Dark
Light

Krijgsgevangen.nl, site over krijgsgevangen officieren WOII

5 minuten leestijd

Toen Johan van Hoppe dertien jaar was, keek hij gefascineerd naar de tv-serie Colditz. In dat Duitse kasteel, niet ver van Leipzig, bevond zich een streng beveiligd krijgsgevangenenkamp, waaruit ontsnappen ‘onmogelijk’ was. Nu probeert hij het lot van Nederlandse krijgsgevangen officieren tijdens de Tweede Wereldoorlog in kaart te brengen op een nieuwe site: www.krijgsgevangen.nl.

De eerste foto van de Nederlandse erewoord-weigeraars in het krijgsgevangenschap Soest, september 1940 (Collectie Johan van Hoppe)
In Colditz waren ‘vluchtgevaarlijke’ geallieerde krijgsgevangen officieren ondergebracht, die zich niettemin met regelmaat aan de Duitse controle wisten te onttrekken. Britse militairen speelden in de spannende tv-serie een hoofdrol, maar er zaten ook 69 Nederlandse officieren. Die hadden, na de capitulatie, geweigerd de verklaring op erewoord te ondertekenen.

Eerewoord

Wie de verklaring ondertekende ‘verzekerde op eerewoord’…

“…dat ik, gedurende dezen oorlog althans zolang Nederland zich met het Duitsche Rijk in oorlogstoestand bevindt, aan geen enkel front noch direct, noch indirect zal deelnemen aan den strijd tegen Duitschland. Ik zal geen handeling begaan of verzuim plegen, waardoor het Duitsche Rijk schade, van welken aard ook, zou kunnen lijden.

De interpunctie had beter gekund, maar wie tekende kon naar huis, met ‘groot verlof’, al moest men zich beschikbaar houden ‘ter controle’. Wie de verklaring niet tekende zou echter in krijgsgevangenschap worden weggevoerd.

In kamp Stanislau werden honderden foto’s gemaakt van krijgsgevangen officieren, met een weelderig bos op de achtergrond. In werkelijkheid was er één groepje bomen, ergens in een hoek van het kamp. Luitenant Henk de Pater zit tweede van rechts. Zijn echtgenote schrikt van zijn ingevallen gezicht (en van de snor!) – Collectie Johan van Hoppe
Van de 2000 beroepsofficieren en 12.400 beroepsonderofficieren weigerden op 14 en 15 juli 1940 een kleine zestig de verklaring te tekenen (anderen trokken later hun handtekening in). Zij werden onmiddellijk gevangen genomen en gingen eerst naar Oflag (Offizierslager) VI A in Soest (Westfalen) en via Juliusburg (Oflag VIII-C) naar Colditz (Oflag IV-C). Veel anderen volgden overigens later, voor een belangrijk deel na een verraderlijke Duitse actie, tenzij men zich aan gevangenneming had weten te onttrekken.

De weigeraars onderscheidden zich overigens alleen in de oorlog. Toen na de oorlog aan de orde kwam of ze wellicht een koninklijke onderscheiding verdienden vond de militaire top dat onaanvaardbaar. De militaire top van na de oorlog had de erewoordverklaring wel getekend.

Duits verraad

In december 1941 probeerden luitenant ter zee Diederic van Lynden en ritmeester E. Steenhouwer, verkleed als Duitse officieren, uit Colditz te ontsnappen. De poging mislukte. (Collectie Johan van Hoppe)
Op 15 mei 1942 werden de officieren op ‘groot verlof’ door de bezetter ‘ter controle’ bijeengeroepen in de legerplaatsen Assen, Ede, Bussum, Breda en Roermond. In totaal meldden zich ongeveer 2.700 militairen. Sommigen hadden hun vrouw of vriendin meegenomen, die buiten wachtten totdat ze weer naar huis konden.

Maar de officieren werden er onverhoeds weer in krijgsgevangenschap genomen en op de trein gezet met onbekende bestemming. Als reactie op verzetswerk van Nederlandse militairen had Adolf Hitler opdracht gegeven tot hun deportatie naar krijgsgevangenkampen in Duitsland. Van Hoppe voegt op zijn website een krantenknipsel toe met de dienstregeling voor drie extra treinen naar de kazernes – heen en terug.

Andere lichtingen officieren moesten zich later meldden; tweede luitenant Henk de Pater in maart 1943. Vier dagen voor hij weg moest trouwde hij. De correspondentie met z’n kersverse bruid en z’n ouders is, aangevuld met documentatie, bewaard gebleven op de website Bruidegom achter prikkeldraad.

Een belangrijke groep potentiële tegenstanders was daarmee door de Duitsers onschadelijk gemaakt. De krijgsgevangen officieren kregen – beschermd door de Conventie van Genève – een redelijke verzorging, maar waren gedwongen tot nietsdoen – of het maken van ontsnappingsplannen.

Drie officieren in Juliusburg; ’tussenstation’ tussen Soest en Colditz. Tony Luteyn (midden) en Oscar Drijber (rechts) wisten later uit Colditz te ontsnappen (Collectie Johan van Hoppe)

Fascinatie:

‘Colditz’ en de kwestie van het ‘erewoord’ hebben Johan van Hoppe altijd bezig gehouden, zeker ook omdat hij carrière maakte bij de Koninklijke Landmacht. Hij is nu 52 jaar en luitenant-kolonel. Krijgsgevangenschap behoort als het ware tot zijn ‘beroepsrisico’.

“Ik vraag mezelf vaak af, wat ik zou hebben gedaan. Zou ik geweigerd hebben om de erewoordverklaring te tekenen als ik vrouw en kinderen had gehad? Zou ik geprobeerd hebben te ontvluchten?”

Hij weet het antwoord niet, maar wel dat het lot van krijgsgevangen officieren tijdens de Tweede Wereldoorlog hem zo boeide, dat hij besloot er een website aan te wijden.

Kerstboom van documentatie

Over de krijgsgevangenschap van officieren tijdens de Tweede Wereldoorlog is weinig gepubliceerd. Twee boeken trekken de aandacht. G. van Amstel legt in het spannende boek De zak met vlooien de nadruk op de ontsnappingen en de voorbereiding van ontsnappingen van krijgsgevangenen. Officieren achter prikkeldraad, 1940-1945 van Leo de Hartog, één van de 69 die aanvankelijk in Colditz terecht kwamen, is in meer objectieve stijl geschreven, goed gedocumenteerd en voorzien van bijlagen met belangrijke gegevens. Maar bij het grote publiek, zelfs bij de direct betrokken familieleden, zijn hun lotgevallen nagenoeg onbekend gebleven: er werd vooral over gezwegen. En intussen is vrijwel iedereen overleden; wie 25 jaar was in 1940 zou dit jaar 97 zijn geworden.

Pas toen de moeder van Jan de Waal overleed, ontdekte hij foto’s en documenten over de krijgsgevangenschap van zijn eigen vader, Frans de Waal (1911-1995).

“Tijdens zijn leven had Frans de Waal er weinig over verteld. Alleen wat over de verveling, de onderlinge cursussen en het slechte eten. De documenten en verslagen gaven opeens een beeld van hoe deze Nederlandse officieren in de oorlogsjaren hebben geleefd.”

Als webmaster van Eindhovenfotos.nl voegde hij een hoofdstuk toe over de krijgsgevangenschap van zijn vader: Levensloop Frans de Waal. Dat trok de aandacht van (familie van) lotgenoten, die eigen documentatie en verhalen doorstuurden ter publicatie. Nu biedt de site links naar tientallen andere plaatsen op internet waar talrijke details te vinden zijn over de krijgsgevangenenkampen. Het is een kerstboom van documentatie met soms zeer verrassende vondsten maar weinig systeem.

Krijgsgevangen.nl

Briefkaart van de adelborst Frans de Ridder aan zijn moeder. De geruchten gaan dat ze 21 november (1944) thuis zijn! Helaas zal dat nog ruim een half jaar duren. (Collectie Johan van Hoppe)
In februari 2012 begon Johan van Hoppe zijn site www.krijgsgevangen.nl. Jan de Waal zal de inhoud van Stanislau 1942-1945 er ook op onderbrengen. Van Hoppe heeft intussen al gedetailleerde informatie geplaatst over zeven Duitse krijgsgevangenkampen met Nederlandse officieren, inclusief tientallen foto’s en documenten, maar hij wil meer:

“Ik ben al door verschillende mensen benaderd met vragen. Je merkt dan dat er kinderen zijn die eigenlijk niets van hun vader weten. Soms zelfs helemaal niets, omdat hij vroeg is gestorven. Maar vaak spraken ze niet over hun tijd in krijgsgevangenschap en er werd ook niet naar gevraagd. Nu wil men het wel weten, maar is er weinig meer te vinden.”

Daarom is hij op zoek naar namenlijsten en naar lijsten van binnenkomst en vertrek uit de krijgsgevangenkampen. Honderden mensen moeten, in de kast of ergens onder een laag stof op zolder, nog tastbare informatie hebben liggen – foto’s, formulieren, documenten en andere herinneringen, over hun vader of grootvader. Alle informatie is welkom bij [email protected]. Van Hoppe:

“Ik wil eigenlijk dat het een vraagbaak wordt voor mensen die dit onderwerp interessant vinden en die op zoek zijn naar informatie over hun vader of grootvader. Buiten de verhalen, die natuurlijk heel belangrijk zijn, wil ik ook dat het een database wordt met informatie over alle Nederlandse officieren in krijgsgevangenschap.”

Het is een klus, waarvoor hij tijd moet vinden naast het verdedigen van het Vaderland. En hij is zich ervan bewust dat hij geduld moet oefenen voordat belangstellenden blindelings de weg naar Krijgsgevangen.nl weten te vinden.

“Ik denk dat ik mijn plaatsje op internet nog moet veroveren en dat mensen pas daarna een keer zoiets hebben van: “als het over Nederlandse officieren in krijgsgevangenschap gaat, moet je bij Johan van Hoppe zijn”.

Boek: Officieren achter prikkeldraad, 1940-1945

André Horlings (1945-2023) was journalist en van 'vlak na de oorlog', wat mogelijk zijn interesse voor onder meer de Tweede Wereldoorlog verklaarde. Schreef het boek Arnhem Spookstad en verzorgde de (eind)redactie voor een publicatie over het Duitse dwangarbeiderskamp Rees (1944-1945). Verzorgde in 2011 twee uitvoerig gedocumenteerde verhalen: Bruidegom achter prikkeldraad en Het drama van de SS Pavon. Bladerde graag in Google Books. Zie ook archief sinds 1995.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×