In Roemenië is dinsdag de rechtszaak tegen zes verdachten van de Kunsthal-roof hervat. Een opmerkelijke ontwikkeling: de verdachten hebben besloten zelf ook een rechtszaak aan te spannen tegen de gemeente Rotterdam.
Oktober vorig jaar werden er zeven schilderijen uit de Kunsthal gestolen, waaronder werken van Paul Gauguin, Jacob Meyer de Haan en Henri Matisse. De werken zijn gezamenlijk ongeveer 18 miljoen euro waard.
De rechtszaak tegen zes Roemeense verdachten werd al twee keer verdaagd. Dinsdag werd de zaak hervat. De advocaat van de verdachten liet gelijk weten zelf een rechtszaak aan te spannen tegen de gemeente Rotterdam. Hij verwijt de gemeente en de Kunsthal dat het proces niet soepel verloopt, omdat belangrijke stukken niet naar Roemenië zouden zijn verstuurd.
Drie van de verdachten bekenden schuld. Ze hopen daarmee een lagere straf te krijgen. De verdachten kunnen tussen de zeven en twintig jaar cel krijgen.
Waar de schilderijen zijn is nog altijd niet helemaal duidelijk. Het Roemeens Nationaal Historisch Museum liet eerder asresten in de kachel van de moeder van hoofdverdachte Radu Dogaru onderzoeken onderzoeken en concludeerde dat zeker drie van de gestolen werken in de kachel waren verbrand. Keihard bewijs is hiervoor echter niet en wat er met de overige schilderijen is gebeurd is ook onduidelijk.
Een van de verdachten beweert dat hij dacht dat er replica’s in de Kunsthal hingen omdat hij “geen enkele beveiliging” zag toen het museum werd verkend.