De moord op volksheld Everaard t’ Serclaes (ca. 1320-1388)

En waarom Brusselaars ook wel “kiekenfretters” genoemd worden…
3 minuten leestijd
Aanval op Everaard t’ Serclaes. Kraagsteen op het stadhuis van Brussel (cc)
Aanval op Everaard t’ Serclaes. Kraagsteen op het stadhuis van Brussel (cc)

In de doorgang van het huis “De Sterre” op de hoek van de Karel Bulsstraat en de Brusselse Grote Markt valt onderaan een gedenkplaat het beeldhouwwerk te zien van de Brusselse schepen en volksheld Everaard t’ Serclaes.

De voorgeschiedenis

t’Serclaes, heer van Cruyckenbourgh, was één van de Aldermannen of schepenen die samen met de Amman in die tijd de bestuurlijke autoriteit en het juridisch gezag over de stad uitoefenden. Toen in december 1355 Jan III, hertog van Brabant zonder mannelijke nazaten kwam te overlijden, werd zijn oudste dochter Johanna (ca. 1322-1406) tot hertogin van Brabant en Limburg uitgeroepen. De graaf van Vlaanderen, Lodewijk van Male (1330-1384), betwistte echter de erfopvolging en bezette gewapenderhand Brussel. t’Serclaes kon kort daarna met een list de stad binnendringen en leidde de aanval die een einde maakte aan de Vlaamse bezetting. t’Serclaes werd met zijn drieste actie door de Brusselaars bejubeld als een ware volksheld. Het gewapend conflict tussen het graafschap Vlaanderen en het hertogdom Brabant zou de geschiedenisboeken ingaan als de “Brabantse Successieoorlog”.

De laffe aanslag

Johanna van Brabant
Johanna van Brabant
De onderlinge verhouding tussen Johanna en de hertog van Gelre, Willem I (ca. 1364-1402), was al geruime tijd danig verzuurd en leidde in 1386 uiteindelijk tot een gewapend conflict dat twee jaar zou aanslepen. De heer van Gaasbeek, Sweden van Abcoude (ca.1350-1400), zag hierdoor zijn kans schoon om zijn domein binnen het hertogdom Brabant uit te breiden en stelde aan Johanna voor om de meierij Rode die aan Brussel grensde op te kopen. Johanna, die vanwege van het aanhoudende conflict met de hertog van Gelre in geldnood verkeerde, was meer dan geïnteresseerd.

De Brusselse schepenen onder leiding van Everaard t’ Serclaes zagen dergelijke gebiedsuitbreiding van Abcoude echter niet zitten en wisten de verkoop te verhinderen. De heer van Gaasbeek die zijn plannen hierdoor gedwarsboomd zag, zon op wraak en gaf aan zijn baljuw en zijn bastaardzoon Willem van Kleef de opdracht om samen met enkele handlangers t’Serclaes in een hinderlaag te lokken en hem om het leven te brengen. Op zesentwintig maart 1388 werd t’Serclaes bij valavond op weg van Lennik naar huis overmeesterd en door de ingehuurde moordenaars van Abcoude zwaar toegetakeld. Eén van zijn voeten werd afgehakt en zijn tong uitgesneden. Het was Jan van Stalle, de deken van Halle, die de zieltogende t’Serclaes vond en hem in allerijl naar Brussel overbracht waar hij enige dagen later aan zijn verwondingen bezweek.

Kasteel van Gaasbeek - cc
Kasteel van Gaasbeek – cc

Toen de Brusselaars over deze laffe daad en de dood van hun volksheld vernamen besloten ze, uitzinnig van woede, om massaal het kasteel van Gaasbeek te belegeren. Sweden van Abcoude was intussen naar Diest gevlucht en probeerde via bemiddeling met Johanna de gemoederen te bedaren door een aanzienlijke som als zoengeld voor te stellen. De Brusselaars, nog steeds hevig verbolgen over wat gebeurd was, hadden hier echter geen oren naar en maakten de burcht met de grond gelijk.

Het zou eveneens in Gaasbeek geweest zijn dat de Brusselaars hun bijnaam van “kiekenfretters” kregen. Om hun overwinning te vieren, hielden ze volgens een overlevering namelijk een enorme schranspartij waarbij honderden kippen werden verorberd…

Gedenkmonument als ode aan Everaard t’ Serclaes

Reliëf van Julien Dillens met de stervende Everaard t'Serclaes in de galerij onder De Sterre (1902). - cc
Reliëf van Julien Dillens met de stervende Everaard t’Serclaes in de galerij onder De Sterre (1902). – cc
Tegen het einde van de negentiende eeuw opperde de toenmalige burgemeester van Brussel, Karel Buls (1837-1914), het idee om voor Everaard t’Serclaes een gedenkteken op te richten. De opdracht werd door het stadsbestuur toevertrouwd aan de Antwerpse beeldhouwer en medailleur Julien Dillens (1849-1904) die een tweeledige creatie ontwierp die kort daarop, in 1902, aan het publiek werd voorgesteld. Onderaan een gedenkplaat die verscheidene taferelen uit het leven van t’Serclaes uitbeeldt, heeft Dillens op een grandioze wijze de stervende Brusselse schepen al liggend uitgebeeld.

Volksgeloof en legendes

Over de ‘bijzondere’ krachten van het beeldhouwwerk doen ettelijke legendes de ronde. Eén ervan wil dat al wie over de arm van de afgebeelde Everaard t’ Serclaes wrijft van ongeluk gespaard blijft of een jaar van geluk in de liefde tegemoet gaat. De waarheid is natuurlijk minder romantisch. Het verhaal werd namelijk in de jaren twintig van de vorige eeuw verzonnen door een gewiekste markthandelaar die, om klanten te lokken naar zijn kraam, dit kletspraatje verspreidde. Het gerucht ging echter vrij vlug een eigen leven leiden en sindsdien kunnen toeristen en de meeste voorbijgangers de drang niet weerstaan om over het beeld te wrijven. De aanrakingen doorheen de jaren werden het beeldhouwwerk uiteindelijk fataal. De arm was vrijwel helemaal afgesleten en de patina totaal verkleurd. Het Brussels stadsbestuur besloot daarom in 2011 om het zwaar beschadigde beeld te verwijderen en het te vervangen door een exacte kopie.

Overzicht van bezienswaardigheden in Brussel
Boek: Een geschiedenis van België – Voor nieuwsgierige kinderen (en hun ouders)

Gepassioneerd door vreemde culturen en de geschiedenis van het vroege neolithicum tot aan onze moderne tijden schreef Rudi Schrever verscheidene jaren op regelmatige basis artikelen voor Historiek.net en andere gespecialiseerde vakbladen.

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 53.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×