Nederland heeft een rijke zuivelgeschiedenis. Het Melklokaal van Johan Duivenvoorde in Noordwijkerhout bevat een schat aan voorwerpen die hierin een rol hebben gespeeld. De redactie van The Milk Story zocht enkele bijzondere melkrelikwieën uit en vroeg Johan naar het verhaal erachter.
De museumhouder:
Als de melk bedorven was, ging het mengsel van melk en alcohol direct schiften. Op deze manier werd er gecontroleerd of de melk begon te zuren. Dit kun je namelijk niet zien of ruiken. Een bus met bedorven melk werd er gelijk uitgehaald en opzij gezet, want als er een liter of zelfs maar een druppel zure melk bij het geheel komt, gaat de rest ook direct zuren.
Omdat de melkbussen vaak niet goed gekoeld werden, vond controle hoofdzakelijk in de zomer plaats. Wat er uiteindelijk met de zure melk gebeurde, dat weet ik alleen van verhalen. De één zegt dat de boeren de melk direct terugkregen, de ander zegt dat het tot veevoer werd verwerkt. Ik heb zelfs weleens gehoord dat het gebruikt werd voor chocolademelk, of dat het nog gesteriliseerd werd en alsnog verkocht.
Boek over de geschiedenis van de Nederlandse zuivelindustrie