Jerry Parr, een van de lijfwacht die de Amerikaanse president het leven redde tijdens de aanslag van 30 maart 1981, is deze week op 85-jarige leeftijd overleden in zijn huis in Washington.
Ronald Reagan was nog maar een paar maanden president van de Verenigde Staten toen de verwarde John Hinckley Jr., een ziekelijke fan van actrice Jodie Foster, een aanslag op zijn leven pleegde. Hinckley wilde met zijn daad indruk maken op Foster en liet zich inspireren door een van haar films, Taxi-driver, waarin ook een aanslag op de president werd gepleegd.
John Hinckley schoot zes keer. Alle schoten misten aanvankelijk doel. Eén kogel werd echter teruggeketst vanaf de limousine van de president en belandde uiteindelijk in Reagan’s long.
John Hinckley Jr. sloeg niet op de vlucht en werd dus vrij snel opgepakt. Hij belandde vervolgens in een inrichting. In 2000 kreeg hij toestemming om zijn familie te bezoeken buiten de inrichting. Toen bleek dat hij weer allemaal materiaal van Jodie Foster begon te verzamelen, werden zijn rechten echter ingetrokken.
Gebroken rib
Jerry Parr was een van de agenten die onmiddellijk bovenop de president dook toen duidelijk werd dat er sprake was van een aanslag. Vanwege het geweld waarmee hij zich op Reagan stortte dacht Parr aanvankelijk dat hij een rib van de president gebroken had. Ook de president dacht dit en toen hij bloed ophoestte vermoedde hij dat hij tijdens de aanslag te hard op zijn wang gebeten had. De president liep uiteindelijk op eigen kracht het ziekenhuis binnen, tot hij door zijn knieën viel en duidelijk werd dat hij wel degelijk geraakt was.
Nancy Reagan, weduwe van de in 2004 overleden president, heeft inmiddels gereageerd op het overlijden van de lijfwacht die haar man in 1982 het leven redde. Ze noemt Parr “echt een van mijn helden”.
- Lees ook: Volgens audiotape was Reagan ‘okay’ tijdens aanslag 1981
- Boek: Ronald Reagan. The Autobiography