Marguerite De Riemaecker-Legot (1913-1977) ging niet alleen de geschiedenis in als de eerste vrouwelijke minister van België, maar was bovendien de eerste politica die het tot minister van Staat schopte. Hieronder het verhaal van een opmerkelijke vrouw die meer dan dertig jaar de Belgische politiek mee bepaalde:
Jeugd- en studiejaren
Marguerite Legot werd op 9 maart 1913 geboren te Oudenaarde, een stad in de Belgische provincie Oost-Vlaanderen. Na haar middelbare studies begon ze in 1931 aan de Gentse universiteit rechten te studeren. Die keuze was indertijd voor jonge vrouwen niet voor de hand liggend. Het beroep van advocaat was immers pas sinds 1922 toegankelijk voor vrouwen. In 1936 studeerde ze cum laude af als doctor in de rechten. Tijdens haar studententijd maakte Marguerite kennis met Jules De Riemaecker met wie ze in 1938 huwde en wiens familienaam ze aan de hare toevoegde.
De eerste passen in de politiek
Het paar vestigde zich korte tijd nadien in Brussel waar Marguerite burgerlijk en grondwettelijk recht doceerde aan de Sociale School van de Christelijke Arbeidersvrouwen. Tegelijkertijd ging ze aan de slag op het kantoor van Maria Baers (1883-1959), een militante binnen de vrouwenemancipatiebeweging en senator voor de CVP (de Christelijke Volkspartij). Op aandringen van Baers, en na enige aarzeling, werd Legot zelf politiek actief bij de CVP en klom al vlug op binnen de rangen van het Nationaal Bureau van de partij.
Doorbraak op het politieke forum
Na de bevrijding van België ging Marguerite in 1945 kortstondig werken als kabinetsmedewerkster bij Henri Pauwels (1890-1946), minister van Oorlogsslachtoffers. Het jaar daarop werd ze op de CVP-lijst verkozen tot volksvertegenwoordigster voor het arrondissement Brussel. Opmerkelijk hierbij is dat haar verkiezing tot Kamerlid enkel te danken was aan mannelijke stemgerechtigden. België erkende immers het algemeen vrouwenstemrecht pas twee jaar later in 1948. Haar politiek engagement nam in de loop der jaren gestaag toe. Zo werd ze ondervoorzitter bij de Brusselse afdeling van het Algemeen Christelijk Werknemersverbond en van 1951 tot 1954 vertegenwoordigde ze België bij de Internationale Arbeidsorganisatie in Genève. Op het einde van de jaren vijftig wist Marguerite als eerste Belgische politica een zitje te veroveren in het Europees Parlement te Straatsburg. Ze zou er drie jaar zetelen en keerde in 1961 terug naar Brussel om er zich opnieuw volledig aan de nationale politiek te wijden.
In juli 1965 werd Marguerite respectievelijk onder de regeringen Pierre Harmel (1911-2009) en Paul Vanden Boeynants (1919-2001) benoemd tot minister van het Gezin en Huisvesting. Daarmee werd Marguerite De Riemaecker-Legot de allereerste vrouwelijke minister van het land. Gedurende haar driejarig durend ministerschap ijverde Legot onverdroten voor gelijke rechten tussen man en vrouw. Daarnaast legde ze verscheidene wetsvoorstellen neer ter bescherming van minderjarigen waarmee ze de basis vormde van het huidig jeugdbeschermingsrecht.
Haar politiek parcours kreeg na de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 een nieuwe wending toen ze in het kabinet van de toenmalige burgemeester van Brussel, Lucien Cooremens, eerst als gemeenteraadslid werd aangesteld en het jaar daarop het ambt van schepen van de Burgerlijke Stand mocht uitoefenen. Nog tijdens haar schepenmandaat werd Marguerite op 18 oktober 1974 per Koninklijk Besluit benoemd tot minister van Staat en hiermee ook de eerste vrouw die deze titel verkreeg.
Met de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 1976 werd De Riemaecker-Legot opnieuw tot schepen van de stad Brussel verkozen. Ditmaal kreeg ze het departement Openbare Werken en Ruimtelijke Ordening onder haar bevoegdheid. Ze haar mandaat echter niet kunnen beëindigen. Op 7 mei 1977 kwam ze tengevolge van een slepende ziekte te overlijden. Enkele dagen later, op 13 mei, kreeg ze in aanwezigheid van koning Boudewijn en koningin Fabiola een staatsbegrafenis waarna ze op het kerkhof van Laken werd bijgezet.
Een bijzondere hommage
In 2015, precies vijftig jaar nadat ze minister was geworden, werd door de Koninklijke Munt van België een zilveren muntstuk van vijf euro uitgegeven met op de voorzijde de beeltenis van Marguerite De Riemaecker-Legot. Op de waardekant van de munt prijkt de kaart van Europa omgeven door de twaalf sterren die de Europese Unie symboliseren. De herdenkingsmunten zijn gezien hun relatief geringe oplage van slechts vijfduizend stuks bij numismatici en verzamelaars tot op de dag van vandaag begeerde objecten.