Kanaän, het land dat rond 1200 voor Christus door het Joodse volk zou zijn veroverd, werd mogelijk geregeerd door een vrouw. Dit concluderen Israëlische archeologen na bestudering van een keramische plaat uit de Kanaänitische periode.
De archeologen, Shlomo Bunimovitz en Zvi Lederman, doen hun bevindingen uit de doeken op de website van de Universiteit van Tel Aviv. Op de keramische plaat, die onlangs bij Jeruzalem werd gevonden, is een persoon in mannelijke kledij te zien. De haardracht is echter typisch de haardracht van een vrouw. De persoon houdt daarnaast lotusbloemen vast, typisch vrouwelijke symbolen.
Meesteres der leeuwinnen
Bunimovitz en Lederman legden de keramische plaat voor aan een kunsthistoricus die bevestigde dat er hoogstwaarschijnlijk een vrouw op wordt afgebeeld. Het gaat mogelijk om een afbeelding van de zogenaamde ‘meesteres der leeuwinnen’, een heerseres van wie bekend is dat ze stenen plakkaten beschreef en opstuurde naar de farao van Egypte. Ze verzocht om militaire steun om de onrust in haar koninkrijk te beteugelen. Mogelijk was zij dus de enige vrouwelijke heerseres in Kanaän.
Voordat Kanaän het Beloofde Land werd, werden de steden in het gebied bestuurd door verschillende Kanaänitische koningen. Rond 1350 voor Christus stuurden veel van deze koningen beschreven kleitabletten naar de farao van het in die tijd machtige Egypte. Via deze tabletten vroegen ze de farao om militaire steun tegen aanvallen van nomaden die bekend werden als de Habiru. In totaal zijn er 382 van deze kleitabletten gevonden. Twee van hen werden ondertekend met het vrouwelijke epitheton “meesteres der leeuwinnen”.