Dark
Light

Paul von Lettow-Vorbeck en de Eerste Wereldoorlog in Oost-Afrika

‘Heldenführer der Welt’
Auteur:
9 minuten leestijd
Generaal Paul von Lettow-Vorbeck
Generaal Paul von Lettow-Vorbeck (Publiek Domein - wiki)

Anders dan aan het Europese westfront was er in Afrika tijdens de Eerste Wereldoorlog geen sprake van een militaire patstelling. In alle windrichtingen werden daar veldtochten gehouden. Veel lokale verzetsgroepen kwamen in opstand tegen hun koloniale regeringen. Ook streden de Duitsers in Afrika met Portugezen, Belgen, Fransen en Italianen. In rap tempo verschoven de frontlinies. Al snel kregen de geallieerden de overhand. In Oost-Afrika woekerde de strijd echter onbeslist voort. Daar wist de Duitse generaal Paul von Lettow-Vorbeck, ook wel bekend als de leeuw van Afrika (Löwe von Afrika), zich staande te houden.

Lettow-Vorbeck op een poster uit de Eerste Wereldoorlog
Lettow-Vorbeck op een poster uit de Eerste Wereldoorlog (Publiek Domein – wiki)
Hoewel Paul von Lettow-Vorbeck door veel sterkere vijanden was omringd, slaagde hij erin de strijd tot in november 1918 voort te zetten. De Duitser verwierf daardoor in eigen land een heldenstatus. Straten werden naar hem vernoemd en boeken werden over hem geschreven. Met name de nazi’s loofden zijn heroïsche prestaties. In een schoolboek uit 1940 werd hij tot heldenleider van de wereld (Heldenführer der Welt) gebombardeerd.1 Ook vroeg Hitler hem persoonlijk om toe te treden tot de NSDAP. Wat zagen de nazi’s in hem?

Het archetype van een Pruisische generaal

Paul von Lettow-Vorbeck werd in het jaar 1870 als zoon van een Pruisische generaal geboren. Zijn adellijke afkomst beloofde een hoge positie in het Duitse leger. Al heel vroeg wist hij dat hij voor zijn thuisland zou gaan vechten. Op elfjarige leeftijd ging hij naar de cadettenschool, waar hij kennis maakte met de Pruisisch militaristische tradities. Strenge discipline, een hiërarchisch bewustzijn en plichtsbesef (Pflichtbewusstsein) werden hem bijgebracht. Nadat hij zijn diploma had gehaald, maakte Lettow-Vorbeck snel carrière in het Duitse leger. Hij bewees zijn vaardigheden bij het neerslaan van de Bokseropstand in China en werd gepromoveerd tot kapitein (Hauptmann). Ook was hij tijdens de Namibische genocide de eerste adjudant in de staf van Lothar von Trotha. Hij was dus getraind in koloniale oorlogsvoering. Vlak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog vertrok Lettow-Vorbeck naar Duits-Oost-Afrika. Door zijn toedoen brak de oorlog daar uit. Als een echte Pruisische generaal handelde hij uit plichtsgevoel. Hij dacht het belang van het thuisland te dienen door de vijand aan te vallen.

Lettow-Vorbeck’s militaire coup

Voor de Eerste Wereldoorlog hadden de Europese grootmachten een neutraliteitsverdrag getekend. Dit om te voorkomen dat een oorlog in de koloniën zou overslaan naar Europa. Met het uitbreken van de oorlog viel dit diplomatieke raamwerk in 1914 uiteen. Uiteindelijk wogen oorlogsbelangen zwaarder dan alle andere overwegingen. Omdat er voor 1914 amper een koloniale oorlogsagenda was, moesten de Duitse generaals zelf beslissingen nemen. Heinrich Schnee, die als gouverneur van de Duitse kolonie de opperbevelhebber van de troepen was, wilde een defensieve koers varen. De voorkeur van generaal Lettow-Vorbeck was daarentegen om aan te vallen. De twee raakten in een machtsstrijd verzeild.

Fotomontage: Paul von Lettow-Vorbeck (links) met gouverneur Heinrich Schnee (rechts) van Duits-Oost-Afrika
Fotomontage: Paul von Lettow-Vorbeck (links) met gouverneur Heinrich Schnee (rechts) van Duits-Oost-Afrika (Publiek Domein – wiki)

Op den duur kreeg Lettow-Vorbeck Schnee zo ver dat deze zijn troepen naar het noorden bewoog. Toen Lettow-Vorbeck zijn bataljons over de Britse grens in het Oost-Afrikaanse protectoraat (huidige Kenia) stationeerde, begon de oorlog. De aanval op de Britten was het grootste initiatief dat Lettow-Vorbeck als generaal kon nemen. Hij was het die bepaalde over oorlog en vrede.

Al snel boekte hij belangrijke overwinningen op de Britten. De slagen bij Taveta en Tanga bracht hij tot een succesvol eind. Als gevolg daarvan zweeg de groep Duitsers die voor een defensieve koers was. Schnee verloor dus zijn militaire draagvlak. Formeel bleef hij wel de opperbevelhebber van de troepen, maar in de praktijk had hij weinig meer te zeggen. Gaandeweg werd Lettow-Vorbeck de eigenlijke gezagvoerder. In feite had hij dus een militaire putsch gepleegd. Decennia later zou men het nog hebben over de guerrillaoorlog die hij in Oost-Afrika voerde. In het Derde Rijk lazen kinderen in hun geschiedenisboeken over zijn bosoorlog (Buschkrieg).

Guerrilla in Oost-Afrika

Duits Oost Afrika, 1914-1918
Duits Oost Afrika, 1914-1918 (Publiek Domein – wiki)
In zijn memoires schreef Lettow-Vorbeck dat hij niet de intentie had om de Britten in Oost-Afrika te verslaan. Wel dacht hij dat hij met zijn offensief het belang van het thuisland te dienen:

‘…niet voor ons, maar voor de Britten was het een nadeel dat op Oost-Afrikaans grondgebied gevochten werd.’ 2

Lettow-Vorbeck hield een overwinning op de Britten voor onmogelijk. In zijn boeken benadrukt hij voortdurend dat het Britse leger veel sterker was. Precies daarom voerde hij een guerrillaoorlog. Op een traditioneel slagveld zou immers blijken dat de vijand superieur was. Kleinschalige verrassingsaanvallen waren de manier om zijn doel te bereiken. Beetje bij beetje werd de vijand daarmee verzwakt. Vaak gingen de aanvallen ook gepaard met plunderingen. Lettow-Vorbeck’s troepen moesten buit maken om de oorlog voort te kunnen zetten. De Britse zeeblokkade zorgde er namelijk voor dat het thuisland de koloniën amper van wapens, voedsel en medicamenten kon voorzien. Lettow-Vorbeck was op zichzelf aangewezen.

Om effectief een guerrillaoorlog te voeren is het bovendien van belang dat de vijand niet weet waar je troepen gestationeerd zijn. Lettow-Vorbeck moest onzichtbaar zijn. In 1917 koos hij daarom voor een nieuwe tactiek: blijven bewegen. Hij voerde een zogenaamde bewegingsoorlog (Bewegungskrieg). Zijn troepen staken in 1917 de rivier de Rovuma over en kwamen op Portugees grondgebied. In het hedendaagse Mozambique begon zijn Safari ya Bwana Vorbeck (de lange trek van heer Vorbeck). In zijn memoires schreef hij daarover:

‘Ordelijk en gelijkmatig trok de armeerups over smalle negerpaden, maar ook dwars door de bosjes.’

Duizenden kilometers legden zijn troepen te voet af.

De Safari ya Bwana Vorbeck

In Lettow-Vorbeck’s rondtrekkende bataljons waren de Duitsers duidelijk in de minderheid. Zijn leger bestond uit drie- tot vierduizend dragers, tweeduizend koloniale soldaten (Askari), duizend vrouwen en kinderen en slechts tweehonderd Europeanen. Doordat de infrastructuur in Duits-Oost-Afrika zich amper had ontwikkeld, moesten Afrikaanse dragers de goederen, het voedsel en de uitrusting van de soldaten transporteren. Met zware bepakking legden ze twintig tot dertig kilometer per dag af. De Askaris hoefden niet te sjouwen. Veel van hen waren in de eerste decennia van het Duitse koloniale rijk al gerekruteerd. Vanaf 1884 vormden ze de Schutztruppe für Deutsch-Ostafrika.

Askari's en de dragers
Askari’s en de dragers (Bundesarchiv, Bild 134-C0258 / CC-BY-SA 3.0)

In zijn memoires schrijft Lettow-Vorbeck dat hij de koloniale soldaten trainde in het oorlogvoeren (kriegerische Erziehung). Deze opvoeding betrof het vechten zelf, het omgaan met de zware omstandigheden en het plichtsgevoel dat de Askaris werd bijgebracht. Hij zou van zijn soldaten moedige en ondernemende soldaten hebben gemaakt. Toch vormde de extreme schaarste, de lange tochten en de militaire overmacht van de vijand een acute bedreiging voor de oorlogsmoraal. Er waren veel deserteurs. In zijn memoires moffelt hij dit een beetje weg. De illusie wordt gewekt dat hij het overgrote merendeel van zijn mannen aan zich wist te binden. Door zijn training zouden de soldaten gewaagde initiatieven durven te nemen en bleven ze doorvechten. Typerend luidt de eerste zin van een van zijn boeken:

‘We zullen bij je blijven tot we ten onder gaan!’ 5

Uiteindelijk kwam de trek door een bericht uit het thuisland ten einde. In Kiel waren matrozen gaan muiten.

Lettow-Vorbeck en de dolkstootlegende

Na de Eerste Wereldoorlog voer Lettow-Vorbeck terug naar Duitsland. In Berlijn werd hij als een held onthaald. Er werd zelfs een feeststoet voor hem gehouden. Toch was het Duitsland waarin hij terugkwam anders dan het Duitsland dat hij nog van voor de oorlog kende. Het oorlogsverlies en het Verdrag van Versailles werden als vernedering ervaren. Duitsland moest zijn overzeese bezittingen inleveren. Bovendien werd het land geteisterd door revolutionair geweld. Lettow-Vorbeck wilde een eind maken aan de chaos en richtte daarvoor zijn eigen Freikorps op. Door verschillende opstanden neer te slaan dacht hij het nationaal belang te dienen. Dus ook na de oorlog vertaalde zijn plichtsbesef jegens de natie zich in geweld. Uit zijn onvrede over de Republiek sloot hij zich bovendien aan bij de conservatief-nationalistische Deutschnationale Volkspartei. Ook raakte hij na de oorlog aan het schrijven. In de rechts-conservatieve kringen waarin hij zich begaf vielen de boeken die hij schreef in de smaak.

Feeststoet in Berlijn ter ere van Paul von Lettow-Vorbeck
Feeststoet in Berlijn ter ere van Paul von Lettow-Vorbeck (Bundesarchiv, B 145 Bild-P008268 / CC-BY-SA 3.0)

De memoires van Lettow-Vorbeck boden Duitsers een alternatief oorlogseinde. Onder zijn lezers was de dolkstootlegende een breed gedeelde complottheorie. Velen geloofden dat Duitsland de oorlog verloren had door verraad van de sociaaldemocraten en andere ‘interne vijanden’. De naoorlogse regering werd het oorlogsverlies in de schoenen geschoven. Volgens deze complotdenkers was het Duitse leger ongeslagen (im Felde unbesiegt), maar kreeg het door landverraders een dolkstoot in de rug. Het contrast met de troepen van Lettow-Vorbeck was groot. In zijn boeken verkondigde hij dat zijn mannen tot in de eeuwigheid trouw aan hem bleven. Hij bewees zijn lezers dat het Duitse leger tot aan het bittere eind ongeslagen was. De oorlog in Oost-Afrika zou enkel gestaakt zijn, vanwege het verlies in het thuisland. Hij liet dus zien dat het niet de zwakte van het eigen leger was waardoor de oorlog ten einde kwam. Deze boodschap viel bij velen in goede aarde. Ook in het propaganda-apparaat van de nazi’s speelde de dolkstootlegende een grote rol.

Nazistische schoolboeken

Lettow-Vorbeck’s guerrillaoorlog had een belangrijke plaats in het curriculum van het Derde Rijk. Deze heroïsche epoche moest Duitse leerlingen de betekenis van militaire bereidheid en heldhaftig leiderschap bijbrengen. Al tijdens de Weimar Republiek gebruikten docenten passages uit Lettow-Vorbecks boeken als aanvulling op het curriculum. Na de Eerste Wereldoorlog was het merendeel van de docenten namelijk conservatief-nationalistisch georiënteerd. Velen van hen vonden daarom dat leerlingen kennis moesten nemen van de verdiensten van Lettow-Vorbeck. Deze vrijheid om het leerplan naar eigen smaak in te vullen, moesten de docenten in het Derde Rijk stapsgewijs inleveren. Van boven werd doorgevoerd wat onderwezen moest worden. Gezien de politieke oriëntatie van veel docenten, hadden de meesten van hen daar waarschijnlijk weinig problemen mee.6 Het is bovendien de vraag in hoeverre er in 1933 daadwerkelijk sprake was van een breuk in het curriculum.

De onderwijspionier Willi Walter Puls had als doelstelling om met de juiste lesmethodes de verbeelding van leerlingen te prikkelen. Aan de hand van posters, films en literatuur zouden leerlingen een voorstelling kunnen maken van Lettow-Vorbeck’s strijd in Oost-Afrika. In de nazistische schoolboeken werd duidelijk dat zijn leiderschapsnatuur (Führernatur) zich in de Afrikaanse wildernis had kunnen ontplooien. Lettow-Vorbeck functioneerde als rolmodel. Hij wist dat zijn troepen zwakker waren dan die van de Britten. Toch begon hij uit plichtsbesef een oorlog. Dit zou leerlingen klaarstomen voor de bijdrage die ze uiteindelijk zelf aan de natie moesten leveren. Over Lettow-Vorbeck werd geschreven dat geen opoffering hem te groots was en geen angst hem weerhield.7 Door zijn atletische lichaam, geniale oorlogsstrategieën en onaangetaste wilskracht wist hij de zware omstandigheden in Oost-Afrika het hoofd te bieden. Dit moest leerlingen inspireren.

Slotbeschouwing

Lettow-Vorbeck tijdens de Eerste Wereldoorlog
Lettow-Vorbeck tijdens de Eerste Wereldoorlog (Bundesarchiv, Bild 105-DOA0967 / Walther Dobbertin / CC-BY-SA 3.0)
Toen Hitler Lettow-Vorbeck een positie aanbood in de Duitse ambassade in Groot-Brittannië, sloeg hij dit met enig woordgeweld af. Hitler’s racistische retoriek beviel hem niet. Hoewel Lettow-Vorbeck’s verhalen belangrijk waren in het nazistische propaganda-apparaat, was hij geen nationaalsocialist. Toch was hij in menig opzicht een wegbereider van het nazisme. Zijn boeken bereikten een breed publiek. Docenten lieten kinderen kennismaken met de Heldenführer der Welt. De ongeslagen generaal demonstreerde dat Duitse troepen trouw bleven en de oorlog voort konden zetten. Het idee dat de oorlog ten einde kwam door een Joods-bolsjewistisch complot werd daardoor aannemelijker. Lettow-Vorbeck bevestigde daarom de dolkstootpropaganda van de nazi’s. Dus ondanks zijn afkeer van Hitler, had hij het Derde Rijk een dienst bewezen. Hij bracht de legitimiteit van de Republiek aan het wankelen, waardoor Hitler de macht kon grijpen. Ook in de Bondsrepubliek was er waardering voor hem. Toen Lettow-Vorbeck in 1964 werd begraven verkondigde de toenmalige minister van defensie meerdere malen dat hij in het veld waarlijk ongeslagen was geweest (wahrlich im Felde unbesiegt). Een echo van de dolkstootlegende klonk over de begraafplaats. De vraag rijst daarom of Duitsland na de Tweede Wereldoorlog nog oorlogshelden kon hebben. Droegen deze niet de last van het Derde Rijk?

Boek: My Reminiscences of East Africa – Paul von Lettow-Vorbeck

Bronnen â–¼

1 – P. von Leßner, Was müssen wir von unseren Kolonien wissen? (Leipzich en Hörhold 1940) 14-15.
2 – Paul von Lettow-Vorbeck, Heia Safari! Deutschlands Kampf in Ostafrika (Londen 2018) 23.
3 – Pesek, Das Ende eines Kolonialreiches. Ostafrika im Ersten Weltkrieg (Frankfurt en New York 2010) 113.
4 – Paul von Lettow-Vorbeck, Meine Erinnerungen aus Ostafrika (Leipzig 1920).
5 – Lettow-Vorbeck, Heia Safari!, V.
6 – Britta Schilling, Postcolonial Germany: Memories of Empire in a Decolonized Nation (New York 2014) 76-77.
7 – O. Grapentin, Das Kolonialheft der deutschen Jugend (Frankfurt am Main 1937) 8.

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.323 actieve abonnees)


Mede dankzij onze donateurs zijn al onze artikelen gratis te lezen. Op Historiek vindt u dus geen PREMIUM artikelen of 'slotjes'.

Steun ons ook

×