Eind volgende maand wordt bij het voormalige schijnvliegveld De Kiek in Riel een monument onthuld ter ere van vijf omgekomen Nieuw-Zeelandse bemanningsleden van een Wellington III bommenwerper die hier in 1942 neerstortte.
Schijnvliegvelden werden tijdens de Tweede Wereldoorlog aangelegd om vijandelijke bommenwerpers te misleiden en bombardementen op echte doelen te voorkomen. Deze nepvliegvelden waren uitgerust met houten vliegtuigen, verlichting en andere objecten om op echte militaire bases te lijken. Zowel de Duitsers als de geallieerden gebruikten tijdens de oorlog schijnvliegvelden als defensieve middel.
Het schijnvliegveld in Riel (iets ten zuiden van Tilburg) werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog door de bezetter aangelegd en diende als bliksemafleider voor het door de Duitsers ingenomen vliegveld Gilze-Rijen. In de buurt van het vliegveld werd in september 1942 de Wellington III bommenwerper na een aanval op Duisburg onderschept door een Duitse nachtjager. Het toestel werd neergehaald door de jager en alle vijf de bemanningsleden kwamen om het leven. Ze werden begraven op de Algemene Begraafplaats in Tilburg.
Het monument voor de omgekomen vliegers wordt op zaterdag 26 oktober onthuld door meester Pieter van Vollenhoven, in bijzijn van Duitse en Nieuw-Zeelandse militair attachés.
Duitse bommen
Het succes van het Brabantse schijnvliegveld was overigens relatief klein. De geallieerden hadden namelijk al snel door dat het om een misleidingsactie van de Duitsers ging. In een Engels rapport uit de begintijd van de oorlog is te lezen:
De startbanen zijn verlicht en een toestel voor het trekken van een imitatie-vliegtuig is opgesteld langs de nno/zzw-‘startbaan’. Een helder wit ‘lichtpad’ en rode ‘obstakellichten zijn gemeld door piloten. Twee rechthoekige gebouwen, waarschijnlijk imitatie-‘hangars’, zijn gelegen bij de zuidoost hoek.
De meeste bommen die bij de Kiek werden afgeworpen waren dan ook van de Duitsers zelf. De Duitse piloten op vliegveld Gilze-Rijen moesten Engelse schepen, havens en steden bombarderen. Soms konden ze hun bommen of mijnen niet afwerpen, bijvoorbeeld door slecht weer, een technisch probleem, of omdat ze geen vijandelijke schepen zagen. Om weer veilig bij Gilze-Rijen te kunnen landen, moesten ze van hun gevaarlijke lading af. Daarom was er direct ten oosten van het schijnvliegveld een speciale zone waar ze deze munitie konden laten vallen.
Bevrijdingsfeest
De onthulling van het herdenkingsmonument bij het schijnvliegveld markeert tevens de start van een tweedaags bevrijdingsfeest, waarbij Stichting de Vrienden van de Kiek, die zich inzet voor het behoud van het verhaal van het zogenaamde vliegveld, tentoonstellingen, demonstraties en historische activiteiten organiseert om de geschiedenis levend te houden. Bij het terrein zijn ook een chinook en oude legervoertuigen te vinden.