succesvolle periode van vier kabinetten-Balkenende was een einde gekomen. De partij verkeerde in een shock. Volgens Verhagen kon ze beter deel gaan uitmaken van een kabinet dan op de oppositiebankjes zitten wegkwijnen. Misschien dat ze er dan weer bovenop zou kunnen komen.
Dries van Agt over de samenwerking met de PVV (Congres Rijnhal)
Rijnhal
De verdeeldheid in het CDA was zo groot dat alleen een partijcongres uitkomst kon brengen. Dat vond plaats in de Rijnhal in Arnhem op zaterdag 2 oktober, volgende week dus tien jaar terug. Het werd een historische bijeenkomst, en dat bijvoeglijk naamwoord is ditmaal eens niet overdreven.
In de bomvolle zaal liepen de gemoederen zeer hoog op. Tegenstanders van de gedoogcoalitie deden een klemmend beroep op hun medeleden om die af te wijzen. Maar Verhagen, luidkeels gesteund door onder meer toenmalig partijcoryfee Camiel Eurlings, wist met een van emotie verstikte stem het pleit te winnen. Zo’n twee derde van de CDA-leden stemde uiteindelijk voor de koers van de partijleiding. De weg was vrij voor Rutte I, met volgens de premier een regeerakkoord waarbij…
‘rechts Nederland zijn vingers kon aflikken’.
Camiel Eurlings speecht op CDA congres (Congres Rijnhal)
Maar in de praktijk werden er weinig vingers afgelikt. Het kabinet bleek allerminst een succes. Hoewel Wilders op papier alleen de gedoogpartner was, bemoeide hij zich intensief met tal van dossiers, zeker als die het asielbeleid raakten. Hierdoor ontstond al snel een ruziesfeer. Die cumuleerde na anderhalf jaar in een clash. Wilders verliet met al dan niet gespeelde woede het Catshuis. De gedoogcoalitie overlegde daar al weken over aanvullende bezuinigingen van 14 miljard euro, nodig om aan de Europese begrotingsvoorschriften te voldoen. Rutte en Verhagen (inmiddels vicepremier en minister van Economische Zaken) toonden zich verbijsterd dat Wilders wegliep, want ze dachten een akkoord binnen handbereik te hebben.
Spijt
Rutte leek achteraf spijt te hebben van de gedoogperiode met de PVV. Lenig van geest als hij is vormde hij een paar maanden na de val van zijn eerste kabinet een coalitie met de PvdA. Met de sociaaldemocraten, ideologisch de tegenpool van de PVV, wist hij zijn miljardenbezuiniging wél te realiseren. In de aanloop naar de verkiezingen van 2017 sloot Rutte de PVV als regeringspartner uit. Vermoedelijk doet hij dat deze keer weer, al heeft hij formeel nog niet laten weten opnieuw lijsttrekker te willen worden.
Ook Verhagen kijkt met weinig genoegen terug op zijn samenwerking met Wilders. Eerder dit jaar zei hij in een interview met het blad Christendemocratische Verkenningen:
‘Als ik geweten had dat een gedoogcoalitie in de praktijk zou worden uitgelegd als een samenwerking in een gewone coalitie, was ik er niet aan begonnen.’
Over het uitblijven van het electorale herstel van het CDA, dat na de val van Rutte I onder de 20 Kamerzetels zakte, zweeg hij dan nog maar. Verhagen maakt overigens allang geen deel meer uit van de partijtop. Hij heeft de politiek vaarwel gezegd en is nu voorzitter van de brancheorganisatie Bouwend Nederland. Zijn opvolger als CDA-chef, Sybrand Buma, wilde na het debacle in het Catshuis evenmin nog iets met de PVV te maken hebben. Hij behoorde in 2010 in Arnhem tot de voorstemmers, maar in 2017 wees hij een kabinet met de partij van Wilders categorisch af. Ook Buma is inmiddels geen partijleider meer, maar burgemeester van Leeuwarden.
De huidige partijleider Hugo de Jonge stemde in 2010 eveneens voor gedoogsteun van de PVV. ‘Ze hadden een grote achterban en ze waren nog niet getest,’ zei hij onlangs in het AD. Inmiddels weet hij beter. ‘Dat moeten we niet nog een keer doen.’
Oppositie
Maar ook Wilders zal niet met veel warme gevoelens terugdenken aan zijn samenwerking met VVD en CDA. Bij de verkiezingen van 2012 verloor zijn partij 9 zetels (van 24 naar 15). Volgens de polls staat ze inmiddels weer bijna op 24. In de oppositie floreert de partij aanzienlijk beter dan als gedoogpartner.
Geregeld klaagt de PVV-leider erover dat de liberalen en christendemocraten zijn partij boycotten bij kabinetsformaties. Het is echter de vraag hoe blij hij zou zijn als ze hem opeens zouden uitnodigen om mee te regeren.