Op 11 juli 1184 deed zich in het Heilige Roomse Rijk, om precies te zijn in Erfurt (in het landgraafschap Thüringen), een groot drama voor. Tijdens een belangrijke vergadering van de aristocratie in de Sint-Pieterskerk in Erfurt stortte een deel van de kerk in.
Tientallen hoge edelen, graven en bisschoppen uit het Heilige Roomse Rijk kwamen hierbij om het leven. Een groot deel van de slachtoffers verdronk omdat ze in een latrine vol met menselijke uitwerpselen en urine vielen. Hoe kon dit precies gebeuren?
Aanleiding voor de bijeenkomst van edelen in Erfurt
Aan de Erfurter Latrinensturz, zoals het drama in het Duits genoemd wordt, ging een oproep vooraf van de Duitse koning Hendrik VI (1165-1197), de zoon van de fameuze Duitse keizer Frederik Barbarossa (1122-1190). De slechts negentienjarige koning moest bemiddelen in een conflict tussen de landgraaf Lodewijk III en de aartsbisschop van Mainz, Koenraad I von Wittelsbach.
Het conflict tussen beide machthebbers moet begrepen worden tegen de achtergrond van de toen heersende Investituurstrijd (1066-1122), de strijd tussen wereldlijke en geestelijke gezagsdragers over het benoemingsrecht van bisschoppen.
Het gaat helemaal mis
Tijdens het overleg in de Sint-Pieterskerk in Erfurt stortte, ten gevolge van houtrot en te veel mensen in één zaal, een complete vloer in. Hierdoor vielen tientallen hoogwaardigheidsbekleders naar beneden en kwamen in de latrine in de kelder terecht, die diende als afvoer van menselijke uitwerpselen en urine. Een groot aantal edelen, ridders en geestelijken verdronk. Sommige bronnen spreken van zestig personen, anderen van tientallen, maar ook worden in de literatuur aantallen van honderden personen genoemd. Historici achten echter een aantal slachtoffers van zo’n zestig het meest waarschijnlijk.
Hoofdrolspelers koning Hendrik VI, graaf Lodewijk III en de aartsbisschop Koenraad I van Wittelsbach overleefden het drama. De koning en de bisschop zaten in gemetselde raamnissen, terwijl de graaf de val naar beneden overleefde. Maar tientallen anderen waren minder gelukkig en verdronken in de uitwerpselen. De kroniek van het Sint-Pieterskerk vermeldde:
“Velen vielen in de beerput beneden, sommigen werden met moeite gered, terwijl anderen verstikten in de drek.”
Een handjevol ongelukkigen kwam om het leven door vallende balken en stenen. Het incident is relevant, omdat de Europese adel in shock was door de dood van veel graven en bisschoppen. Maar ook waren enorme beerputten, zoals in de kerk in Erfurt, typisch middeleeuws. Bijna elk gebouw en huishouden had een beerput voor menselijke uitwerpselen. Voor historisch onderzoek zijn deze latrines van grote waarde geweest: historici hebben hierdoor kunnen achterhalen wat de middeleeuwse medemens zoal at en hoe het er met de gezondheid voorstond.
Parasieten & diarree
Wat de middeleeuwers niet wisten, was dat door de laaggelegen beerputten allerlei bacteriën in het grondwater terechtkwamen. Een eindje verder werd er water uit de grond opgepompt, dat vrijwel altijd vol zat met parasieten.
Koning Hendrik VI verliet Erfurt na het drama meteen. Dertien jaar later, in 1197, stierf hij op slechts 32-jarige leeftijd in Messina na zware diarree.
Boek: Het weergaloze bestaan van keizer Frederik II – Cas van Houtert
Bronnen â–¼
Internet
-https://www1.wdr.de/stichtag/stichtag4338.html
-https://de.wikipedia.org/wiki/Erfurter_Latrinensturz
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Latrine-incident_van_Erfurt
-https://www.br.de/radio/bayern2/sendungen/kalenderblatt/2607-latrinensturz100.html
-https://allthatsinteresting.com/erfurt-latrine-disaster