Bij Uitgeverij Lannoo is het tweede deel verschenen uit de op kinderen gerichte reeks “Professor Breinstein”. Dit nieuwe deel gaat over “Ridders”, waar de Romeinen in deel één aan bod kwamen. In de toegankelijke deeltjes haalt deze fictieve allesweter met zijn intelligente konijn, op een onderhoudende manier bijzondere weetjes uit de geschiedenis naar voren. De reeks – die een humoristische insteek heeft en voorzien is van veel verhelderende tekeningen – is met name gericht op jongere lezers van 10 tot 15 jaar.
“Professor Breinstein” is in dit tweede deeltje omgedoopt tot “Professor Kleinbrein”. Navraag bij de uitgever leert dat de naam, ondanks grondig vooronderzoek, al in gebruik bleek te zijn. Dus neemt (vanaf nu) professor Kleinbrein de jonge lezers mee op een interessant en leerzaam avontuur door de middeleeuwse riddercultuur. We reizen een klein stukje met hem mee en gaan op bezoek bij de middeleeuwse ridders.
Tijdlijn en uitleg kernbegrippen
Het boekje is doordacht opgezet en voorzien van aantrekkelijke illustraties, die kinderen tussen 10 en 15 jaar zeker zal weten te boeien. Nuttig is dat auteur DeVos, voordat ze op het thema ridders ingaat, begint met een overzichtelijke tijdlijn van enkele belangrijke gebeurtenissen uit de middeleeuwen. Hierin komen middeleeuwse kernmomenten terug, zoals de Slag bij Hastings (1066), de Magna Carta (1215) of de Guldensporenslag (1302). Ook fijn is dat er aandacht wordt besteed aan informatiebronnen over de middeleeuwen, zoals het Tapijt van Bayeux:
“Het beroemde Tapijt van Bayeux vormt een schat aan informatie over de middeleeuwen. Op dit gigantische borduurwerk ontdek je onder andere hoe ze in die tijd een kasteel bouwden. Je kunt het tapijt nog steeds bekijken in de Franse stad Bayeux.” (58)
Verder licht de auteur allerlei verschijnselen uit die samenhingen met de ridders en de riddertijd, zoals het feodalisme, de hoofse cultuur, soorten wapens die men in de middeleeuwen gebruikte en de ontwikkeling van kastelen. In de diverse hoofdstukken die over de middeleeuwse kastelen gaan, komen onder meer kasteeltypes aan bod als de motte en concentrische burchten. Het bekende Syrische fort Krak des Chevaliers wordt evenmin vergeten.
Allerlei leuke weetjes
Het boek bevat veel leuke wetenswaardigheden en feitjes. Aardig is bijvoorbeeld het feit dat in kastelen de wenteltrappen in torens vaak met de klok mee draaien als je omhoog gaat. Je draait dan dus naar rechts. De trappen werden op deze manier gebouwd, zodat de aanvallers – die als ridders rechtshandig waren en de trap op moesten gaan – dan met hun zwaard tegen het middelste deel van de trap stootten. De verdedigers die van boven kwamen, waren als rechtshandigen bij het afdalen in het voordeel en konden met hun zwaard een groot oppervlakte beslaan.
Maar waarom waren de ridders eigenlijk rechtshandig en niet linkshandig? DeVos:
“Linkshandig zijn was uit den boze voor een ridder. Een ridder moest het goede vertegenwoordigen, de rechterkant, terwijl middeleeuwers geloofden dat links voor het kwade stond.” (58)
DeVos komt met nog veel meer interessante weetjes en feitjes. Prachtig is bijvoorbeeld ‘slimme legertrucjes’, waar we het volgende lezen:
“Door een kommetje water op de grond te zetten probeerden ridders te achterhalen of er gangen gegraven werden onder de muren van hun kasteel. Als het water trilde, wisten ze meteen dat er ondergronds iets gaande was.”
Boek: Professor Breinstein – De ridders
Lees ook: Fascinerende feiten over de Romeinen