Het boek Het verraad van Anne Frank is door de media in Nederland neergesabeld. Volgens critici wordt notaris Arnold van den Bergh door het Cold Case Team ten onrechte verdacht van het verraden van de familie Frank. Ruben Vis van het Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap schrijft dat de notaris in die periode zat ondergedoken. Om elke twijfel weg te nemen, is door de auteur van dit verhaal onderzoek gedaan naar wie de onderduikgever was.
Op 21 januari 2022 schreef Ruben Vis in het blad JONET.NL (met Onafhankelijk joods nieuws en achtergronden), het volgende:
‘Mijn oom zat toevallig ondergedoken in Laren. Via hem kwam ik in contact met de oorlogsonderzoeker die promoveert op Joodse onderduikers in het Gooi. Kortom: ik vroeg het de man die alles weet van Laren in de oorlog. Nadat ik ook de naam van Van den Berghs vrouw aan hem geef, antwoordt hij bevestigend: “Ja, ze zaten ondergedoken in Laren.” Duidelijker kun je het niet krijgen.’
De onderzoeker die hier wordt geciteerd is Aaldrik Hermans, die deel uitmaakt van de groep Nederlandse historici die het reilen en zeilen van notaris Arnold van den Bergh tijdens de oorlog heeft onderzocht. Bij wie Van den Bergh heeft ondergedoken gezeten, vertelt Hermans niet tegen Ruben Vis. Als hij het al weet, bewaart hij dat natuurlijk voor de tweetalige lezing (in het Engels en het Nederlands): The betrayal of Anne Frank die op 22 maart in de Aula van de Lutherse Kerk in Amsterdam onder auspiciën van de UVA wordt gegeven.
Wie was die onderduikergever? Dat is de grote vraag. In 1940 werd de kunsthandel Goudstikker overgenomen door de Duitse bankier Alois Miedl. Van den Bergh verzorgde als notaris de koopcontracten. Bij deze Miedl werkte Jan Dik senior die, na de dood van eigenaar Jacques Goudstikker, als beheerder van de kunsthandel functioneerde. Deze toucheerde na de verkoop een bedrag van 180.000 gulden als provisie.
Zijn zoon Jan Dik jr. was ook niet slecht af. Hij kreeg 25.000 gulden, waarmee hij een eigen kunsthandel begon. In het CABR-dossier van Jan Dik jr., die als kunsthandelaar veel zaken deed met de bezetter en die om aan een gevangenisstraf te voorkomen vluchtte naar Zwitserland, staan een paar passages over de familie Dik, die tijdens de oorlog veel onderduikers heeft gehuisvest. De vrouw van Jan Dik jr. verklaart dat ze ‘zelfs voor dertig onderduikers heeft gekookt, het eten werd dan door het verzet rondgebracht.’
Henk Dik, ook een zoon van Jan Dik senior, werkte eveneens voor Miedl. Over hem schrijft Venerma in zijn boek Kunsthandel in Nederland 1940-1945 op bladzijde 138 en 139 het volgende:
“Onmiddellijk na de overname van de firma Goudstikker door Miedl trad ook Henk in dienst van de nieuwe baas voor 39,17 gulden per week. Hij had echter tijd genoeg om samen met zijn zwager Pieter de Dood zo’n honderd gulden per week bij te verdienen. Van Henk Dik moet echter ook gezegd, dat de joodse notaris Van den Bergh in 1943, toen deze arrestatie vreesde, bij hem voor een tijdje kon onderduiken.”
Daarmee is de vraag bij wie Van den Bergh ondergedoken zat, beantwoord. Hoe lang hij ondergedoken heeft gezeten, is nog niet bekend. Henk Dik is in 1979 overleden. Zijn naam komt ook voor in het archief van Landelijke Hulp aan Onderduikers. Voor zover bekend klopte tijdens de oorlog niemand tevergeefs bij de familie Dik voor hulp aan.