De uitdrukking ‘op de valreep’, is afkomstig uit de scheepvaart en betekent zoveel als ‘net op tijd zijn’ of ‘op het nippertje’ een klus afronden.
Veel schepen hebben letterlijk een valreep: een laddertje of loopplank waarmee men aan boord van een groot schip kan kopen. Mist men de valreep, dan is het schip al vertrokken. Komt men nog net op de valreep binnen, dan is men net op tijd. Vroeger moest men vaak letterlijk aan boord klimmen en bestond de valreep uit een afhangend touw met knopen. Wie van boord wilde gaan gebruikte de valreep ook om zich bijvoorbeeld letterlijk in een sloep te laten vallen.
Glaasje op de valreep
Taalkundige F.A. Stoett (1863-1936) haalde de uitdrukking ook aan in zijn beroemde Spreekwoordenboek. Hij heeft het over een “glaasje op den valreep”:
“Zoo was men van ouds in de Nederlanden gewoon, niet alleen afscheidmaalen te geven, en te houden, maar in ’t byzonder op het punt van scheiden een glas van afscheid te drinken, en dat somtyds te herhaalen, den reisvaardigen uitgelei gedaan hebbende, te scheep, of voor de wagen. Welke oude gewoonte nog bevestigd word door de hedendaagse spreekwoorden: Een glaasje op de valreep, en Een glaasje aan de wagen.”
Ook interessant: Gezegdes en uitdrukkingen uit de scheepvaart
Lijst van historische uitdrukkingen
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis