Dark
Light

Rijksmuseum toont Japanse lakkabinetten uit Huis ten Bosch

Auteur:
2 minuten leestijd
Japanse lakkabinet, onderstel toegeschreven aan Daniel Marot, ca. 1680
Japanse lakkabinet, onderstel toegeschreven aan Daniel Marot, ca. 1680

Het Rijksmuseum heeft tijdelijk twee zeventiende-eeuwse Japanse lakkabinetten in bruikleen gekregen uit het te renoveren Huis ten Bosch. De kabinetten uit circa 1680 zijn volgens het museum van uitzonderlijk hoge kwaliteit. Vanaf 17 oktober zijn ze te zien op de tentoonstelling Azië > Amsterdam, Luxe in de Gouden Eeuw.

De kabinetten zijn vervaardigd van zwart lak en zeer rijk versierd. Onder meer de jaarlijkse reis van de Hollandse hoofdkoopman van de VOC naar de keizer van Japan is afgebeeld in het lakwerk, alsmede het eiland Deshima en figuren van vogels, planten en de berg Fuji. De afbeeldingen op de twee meubels zijn identiek, maar in spiegelbeeld gemaakt. De kwaliteit van het lakwerk en het vakmanschap van de twee kunstwerken is volgens het Rijksmuseum uitzonderlijk.

“Ze zijn in Japan vervaardigd maar gebaseerd op Europese meubels. Achter hun deuren bevinden zich talloze grote en kleine laden. De kasten hebben twee handvatten waarmee ze gedragen konden worden.”

Japanse lakkabinet, onderstel toegeschreven aan Daniel Marot, ca. 1680
Japanse lakkabinet, onderstel toegeschreven aan Daniel Marot, ca. 1680

De geschiedenis van de lakkabinetten leest als de familiegeschiedenis van de Oranjes, zo stelt het museum.

“Eind zeventiende eeuw kwamen ze in het bezit van Prinses Albertine Agnes, dochter van stadhouder Frederik-Hendrik en Amalia van Solms. Albertine Agnes bracht de meubels (wellicht een geschenk van de VOC) naar haar residentie Oranienstein, waar zij woonde sinds zij was getrouwd met een Duitse prins Willem-Frederik van Nassau-Dietz.”

De oudste vermelding uit 1695 luidt:

‘2 schwartze egale indianische cabinetten mit güldene figuren, das eine uff ein tafelchen, das andere uff einen schwartzen fues’.

De huidige onderstellen van verguld lak dateren uit het begin van de achttiende eeuw.

Huis ten Bosch

Huis ten Bosch
Huis ten Bosch
De kabinetten bleven staan in de grote zaal van Oranienstein tot 1815, toen koning Willem I zijn rechten op het bezit van het graafschap Dietz (in het huidige Noordrijn-Westfalen) verruilde voor die op Luxemburg. Toen verhuisden de meubels naar Paleis Noordeinde in Den Haag. Via koningin Sophie (eerste vrouw van koning Willem III) vererfden de kabinetten naar haar zoon prins Willem (1840-1879) en zijn paleis op de Kneuterdijk.

Na diens dood werden ze bezit van zijn broer Prins Alexander (1851-1884) en vervolgens koningin Wilhelmina, die de meubels overbracht naar de Japanse Zaal van Huis ten Bosch. Daar bleven ze staan tot een renovatie in 1956 ze verplaatste naar de Balzaal van het paleis.

Boek: De VOC. Een multinational onder zeil, 1602-1799

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.171 actieve abonnees)


Ruim 50.000 geschiedenisliefhebbers ontvangen wekelijks onze gratis nieuwsbrief.

Meld u ook aan

×