Dark
Light

Nederland en WOI: twee nieuwe Kronieken

3 minuten leestijd
Monument in Winterswijk voor de Nederlandse neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog
Monument in Winterswijk voor de Nederlandse neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog - Foto: CC / Ceinturion

Nederland en WOI - twee nieuwe Kronieken
Nederland en WOI – twee nieuwe Kronieken
In de twee meest recente uitgaven van De Grote Oorlog. Kroniek 1914-1918, staan diverse artikelen over de Eerste Wereldoorlog. De bekende serie, waarvan het afgelopen half jaar nummer 27 en 28 verschenen, is een uitgave van Uitgeverij Aspekt in samenwerking met de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog.

Nummer 27 bevat mooie artikelen over de situatie in Nederland in de jaren 1914-1918, terwijl nummer 28 vooral bijdragen bevat die betrekking hebben op de oorlogvoerende landen. Beide bundels zijn inhoudsrijk en meer dan boeiend en lezenswaardig.

Stemming in Nederland

Drs. Jonathan Weegink opent nummer 27 met een goedgeschreven bijdrage over de stemming in neutraal Nederland in augustus 1914. Zijn artikel is gebaseerd op een doctoraalscriptie die hij in 2002 schreef aan de Universiteit Leiden. Weegink peilt de stemming in Nederland vooral aan de hand van periodieken als De Telegraaf, De Amsterdammer, De Standaard, Het Leven en Het Volk, en biedt zo een breedvoerig beeld van de gevoelens in een neutraal land tijdens de eerste oorlogsmaand. Aan bod komen onder meer de run op de banken (spaargeld opnemen) en winkels (hamsteren) in de eerste oorlogsdagen, de sfeer rond de mobilisatie en de visievorming op het leed in het naburige België.

De auteur concludeert onder meer over het begin van de mobilisatietijd:

“Over het algemeen heerste er een goede en positieve sfeer onder de soldaten. Weliswaar was men onzeker over de nabije toekomst en bezorgd over de achtergelaten gezins- en familieleden, maar tegelijkertijd was er sprake van gelatenheid en plichtsbesef. De eerste augustusdagen stonden in het teken van de mobilisatie en concentratie en boden als zodanig nieuwigheid en afleiding. Maar toen halverwege de maand nog steeds geen vijand in zicht was gekomen en de dagen werden gevuld met herhaalde oefeningen en allerhande klussen, kwamen de eerste klachten in de openbaarheid. De klachten betroffen de soms gebrekkige huisvesting, het veelvuldig moeten marcheren en exerceren, de verhouding tussen leidinggevende en soldaat, de verveling en de verlofregeling. Andere klachten waren gerelateerd aan politiek of kerkelijke gezindte.” (108)

Twee andere bijdragen in nummer 27 van Kroniek 1914-1918 gaan ook over Nederland. Drs. Henk van der Linden, verbonden aan de Stichting Studiecentrum Eerste Wereldoorlog (SSEW), schrijft over de opvang van Belgische vluchtelingen in Oisterwijk. Drs. Tom Sas focust in zijn artikel op de regeringsfilm ‘Holland neutraal’ uit 1917. De bundel bevat voorts nog twee andere bijdragen, waarvan één gaat over de Val van Antwerpen in 1914 en de ander over de vraag waarom Duitsland er niet in slaagde Groot-Brittannië tot capitulatie te dwingen.

Antwerpen, 1914 - Willy Stöwer
Antwerpen, 1914 – Willy Stöwer

Chocolade

Deel 28 van Kroniek 1914-1918 bevat acht bijdragen, waarvan er één specifiek over Nederland gaat. De bundel is niet minder interessant dan nummer 27. De Vlaamse bibliothecaris Pieter Jan Verstraete opent met een bijdrage over de kortstondige Duitse bezetting van Ieper van 7 tot 14 oktober 1914. Tussen de 8.000 à 14.000 Duitse militairen trokken de stad in, deelden chocolade uit aan kinderen, maar confisqueerden ook de mooiste huizen, namen goederen in beslag en dronken zich klem in de avonduren onder het zingen van allerlei stoeremannenliederen. De Duitsers lieten ziekenhuizen, kloosters en gewonde Belgische militairen echter met rust, aldus Vlaamse ooggetuigen

Drs. Anton Kruft legt helder uit hoe en continentaal conflict kon uitgroeien tot een wereldoorlog. Kruft analyseert daarbij vooral de rol van Groot-Brittannië in het wereldconflict. Kruft concludeert dat de Britse inmenging vooral te maken had met de instandhouding van de economische welvaart en in het verlengde daarvan met het imperiale Britse Rijk. De Britse verplichtingen tot steun jegens België en Frankrijk waren slechts drogredenen om in de oorlog te participeren.

Mijnenoorlog

Monument in Winterswijk voor de Nederlandse neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog
Monument in Winterswijk voor de Nederlandse neutraliteit tijdens de Eerste Wereldoorlog – Foto: CC / Ceinturion
Jeanette Pors’ artikel behandelt de vraag of de Nederlandse neutraliteit vanuit strikte principes of vanuit pragmatische motieven moert worden beschouwd. Zij concludeert dat Nederland in een groot aantal neutraliteitsschendingen heeft opgetreden conform een strikte neutraliteitspolitiek. Als het echter echt spannend werd, volgde Nederland een meer pragmatische neutraliteitspolitiek door wat te geven en te schipperen ter behoud van de eigen onafhankelijkheid.

De slotbijdrage van dr. S.J. de Groot behandelt gedetailleerd de mijnenoorlog die tussen 1914 en 1917 in de Oostzee uitgevochten werd. De Groots artikel sluit aan op een eerder stuk dat hij in Kroniek 1914-1918 schreef over de mijnenoorlog die op de Noordzee uitgevochten werd. De Groot schrijft onder meer:

‘Het opvallendste aan de oorlog in de Oostzee is dat de Russische Baltische vloot de Duitse Oostzeevloot vanuit een geografisch hopeloze situatie het hoofd kon bieden. De Baltische vloot, kwalitatief de mindere opgesloten achter in de Finse Golf, heeft door defensieve mijnen- en nettenbarrières de onbalans in sterkte weten te compenseren. De belangrijkste factor die dit realiseerde was de geïntegreerde verdediging met defensieve mijnenvelden en kustartillerie, die het de Duitsers feitelijk onmogelijk heeft gemaakt binnen de Finse golf in enige sterkte met oppervlakteschepen of met onderzeeboten te opereren. Daarenboven werden langs de Duitse kust over een lengte van 320 mijl (510 km) offensieve mijnenvelden gelegd.’ (219)

×