Een boer in Zwitserland moest tot voor kort verplicht een ‘eeuwig licht’ in een kerkje in Näfels onderhouden, als boetedoening voor een moord die eeuwen geleden werd begaan. Een rechter heeft nu echter bepaald dat hij ontslagen is van die verplichting.
De boer is eigenaar van een middeleeuwse boerderij. De eerste eigenaar van die boerderij pleegde in 1357 een moord en als boetedoening en voor de zielenrust van de vermoorde man, ene Heinrich Stucki, moest hij ervoor zorgen dat er eeuwig een olielampje in de kerk van Näfels zou branden. Die verplichting moest overgenomen worden door nieuwe eigenaren van de boerderij.
Sinds 1357 zorgden de eigenaren voor het eeuwige licht in het kerkje. De huidige eigenaar had hier echter geen zin meer in en wilde de ongeveer zestig euro die hij er jaarlijks aan kwijt was, niet meer betalen. De rooms-katholieke kerk spande daarop een rechtszaak aan.
Het kantongerecht in het Zwitserse Glarus heeft de boer nu in het gelijk gesteld. Volgens de rechter is de moord uit 1357 inmiddels wel voldoende gewroken. De katholieke kerk moet bovendien het zogenaamde ‘rechtshistorisch onderzoek’ betalen dat de rechtbank voor deze zaak heeft moeten doen.