Museum Geelvinck staat de komende tijd met een tentoonstelling stil bij de Russische Kozakkentroepen die in november 1813 naar Amsterdam kwamen en de weg vrij maakten voor de inhuldiging van de Prins van Oranje. Titel van de tentoonstelling luidt: 1813: Nederland door de Russen bevrijd!
Nederland was in 1810 opgegaan in het Franse Keizerrijk en Amsterdam was daarin de derde Franse hoofdstad geworden. In oktober 1813 versloegen de geallieerde troepen, waarin de Russen de grootste legermacht vormden, Napoleon in de Volkerenslag bij Leipzig. Deze nederlaag, waaraan ruim een half miljoen militairen deelnamen en bijna één op de vijf het leven liet, brak Napoleons overwicht over het Europese continent. De geallieerde troepen trokken vervolgens op naar Parijs.
Volgens Museum Geelvinck had de machtsomwenteling binnen het Amsterdamse stadsbestuur tegen de Franse autoriteiten in november 1813 een “fataal andere draai kunnen krijgen”, als niet een Russische commandant met een handvol Kozakkenruiters van achter de Oeral te hulp was geschoten.
Deze commandant handelde tegen de orders van zijn meerdere in, maar wel in de geest van de opdracht, die hij van de Russische tsaar Alexander I had meegekregen. De commandant slaagde erin de Franse troepen uit hun strategische posities rond de stad te verjagen. Museum Geelvinck:
“Zo kon op 2 december 1813 de Prins van Oranje, de latere Koning Willem I, begeleid door een escorte van Russische Kozakken, feestelijk door de Amsterdamse bevolking worden ingehaald. Doordat hij op die dag in Amsterdam door het provisionele stadsbestuur tot eerste Soeverein Vorst van het Vrije Nederland werd geproclameerd, werd de weg vrijgemaakt voor een moderne, constitutionele monarchie.”
Twee jaar later werd Willem I in Amsterdam op basis van de nieuwe Grondwet van 1815 ingehuldigd tot Koning van de Verenigde Nederlanden. De relatie met Rusland werd in 1816 bezegeld door het huwelijk van de kroonprins, de latere koning Willem II, met de zuster van de tsaar, Anna Paulowna.
Gevolgen Museum Geelvinck
Ook voor de geschiedenis van het Geelvinck Hinlopen Huis aan de Amsterdamse Herengracht vormde 1813 een cruciaal jaar: de laatste erfgenaam van Albert Geelvinck was nauw verbonden met Napoleons entourage en verkocht het huis vanuit zijn nieuwe woonplaats, Parijs. Het Geelvinck Hinlopen Huis werd tot dat moment bewoond door het gezin van een achterneef van de Geelvincks en zij verhuisden vervolgens naar Den Haag. Hun zoon Willem Gerard van de Poll (1793-1872) werd in 1814 kabinetssecretaris van de nieuwe vorst Willem I.
Tentoonstelling
Museum Geelvinck staat de komende maanden met een tentoonstelling stil bij de rol die Kozakken speelden bij de omwenteling van 1813.
Als onderdeel van de tentoonstelling zijn enkele muziekinstrumenten te zien, waaronder een Russische militaire trom en trompetten uit de oorlog van 1813. Ook te zien is een tafelpiano uit St. Petersburg (1845-1850) uit de Sweelinck Collectie.