Het begrip Ostpolitik, ook wel neue Ostpolitk genoemd, is een politieke term uit de periode van de Koude Oorlog. Op initiatief van Willy Brandt (1913-1992) paste de democratische Bondsrepubliek Duitsland (BRD) zijn houding richting de communistische Deutsche Demokratische Republik (DDR) en de Sovjet-Unie aan en trad een periode op van ontspanning tussen deze landen.
Concreet leidde de Neue Ostpolitik van de sociaaldemocratische BRD-Bondskanselier Willy Brandt tot verdragen met de Sovjet-Unie en Polen (in 1970), met de DDR (in 1972) en met Tsjecho-Slowakije (in 1973). Brandt streefde ook naar een betere relatie met Israël. In juni 1973 bezocht hij als eerste Duitse bondskanselier Israël. Al in 1971 kreeg Willy Brandt de Nobelprijs voor de Vrede voor zijn ontspanningspolitiek, die hij als minister van Buitenlandse Zaken al in de jaren 1960 had ingezet.
De kernwoorden van Brandts Ostpolitiek waren ‘voorzichtige toenadering’, termen uit een speech die zijn adviseur Egon Bahr (1922-2015) in juli 1963 had gehouden:
Wandel durch Annäherung
Overigens beschouwen historici en politicologen Egon Bahr – staatssecretaris en minister onder Brandt – als de echte ‘architect van de Ostpolitik’. Bahr trad, deels achter de schermen, op als de belangrijkste adviseur van Brandt.
Achtergrond Ostpolitik
In de jaren 1960 waren de verhoudingen tussen het Oostblok en het Westen gespannen. De Bouw van de Berlijnse Muur in 1961 en de Cubacrisis in 1962 leidden tot zeer gespannen verhoudingen tussen de Verenigde Staten en hun bondgenoten aan de ene kant en de Sovjet-Unie en andere communistische landen anderzijds.
In deze gespannen tijd was Willy Brandt, om precies te zijn van 1957 tot 1966, burgemeester van West-Berlijn. Hij genoot veel populariteit. Bondskanselier van West-Duitsland was Konrad Adenauer (1876-1967), van 1949-1963, onder wie de spanningen tussen Oost en West waren opgelopen. Adenauer werd in 1963 opgevolgd door Ludwig Erhard (1897-1977), die van 1963-1966 regeerde. Daarna volgde Kurt Georg Kiesinger (1904-1988) hem op. Onder hem namen de spanningen tussen Oost en West af, maar Kiesinger weigerde de DDR te erkennen.
Willy Brandt en de Ostpolitik
Willy Brandt, die onder Kiesinger minister van Buitenlandse Zaken was, volgde in 1969 Kiesinger op als Bondskanselier van de BRD. Als minister van Buitenlandse Zaken (1966-1969) had Brandt al ingezet op de verbetering van de verhoudingen met Oost-Europese landen. Zo ging hij diplomatieke betrekking aan met Roemenië in 1967 en het Joegoslavië onder Josip Tito (1892-1980) in 1968. Deze beide landen hadden de DDR al eerder erkend als soeverein land.
Als symbolisch startpunt van Brandts Ostpolitik wordt de zogenoemde ‘knieval van Warschau’ beschouwd. Op 7 december 1970 was Brandt in Warschau voor de ondertekening van het Verdrag van Warschau (die de grensdiscussies met Polen voor laatstgenoemd land oploste). Tijdens dit bezoek herdacht Willy Brandt als Bondskanselier ook de slachtoffers van de nazi’s en deed, letterlijk, een knieval bij het herdenkingsmonument van de opstand in het Getto van Warschau (1943).
Hierna volgden nog belangrijke verdragen met de DDR in 1972 en met Tsjecho-Slowakije in 1973.
In 1974 trad Willy Brandt af, nadat bekend was geworden dat zijn vertrouweling Günter Guillaume een DDR-spion was.
De knieval van Willy Brandt – Warschauer Kniefall
de SALT-akkoorden
Boek: Willy Brandt. Biografie – Sam van Clemen
‘Knieval van Warschau’
Bronnen â–¼
*https://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/99/de-ostpolitik-van-willy-brandt
*https://www.britannica.com/event/Ostpolitik
*https://duitslandinstituut.nl/naslagwerk/101/willy-brandt-bondskanselier-1969-1974
*http://www.1000dokumente.de/?c=dokument_de&dokument=0091_bah&object=context&l=de
*http://www.deutschlandfunk.de/wandel-durch-annaeherung.871.de.html?dram:article_id=254006