Tijdens de Opstand van de tegen Spanje was er onder de opstandige Nederlanders sprake van anti-Spaanse sentimenten. Volgens historici vormden de Nederlanden in de zestiende eeuw in Europa, ook in andere landen heerste een anti-Spaanse stemming, zelfs het epicentrum van anti-hispanisme. In het boek Een ondraaglijke juk (Uitgeverij Verloren, 2018) gaat Fernando Martínez Luna diepgravend in op de Nederlandse opinievorming ten opzichte van Spanje en de Spanjaarden.
De ‘zwarte legende’ in de Nederlanden
Ten tijde van de Tachtigjarige Oorlog drukte het Spaanse repressieve optreden een krachtig stempel op het internationale Spaanse imago. Hieruit ontstond de zogenoemde ‘zwarte legende’:
“Deze legende verwijst naar de negatieve representatie van Spanje, zowel in Europa als daarbuiten, die vanaf de zeventiende eeuw tot doel had de reputatie van dat land te schaden.” (8)
De auteur onderzoekt in het boek de functie van de ‘zwarte legende’ in de Nederlanden in de jaren 1566 – toen de Beeldenstorm plaatsvond – tot het begin van het Twaalfjarig Bestand in 1609. Deze tijd bracht veel pamfletten voort en kan dus goed geanalyseerd worden.
Pamfletthema’s & historiografie
De auteur behandelt achtereenvolgens vijf thema’s die een rode draad vormen in de representatie van Spanje en de Spanjaarden. Ten eerste de volksaard van de Spanjaarden, verder de Spaanse Inquisitie, in de derde plaats het karakter van enkele Spaanse kopstukken (specifiek Alva, Granvelle en koning Filips II), dan de Spaanse soldaat en ten slotte het algemene optreden van de Spanjaarden wereldwijd.
De reden dat de auteur aandacht besteedt aan de Nederlandse beeldvorming over Spanje en haar inwoners, is het feit – aldus Fernando Martínez Luna – dat de historiografische focus nogal eenzijdig is geweest:
“In de Nederlandse letterkunde is de aandacht steeds gericht geweest op het Nederlandse zelfbeeld dat ontstond naar aanleiding van de strijd tegen Spanje. Het beeld dat Spanjaarden in die tijd van de Nederlanders hadden is eveneens onderzocht. Aan de Nederlandse beeldvorming van Spanje en de Spanjaarden is echter tot op heden weinig aandacht besteed.” (19)
De auteur neemt in zijn analyse waar relevant de buitenlandse anti-Spaanse beeldvorming mee, de zojuist genoemde ‘zwarte legende’. Hierbij analyseert hij vooral inhoudelijk de bronnen:
“De aandacht in deze studie gaat uit naar de inhoud van de bronnen, niet naar hun vorm. De nadruk ligt op het identificeren van de thema’s en motieven waaruit het anti-Spaanse discours was samengesteld. (…) De propaganda werd door de intellectuele en politieke leiders van de rebellie ingezet ten behoeve van een groter geheel aan verwijzingen of ideeën. (…) In dit identiteitsvormende discours, dat gebaseerd was op onderscheidende dichotomieën zoals protestantisme versus katholicisme, vrijheid versus tirannie en Noord versus Zuid, speelde het zwartmaken van Spanje en de Spanjaarden een belangrijke rol.” (23)
Volksaard van de Spanjaarden
Een belangrijk terugkerend thema in de Nederlandse pamfletten over Spanje, is de volksaard van de Spanjaarden. Typerend qua beeldvorming is een pamflet uit 1598, getiteld “Aerdt ende eygenschappen van Seignor van Spangien”. Deze schildert de aard van de Spanjaard af als gierig, trouweloos, obscuur, gemeen, tiranniek, listig, meedogenloos en arrogant. De pamfletteur verklaarde als belangrijke oorzaak van dit gedrag dat Spanjaarden gehoorzaam moesten zijn aan de paus en de Inquisitie. Dit maakte hen wreed en onberekenbaar. Spanje beloofde de Nederlanden vrede, maar van die belofte konden de Nederlanden niks op aan:
“Hy mach haer vrede beloven ende die breken saen.
In alsulcke frauden en misdoet Siegnor niet met lieghen,
want hij hevet tot voordeel der Roosmcher Kerk’ aengegaen.” (53)
Filips II zou de marionet zijn van Granvelle
Antione Perrenot de Granvelle kwam in 1517 ter wereld in Besançon in het oosten van Frankrijk. In 1540 werd hij bisschop van Atrecht en tien jaar later tevens Rijksadviseur van keizer Karel V en later van Filips II. In beide functies had Granvelle veel bemoeienis met het reilen en zeilen in de Nederlanden. De kardinaal wekte wantrouwen bij de Nederlandse adel, waardoor rond hem een uiterst negatieve beeldvorming ontstond. Met name omdat men hem zag als sturende persoon achter de Spaanse Inquisitie:
“De associatie van Granvelle met de Spaanse Inquisitie vormde de belangrijkste component van de beeldvorming. Een pamflet (…) stelde dat Granvelle ernaar streefde paus van de Nederlanden te worden, een pausdom naast dat van Rome en dat van Frankrijk, dat door de kardinaal van Lotharingen zou worden bekleed.” (98)
Koning Filips II werd in diezelfde pamfletten weggezet als iemand die een marionet was van Granvelle en volledig naar diens pijpen danste. Verder werd Granvelle gezien als het brein achter de verbeurdverklaring van de goeden van de Nederlandse adel, waarmee de Spaanse schatkist werd gespekt. Met de geïncasseerde kosten financierden de Spanjaarden de oorlogsvoering in Noord-Europa, met als doel hun macht uit te breiden – dat vreesde men – tot de Britse eilanden en Scandinavië aan toe.
Filips II op zijn beurt werd afgeschilderd als iemand die de greep op zijn onderdanen langzaam verloor en zeer wraakzuchtig was:
“De gruweldaden begaan in Spanje, Italië, de Nieuwe Wereld en de Lage Landen vormen een illustratie van zijn wraakzuchtige karakter. (…) Het lot van de graven van Egmont en Horne dient als ultiem bewijs van Spaanse kwaadaardigheid, een eigenschap die ook aan de koning wordt toegeschreven. Filips groeide zo niet alleen in Nederland maar ook elders in Europa uit tot toonbeeld van verwerpelijk Spaans handelen. Het is buitengewoon moeilijk nog een gunstige beschrijving van hem te vinden in de niet-Spaanse politieke literatuur.” (107)
Boek: Een ondraaglijke juk – Fernando Martínez Luna
Lees ook: De Tachtigjarige Oorlog – Opstand in de Nederlanden
Overzichtspagina Vaderlandse geschiedenis