Herkauwen van geschiedenis, heeft dat enig nut? Re-penser (her-denken) is ook re-panser (verbinden/helen). Dat is de teneur van de tentoonstelling La Laine et L’Eau’ (Wol & Water) van de hedendaagse kunstenaar Didier Mahieu in het Waalse Mons Memorial Museum.
Waarom leren we zo weinig uit geschiedenis? Waarom wordt de wreedaardigheid van oorlogen telkens herhaald? Waarom? Aan vredeseducatie zal het niet liggen.
Het In Flanders Fields Museum in Ieper en Mons Memorial Museum (in het Waalse Bergen) tonen met allerlei voorwerpen, memorabilia, geluiden, documenten… de afschuw van de oorlog en de slacht-velden. Het Ieperse oorlogsmuseum verwijst naar het beroemde klaprozengedicht van de Canadese arts en dichter John McCrae die zelf op 28 januari 1918 overleed:
In Flanders fields the poppies grow
Between the crosses, row on row
Die klaprozen die op de Vlaamse velden tussen de rijen kruisen bloeien en die in hun papieren versie zowat symbool staan voor Nie Wieder, nooit meer oorlog. Die militaire begraafplaatsen kunnen een ‘blijvende waarschuwing tegen de verschrikkingen van de oorlog’ zijn. Dat besliste de Unesco die zopas 139 begraafplaatsen en herdenkingssites van de Eerste Wereldoorlog in Vlaanderen, Wallonië en Frankrijk tot Werelderfgoed bestempelde. Een eerbetoon aan alle slachtoffers uit 130 landen die meevochten in de eerste wereldbrand.
Bij de 27 plekken in de Vlaamse Westhoek hoort ook het Deutscher Soldatenfriedhof in Vladslo (Diksmuide). Daar staat het pakkende granieten beeld van de Berlijnse kunstenares Käthe Kollwitz. Haar achttienjarige zoon Peter die zich vrijwillig aanmeldde, ligt er… te rusten.
In het Waalse dorpje Saint-Symphorien, op luttele kilometers van Mons/Bergen, bevindt zich een gezamenlijke Duits-Britse militaire begraafplaats. In dit eveneens als Unesco-erfgoed erkende park liggen 229 soldaten van de Commonwealth met zandstenen stele en 284 Duitse soldaten, herdacht met grijzerige granietstenen.
Peinzen over dood en leven
Voor de verkeersrotonde die leidt naar de begraafplaats, kreeg Didier Mahieu de opdracht om een kunstwerk te bedenken. Twee jonge mannen in militair kostuum – eentje heldergekleurd, een andere in donkere kleuren – zitten ruggelings tegen een levensboom. De kunstenaar koos als model zijn twee – vredelievende – zonen, Corentin en Florian. Beide jongelingen zijn blootsvoets. Bewust. Omdat de kunstenaar niet de militaire bottines wou evoceren. Het dreigende gestamp van die militaire laarzen klinkt ook huiverig afschrikwekkend in het Mons Memorial Museum zelf.
“De rol van kunst is om vragen te stellen. Deze twee jonge mannen die tegen een boom leunen die zal blijven groeien, zijn er om ons aan het denken te zetten. Ik wilde een sobere en ietwat sacrale ruimte creëren. Een ode aan het leven, aan de reflectie en de stilte.”
Aldus Didier Mahieu.
Die versmelting tussen persoonlijk en universeel leven is de kracht van kunst (en van geschiedenis evoceren). De tijdelijke tentoonstelling start met een kleine foto uit het familiearchief: het grootouderlijke huis, compleet plat gebombardeerd in 1944 en zijn opa tussen de ruïnes. Daarnaast een grote foto van Palmyra, de wonderbaarlijke historische stad met de duizend zuilen. Maar dat (eveneens) Unesco-wereldpatrimonium werd in 2015 brutaal verwoest in de Syrische oorlog. Die verwoesting hertekende Didier Mahieu met een berg stenen.
Boten en een pistool
En zo worden er voortdurende subtiele linken tussen geschiedenis en vandaag gelegd: anonieme vrouwelijke, witte katoenen hemdjes van meisjes uit een uitgebrande kostschool, politieboekjes, naaminventarissen, een olieverf van het front aan de IJzer in 1917, een fossiel van een Brits geweer uit 1940 gevonden op het strand in Zuydcoote met een klein kinderspeelgoedje, bestaand uit een Victoriaans bootje uit broodkruim…
Het Mons Memorial Museum stalt ook een Luger, een iconisch Duits pistool uit. Van dat ‘doodswapen’ liet Didier Mahieu een porseleinen kopie maken. Maar wel eentje met kogelgaten erin. Het voorwerp wordt voorgesteld als onder een stolp. Een Reishi of Ganoderma Lucidum paddenstoel – in China hét symbool van onsterfelijkheid – werd erin aangebracht zodat de zwamvlok het voorwerp zal overwoekeren. Of hoe vernietiging wordt verplooid tot vernieuwing…
En dan is er de grote boot die geen vluchtelingen met-een-droom vervoert maar stenen als restanten van verwoestingen. De weidse zee met verlokkingen, gevaren maar ook troostelement, is het onderwerp van een wandgroot doek. Een schilderij dat – zoals vaak bij een goed kunstwerk – meerdere betekenis- en verflagen heeft.
Wat stof en… as
De Zee waaraan de titel van de tentoonstelling te danken is, Wol & Water: in 1944 bij het begin van de bevrijding landden Britse, Canadese en Amerikaanse troepen op de stranden van Normandië. Ze droegen wollen uniformen. Maar die beschermende kledij zoog ook water op en zo werden tal van soldaten door het gewicht van hun kostuum meegezogen in zee.
Een ander simpel stukje textiel is één van de ontroerendste objecten van de tentoonstelling: tegelijkertijd heel persoonlijk en universeel herkenbaar. In het museum worden op de vloer filmbeelden van de bombardementen op Mons en Saint-Ghislain, de heimat van Didier Mahieu, geprojecteerd. Het is alsof de toeschouwer meekijkt – in levende lijve – naar de verwoestingen. Boven die zwart-wit film hangt een futiel rood – wollen – gebreid kindervestje. Dat truitje droeg de moeder van Didier Mahieu in 1942 toen de familie op de vlucht sloeg. Zijn grootmoeder had het bewaard en schonk het aan hem.
De rode vlek is ook herkenbaar als enige kleurstip in Schindlers list, de film van Steven Spielberg.
Of hoe geschiedenis meer is dan data en feiten, machthebbers en verdragen maar ook de belevenissen en herinneringen van mensen.
De tentoonstelling La Laine et L’Eau is tot 14 april 2024 te zien in Mons.