De integratie van Molukkers ging het snelst in Zeeland. Dat concluderen historici Henk Smeets en Corzas Nanuruw in hun onderzoek dat vandaag wordt gepresenteerd.
In het boek ‘Molukkers in Zeeland, 1951-2009’ worden de onderzoeksresultaten beschreven. Het onderzoek is een vervolg op een landelijk onderzoek dat Smeets in 2006 publiceerde. Volgens Smeets had de snelle integratie van Molukkers in Zeeland te maken met de kleinschalige samenleving in deze provincie. Hierdoor was het voor de Molukkers makkelijker contacten te leggen met Nederlanders.
De Molukkers werden in de jaren vijftig naar Nederland gehaald. Na de onafhankelijkheid van Indonesië kregen Molukse KNIL-militairen het zwaar te verduren. Vanwege hun samenwerking met de Nederlandse militairen werden ze door de Indonesiërs gezien als handlangers van de Nederlanders. Ze werden daarom door de Nederlandse regering ’tijdelijk’ in Nederlandse woonoorden ondergebracht. Omdat het tijdelijk zou zijn werd er van overheidswege weinig gedaan aan de integratie van deze groep. Uiteindelijk bleek echter dat de ex-militairen niet meer terug konden.
Tegenwoordig worden de Molukkers over het algemeen gezien als schoolvoorbeeld van integratie. Sinds de treinkapingen en gijzelingsacties in de jaren ’70 zijn de Molukkers goed ‘gemengd’ met de Nederlanders. Bij die acties van verzet zijn overigens volgens het onderzoek van Smeets en Nanuruw relatief weinig Zeeuwse Molukkers betrokken geweest. Bij de bezetting van de Indonesische ambassade waren twee Zeeuwen, bij de treinkapingen geen één.
Watersnoodramp
In 1952 werden in Zeeland drie woonoorden van Molukkers gesloten tot ontzetting van de Zeeuwse bevolking. Deze sluiting leidde er echter wel toe dat die Molukkers de watersnoodramp in 1953 ontliepen. Volgens het Zeeuws Archief, waar het boek vandaag is gepresenteerd, hielpen de Molukkers na de ramp mee om de dijken te verstevigen, wat de integratie bespoedigde.
Na de treinkapingen en gijzelingsacties werd de band tussen Zeeuwen en Molukkers nog hechter volgens het onderzoek. De auteurs noemen het ‘Zeeuws Elan’: het nemen van initiatief en zoeken naar samenwerking. In die periode werd onder meer de Middelburgse voetbalclub Jong Ambon opgericht die sinds de burgeroorlog op Ambon tot 1999 jaarlijkse sportreisjes maakte naar de Molukken.