Dark
Light

Meekijken met zeventiende-eeuwse microscopisten

Auteur:
2 minuten leestijd
Het oog van een bij, zoals men dat in de zeventiende eeuw zag
Het oog van een bij, zoals men dat in de zeventiende eeuw zag (Foto: Wim van Egmond / Rijksmuseum Boerhaave)

Wat zagen pioniers van de microscopie toen zij in de zeventiende eeuw voor het eerst door hun microscopen keken? Die vraag staat centraal tijdens een internationaal onderzoek waaraan ook het Rijksmuseum Boerhaave in Leiden deelneemt. De eerste beelden zijn deze week gepresenteerd.

Pioniers als Robert Hooke, Johannes Swammerdam en Antoni van Leeuwenhoek zagen voor het eerst onbekende levensvormen. Dit alles dankzij de ontwikkeling van de microscoop die het mogelijk maakte om de allerkleinste objecten en substanties te vergroten en dus zichtbaar te maken. Om hun vondsten vast te leggen en hierover met andere wetenschappers te kunnen te communiceren, gingen tekenaars aan de slag om de microscopische blik op bacteriën, sperma en de ingewanden van insecten in beeld te brengen.

Monddelen van een bij, zoals Antoni van Leeuwenhoek dit in de zeventiende eeuw zag.
Monddelen van een bij, zoals Antoni van Leeuwenhoek dit in de zeventiende eeuw zag. (Foto: Wim van Egmond / Rijksmuseum Boerhaave)
Kop van een bij zoals men die in de zeventiende eeuw  zag
Kop van een bij zoals men die in de zeventiende eeuw zag (Foto: Wim van Egmond / Rijksmuseum Boerhaave)

Onderzoekers proberen de komende tijd in beeld te brengen hoe de zeventiende-eeuwse microscopisten tot hun ontdekkingen kwamen en proberen te reconstrueren hoe zij deze visueel vastlegden en documenteerden. Rijksmuseum Boerhaave:

“Dit gebeurt deels met behulp van oorspronkelijke lenzen en bewaard gebleven preparaten. De modernste digitale technieken maken het mogelijk om straks te laten zien wat pioniers destijds voor het eerst zagen.”

Het onderzoek, getiteld Visualizing the Unknown in 17th-century Science and Society, duurt zes jaar en wordt gefinancierd door NWO. Naast Rijksmuseum Boerhaave participeren onder meer het Huygens Instituut (KNAW) in Amsterdam en de Bibliotheca Hertziana – Max Planck Instituut voor Kunstgeschiedenis in Rome. Tijdens de internationale aftrap in Leiden werden de eerste beelden gepresenteerd.

Ook interessant: Antoni van Leeuwenhoek zette concurrenten op dwaalspoor
…of: Lenzen in de zeventiende eeuw
Boek: Antoni van Leeuwenhoek, groots in het kleine

Video-registratie van de lancering van het project:

Uitvinder van de microscoop

Marcello Malpighi
Marcello Malpighi
Hoewel Antoni van Leeuwenhoek vaak wordt omschreven als de uitvinder van de microscoop, is dat niet helemaal terecht. Zo wist de Nederlander Zacharias Jansen (ca. 1585-1632) samen met zijn vader Hans rond 1595 waarschijnlijk al een kleine microscoop te maken. Deze bestond uit niet meer dan een enkele lens die tussen de zes en tien keer vergrootte. Verder staat vast dat Cornelis Drebbel (1572-1633), onder meer bekend als de uitvinder van de onderzeeboot, een microscoop had. En tot slot moet ook de Italiaanse arts Marcello Malpighi (1628-1694) nog genoemd worden. Hij bestudeerde de bloedsomloop door haarvaten met een microscoop te bestuderen en wordt beschouwd als de grondlegger van de microscopische anatomie.

Dat de naam van Antoni van Leeuwenhoek zo onlosmakelijk met de microscoop is verbonden, heeft vooral te maken met de kwaliteit van de door hem ontwikkelde microscopen en het baanbrekende onderzoek dat hij er vervolgens mee verrichtte.

×